Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 22 februari 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer, aangeduid als '[eiser]', en zijn werkgever, Flexcraft SSC B.V. De werknemer vorderde schorsing van het concurrentie- en relatiebeding dat in zijn arbeidsovereenkomst was opgenomen. Hij stelde dat deze bedingen onbillijk waren en dat hij door de bedingen in zijn belangen werd geschaad. De werknemer had zijn arbeidsovereenkomst opgezegd en wilde bij een concurrent, Multimax B.V., aan de slag. Flexcraft voerde verweer en stelde dat zij een gerechtvaardigd belang had bij het handhaven van de bedingen, gezien de vertrouwelijke informatie waar de werknemer toegang toe had.
De rechter oordeelde dat de werknemer een spoedeisend belang had bij zijn verzoek, maar dat de belangenafweging in het voordeel van Flexcraft uitviel. De rechter concludeerde dat het belang van de werkgever bij het handhaven van de bedingen zwaarder woog dan het belang van de werknemer bij vernietiging ervan. De vordering van de werknemer werd dan ook afgewezen. In reconventie vorderde Flexcraft naleving van de bedingen, maar ook deze vordering werd afgewezen. De proceskosten werden toegewezen aan Flexcraft, waarbij de kosten voor de werknemer op € 400,00 werden vastgesteld.