ECLI:NL:RBROT:2018:1927

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 februari 2018
Publicatiedatum
9 maart 2018
Zaaknummer
10/691123-17
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak tegen verdachte wegens diefstal met braak

Op 2 februari 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van diefstal met braak. De rechtbank heeft de zaak behandeld in een meervoudige kamer voor strafzaken. De officier van justitie, mr. A.P.G. de Beer, heeft vrijspraak gevorderd voor de verdachte. De rechtbank heeft, na het onderzoek op de terechtzitting, geoordeeld dat het ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend is bewezen. Hierdoor is de verdachte vrijgesproken van de beschuldiging.

De benadeelde partij, die zich in het geding had gevoegd, vorderde een schadevergoeding van € 221,98 voor materiële schade. De officier van justitie heeft echter gerekwireerd tot niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij, wat de rechtbank heeft overgenomen. Aangezien de verdachte is vrijgesproken, is de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering. De rechtbank heeft ook beslist dat de benadeelde partij de kosten van de verdediging door de verdachte moet vergoeden, maar deze kosten zijn begroot op nihil.

De uitspraak is gedaan door mr. L. Feraaune als voorzitter en mrs. J.C.M. Persoon en W.M. Stolk als rechters, in aanwezigheid van griffier mr. E.L. Vedder. De uitspraak vond plaats op een openbare terechtzitting.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/691123-17
Datum uitspraak: 2 februari 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsvrouw mr. J.J. Boelaars, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 2 februari 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A.P.G. de Beer heeft gevorderd:
- vrijspraak van het ten laste gelegde.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.

5.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [naam benadeelde] ter zake van het ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 221,98 aan materiële schade.
5.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij.
5.2.
Beoordeling
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu de verdachte wordt vrijgesproken van het ten laste gelegde feit.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
5.3.
Conclusie
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.

6.Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

7.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partij [naam benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. L. Feraaune, voorzitter,
en mrs. J.C.M. Persoon en W.M. Stolk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E.L. Vedder, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 februari 2018.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
(zaak [naam zaak] )
hij in of omstreeks de periode van 24 maart 2017 tot en met 26 maart 2017 te
Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning gelegen aan
de [adres delict] heeft weggenomen (een) (spel)computer(s) en/of elektronische
apparatuur en/of fotocamera('s) en/of harddisk(s) en/of telefoon(s) en/of
siera(a)d(en) en/of kleding en/of geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende
aan [naam slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem,
verdachte, en/of zijn mededader(s),
zulks nadat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), die/dat weg te nemen
(genoemde) goed(eren) onder zijn/hun bereik had(den) gebracht door middel van
braak en/of verbreking;