Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 28 december 2017 met producties;
- het schrijven van Burger Liner van 12 januari 2018 met producties;
- de pleitnota van [eiseres];
- de door [eiseres] nagezonden productie 37, en
- het schrijven van Burger Liner van 9 februari 2018.
2.De vaststaande feiten
‘Ze kan zich per morgen volledig hersteld melden voor eigen werk.’[eiseres] heeft zich per
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
.Op [eiseres] rust de verplichting zich te gedragen als goed werknemer en die norm houdt in dat zij op redelijke voorstellen van Burger Liner in verband met gewijzigde omstandigheden op het werk, in het algemeen positief behoort in te gaan en dat zij dergelijke voorstellen alleen mag afwijzen wanneer aanvaarding redelijkerwijs niet van haar kan worden gevergd. Voor de beantwoording van de vraag of [eiseres] zich op grond van voormelde verplichting met betrekking tot de aangeboden andere werkzaamheden soepeler had moeten opstellen, dient eerst te worden onderzocht of Burger Liner daarin als goed werkgever aanleiding heeft kunnen vinden tot het doen van haar voorstel en of het door haar gedane voorstel redelijk is. Anders en kort gezegd, [eiseres] moet in beginsel positief reageren op een wijzigingsvoorstel van Burger Liner, maar dan moet het voorstel wel redelijk zijn en dat is in deze zaak niet het geval. Het voorstel van Burger Liner is niet redelijk omdat de functie van [eiseres] niet is vervallen maar door een andere werknemer is overgenomen. Het [eiseres] gemaakte verwijt is dan ook niet terecht.