ECLI:NL:RBROT:2018:1301

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 februari 2018
Publicatiedatum
21 februari 2018
Zaaknummer
C/10/522329 / HA ZA 17-240
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige daad door valse beschuldigingen van kindermishandeling door ex-partner

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 14 februari 2018 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen twee ex-partners, waarbij de eiser, [eiser 1], vorderingen heeft ingesteld tegen de gedaagde, [gedaagde]. De kern van het geschil betreft beschuldigingen van kindermishandeling die [gedaagde] heeft geuit tegen [eiser 1]. De partijen hebben een affectieve relatie gehad van juli 2011 tot april 2016 en hebben samen een zoon, [zoon eiser en gedaagde]. Na de beëindiging van hun relatie heeft [gedaagde] [eiser 1] beschuldigd van mishandeling van hun kind, wat leidde tot een politieonderzoek. Dit onderzoek heeft echter geen bewijs van mishandeling opgeleverd, en de aangifte van [gedaagde] is geseponeerd.

De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld door valse beschuldigingen te uiten, die niet door feiten werden ondersteund. De rechtbank heeft de vrijheid van meningsuiting van [gedaagde] afgewogen tegen het recht van [eiser 1] op bescherming van zijn eer en goede naam. De rechtbank oordeelde dat de beschuldigingen van [gedaagde] onrechtmatig waren, omdat zij niet konden worden onderbouwd met overtuigend bewijs. De rechtbank heeft [gedaagde] veroordeeld tot betaling van een immateriële schadevergoeding van € 1.000,- aan [eiser 1] en heeft haar bevolen zich te onthouden van verdere beschuldigingen van mishandeling.

De uitspraak benadrukt het belang van het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de gevolgen van onterechte beschuldigingen in een juridische context. De rechtbank heeft ook de proceskosten van [eiser 1] toegewezen, die zijn begroot op € 3.134,42. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/522329 / HA ZA 17-240
Vonnis van 14 februari 2018
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2. [eiser 2]
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eisers,
advocaat mr. M.Ch. Kaaks te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats en land] ,
gedaagde,
advocaat mr. S.F. Kalff te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser 1] , [eiser 2] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 21 februari 2017,
  • de drie aktes overlegging producties, van [eiser 1] ,
  • de conclusie van antwoord van [gedaagde] , met (akte) producties,
  • de drie aktes overlegging producties, van [gedaagde] ,
  • het proces-verbaal van comparitie van partijen de dato 13 november 2017, met aangehecht de notitie voor comparitie/ spreekaantekeningen van beide partijen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser 1] en [gedaagde] hebben een affectieve relatie gehad in de periode van juli 2011 tot 1 april 2016. Partijen woonden toen samen in Rotterdam. Uit de relatie van partijen is op 20 augustus 2012 een zoon genaamd [zoon eiser en gedaagde] geboren.
2.2.
In de periode dat partijen nog samenwoonden werkte een Filipijnse au pair genaamd [au pair eiser en gedaagde] voor het gezin van partijen (hierna: de au pair). Dit was sinds 11 september 2015 en voor een periode van circa 8 maanden. De au-pair is vervolgens teruggekeerd naar de Filippijnen.
2.3.
[eiser 1] heeft twee kinderen uit een eerder huwelijk met mw. [ex-vrouw eiser] (hierna: [ex-vrouw eiser] ), genaamd [kind 1] en [kind 2] . Deze kinderen waren ten tijde van de dagvaarding 18 en 14 jaar oud. [ex-vrouw eiser] en [eiser 1] verzorgen deze kinderen in co-ouderschap.
2.4.
De relatie tussen partijen is ten einde gekomen op 1 april 2016. Op die dag heeft [gedaagde] [eiser 1] beschuldigd van mishandeling van hun kind [zoon eiser en gedaagde] , onder de mededeling dat ze had vernomen van de au pair dat zij [zoon eiser en gedaagde] met een blauwe plek had opgehaald bij de crèche en dat zij vermoedde dat [eiser 1] dat had gedaan. [gedaagde] heeft ’s avonds de politie gebeld, waarna [eiser 1] is meegenomen voor verhoor.
2.5.
Op 2 april 2016 rond 10.00 uur is, in opdracht van [gedaagde] , een verhuisploeg gearriveerd op het toenmalige adres van partijen, die toen goederen van [gedaagde] (en volgens [eiser 1] : ook goederen van hém) heeft meegenomen.
2.6.
[gedaagde] is na het uiteengaan van partijen, onder medeneming van [zoon eiser en gedaagde] , naar Denemarken verhuisd.
2.7.
Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond (Advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling) heeft een onderzoek ingesteld naar de veiligheid van [zoon eiser en gedaagde] . Daarvan is rapport opgesteld op 10 juni 2016. In dit rapport staat onder meer:

