ECLI:NL:RBROT:2018:1630

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 januari 2018
Publicatiedatum
1 maart 2018
Zaaknummer
10/691151-17
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak en bewezenverklaring van het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie in Rotterdam

Op 5 januari 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van 20 kogelpatronen en een vuurwapen met bijbehorende munitie. De rechtbank heeft geoordeeld dat het voorhanden hebben van de 20 kogelpatronen en het in vereniging voorhanden hebben van een vuurwapen niet wettig en overtuigend is bewezen, waardoor de verdachte van deze onderdelen van de tenlastelegging is vrijgesproken. Echter, de rechtbank heeft wel bewezen verklaard dat de verdachte het vuurwapen en 12 kogelpatronen voorhanden heeft gehad op 22 september 2017 in Rotterdam.

De officier van justitie had gevorderd om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 9 maanden, maar de rechtbank heeft uiteindelijk een gevangenisstraf van 6 maanden opgelegd. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte had geen strafblad voor soortgelijke feiten, maar de rechtbank benadrukte de zorgwekkende ontwikkeling van het voorhanden hebben van geladen vuurwapens op de openbare weg.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte strafbaar is en heeft de gevangenisstraf opgelegd, waarbij de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht. Het vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer voor strafzaken, met mr. A.A. Kalk als voorzitter en mrs. R. Brand en W.J. Loorbach als rechters.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/691151
-17
Datum uitspraak: 5 januari 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
zonder bekende woon- of verblijfplaats,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de P.I. HvB Ter Apel, locatie Ter Apel,
raadsman mr. S.R. Bordewijk, advocaat te Schiedam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 5 januari 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. P. Wijnands heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het tenlastegelegde, met dien verstande dat zich voor het bezit van de 20 kogelpatronen, alsmede voor het plegen in vereniging onvoldoende bewijs in het dossier bevindt en de verdachte van deze onderdelen van de tenlastelegging moet worden vrijgesproken;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden, met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het voorhanden hebben van de 20 kogelpatronen, alsmede het
in verenigingvoorhanden hebben van het vuurwapen met bijbehorende munitie niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte van deze onderdelen van de tenlastelegging zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Bewijswaardering
4.2.1.
Standpunt verdediging
Ten aanzien van de bewezenverklaring van het voorhanden hebben van het aangetroffen vuurwapen en de zich daarin bevindende munitie refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank.
4.2.2.
Beoordeling en conclusie
Nu vast staat dat de verdachte het vuurwapen bij zich droeg op het moment van aantreffen is de rechtbank van oordeel dat het de verdachte is geweest die het vuurwapen en de daarin aangetroffen munitie (12 kogelpatronen) voorhanden heeft gehad.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
Hij,
op 22 september 2017 te Rotterdam,
een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet
wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van
die wet in de vorm van een pistool van het merk/type Zastava 99, kaliber 9 millimeter, en de daarbij behorende munitie, te weten 12 kogelpatronen van het merk/type
Sellier &
Bellot9 mm voorhanden heeft gehad;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
handelen in strijd met artikel 26 eerste lid, van de Wet wapens en munitie
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte wordt verweten dat hij onder verdachte omstandigheden in een auto met daarin anderen, op de openbare weg een geladen vuurwapen voorhanden heeft gehad. De aanwezigheid van geladen vuurwapens op de openbare weg komt steeds vaker voor en dit is een zorgelijke ontwikkeling, die moet worden bestreden. De praktijk wijst uit dat personen die een dergelijk wapen bij zich dragen bereid en in staat moeten worden geacht dit ook daadwerkelijk te gebruiken. Dit leidt niet zelden tot levensgevaarlijke situaties, ook voor omstanders. Het bij zich dragen van een vuurwapen dient ook geen ander doel dan het toebrengen van schade aan anderen.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 7 december 2017, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het vuurwapen bij de verdachte is aangetroffen, kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op artikel 26 van de Wet wapens en munitie.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.A. Kalk, voorzitter,
en mrs. R. Brand en W.J. Loorbach, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. drs. M.R. Moraal, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks
22 september 2017 en/of 23 september 2017 en/of 24 september 2017 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet
wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van
die wet in de vorm van een pistool van het merk/type Zastava 99, kaliber 9 millimeter, en/of
(de daarbij behorende) munitie, te weten 12 kogelpatronen van het merk/type
Sellier & Belliot 9 mm en/of 20 kogelpatronen van het merk/type Lellier en
Bellot 9 mm,
voorhanden heeft gehad