Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 60 uur subsidiair 30 dagen hechtenis.
4.Ontvankelijkheid officier van justitie
5.Waardering van het bewijs
wistof
redelijkerwijs vermoeddedat deze giften hem werden gedaan om hem als ambtenaar iets te laten doen of nalaten of omdat hij in het verleden iets heeft gedaan of nagelaten. Voor
wetenlijkt op grond van de jurisprudentie voorwaardelijk opzet (bewust de aanmerkelijke kans aanvaarden) de ondergrens.
Redelijkerwijs moeten vermoedenkomt er op neer dat de ambtenaar ‘op zijn klompen’ kon aanvoelen dat de giften hem werden gedaan omdat ze de gever op enig moment een voordeel konden opleveren. In de Memorie van Toelichting is in dit verband
“verwijtbare naïviteit”van de ambtenaar genoemd. [1] Daaronder kan ook worden begrepen – zo overweegt de rechtbank – het onzorgvuldig en onvoorzichtig omspringen met giften zonder zich voldoende te realiseren dat er een verband met de ambtsuitoefening kan zijn. Een direct verband tussen de gift en een bepaalde (concrete) tegenprestatie is immers niet vereist: ook als er (nog) geen of in het geheel geen tegenprestatie door de ambtenaar is geleverd, kan er sprake zijn van passieve ambtelijke corruptie. Sprake kan ook zijn van een ‘gift’ aan de ambtenaar met als doel een speciale relatie te doen ontstaan die zal (kunnen) leiden tot een voorkeursbehandeling.
met de verkoper niet uitkwam”. Vervolgens heeft [naam medeverdachte 2] aan de verkoper verteld dat een korting (‘bijloop’ genoemd) mocht worden verleend. In een e-mail van 9 september 2011 heeft [naam medeverdachte 2] dit op een verzoek van de verkoper bevestigd en het bedrag genoemd van maximaal € 715,= excl. BTW.
6.Strafbaarheid feit
7.Strafbaarheid verdachte
8.Motivering straf
,neutraliteit verwacht: handelen zonder aanzien des (rechts)persoons. Tegen ambtenaren die het vertrouwen in het openbaar bestuur schaden, moet dan ook doeltreffend en passend strafrechtelijk worden opgetreden.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
een taakstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
20 dagen.
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 (twee) jaar, na te melden voorwaarde overtreedt;