Gesprekken met het formele netwerk van het gezin
  • De peuterspeelzaalheeft op de bewuste en laatste dag dat [zoon eiser en gedaagde] de opvang bezocht, bij de bezorging geen enkel letsel gezien
  • Politie: de aangifte van moeder d.d. 6 mei 2016 bij politie te Hoorn is geseponeerd, omdat vader geen verdachte meer is.
  • De huisartskon zonder het verhaal van moeder over de toedracht twee kleine plekjes op de billen van [zoon eiser en gedaagde] niet duiden als letsel van mishandeling
  • Het consultatiebureauheeft geen zorgsignalen waargenomen in de situatie van [zoon eiser en gedaagde] .”
2.8.
Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond heeft in een brief van 29 juni 2016 aan [eiser 1] medegedeeld dat dat het onderzoek naar de situatie van de kinderen [kind 2] en [kind 1] wordt afgesloten “omdat de zorgen niet bevestigd zijn.” Ook staat in deze brief:
“Het onderzoek van Veilig Thuis RR over de kinderen [kind 2] en [kind 1] heeft bestaan uit gesprekken met beide kinderen en met mevrouw van [ex-vrouw eiser] en met u. Uit deze gesprekken zijn geen zorgsignaal naar voren gekomen omtrent de ontwikkeling en/of opvoedsituatie van [kind 2] en [kind 1] . We hebben navraag gedaan bij de politie.”
2.9.
Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond heeft in een brief van 8 juli 2016 aan [eiser 1] en [gedaagde] onder meer medegedeeld dat het dossier ter zake van de situatie van [zoon eiser en gedaagde] is overgedragen naar Borgcenter Denemarken (Deense organisatie voor jeugdzorg). Ook staat in deze brief:
“Mw. [gedaagde] heeft aangifte gedaan op 06/05/2016 deze zaak is geseponeerd [eiser 1] , 30/03/1967 was ten onrechte verdachte.”
2.10.
[ex-vrouw eiser] heeft een schriftelijke verklaring opgesteld, gedateerd 6 februari 2017. Deze verklaring luidt:
“Bij deze wil ik een verklaring geven betreffende hetgeen mijn ex-echtgenoot [eiser 1] is overkomen.
Op vrijdag 7 april 2076 ‘s avonds kwam [gedaagde] , de partner van [eiser 1] , aan mijn deur om geheel
onverwacht mijn zoon [kind 2] thuis te brengen. Er was geen reden voor haar om [kind 2] te komen brengen, omdat hij altijd alleen naar huis fietst, ook ‘s avonds.
Het was duidelijk dat ze kwam omdat ze wilde dat ik haar zag zodat ze haar verhaal kon vertellen. Het was mij
meteen duidelijk dat ze acteerde. Ze beschuldigde [eiser 1] van het mishandelen van zijn zonen. Ze was heel
hysterisch en kwaad. Ik geloofde geen woord van wat ze zei en daarom was ze snel weer weg.
Ik vind het heel schadelijk voor mijn zoon [kind 2] , dat ze hem misbruikte om in mijn huis te komen. Ik vind het ook heel schadelijk voor mijn zoon dat ze zijn vader voor zijn ogen onterecht heeft laten arresteren.
[kind 1] en [kind 2] wonen de helft van de tijd bij hun vader en de helft van de tijd bij mij. [gedaagde] is bij hun komen wonen in juni 2012. Ze hebben altijd een slechte relatie met [gedaagde] gehad. Ze vertelden zelden iets positiefs over [gedaagde] .
Ze was er het meeste van de tijd niet omdat ze op reis was, maar als ze er was dat was ze meestal kwaad. Ze gaf
mijn kinderen het gevoel dat ze alles verkeerd deden.
In het voorjaar van 2014 stuurde [gedaagde] mijn zoon [kind 1] een zeer gemeen bericht. Ze beschuldigde hem onterecht
van van alles, en ze maakte hem duidelijk dat hij niet meer welkom was in het huis van zijn eigen vader. [kind 1] heeft toen besloten om een tijdje niet meer naar zijn vader te gaan. Het is overbodig om to melden dat dit een zeer negatieve impact op hem en zijn broers [kind 2] en [zoon eiser en gedaagde] had.
Als gevolg van de melding bij de politie door [gedaagde] kregen wij bezoek van Veilig Thuis, ik en mijn twee zonen [kind 1] en [kind 2] hebben uitgebreid met hen gepraat. Mijn zonen en ik hebben hen duidelijk verteld dat we nooit gemerkt hebben iets van enige agressie van [eiser 1] , niet naar hen en ook niet naar hun broertje [zoon eiser en gedaagde] dus ook niet in de week voorafgaande aan het vertrek van [gedaagde] , toen [kind 1] en [kind 2] bij hun vader waren.”
2.11.
De au-pair heeft op 23 april 2016 een e-mailbericht gestuurd naar [gedaagde] , met een cc naar [eiser 1] . Daarin verklaart de au-pair, samengevat, dat [gedaagde] haar gedwongen had om [eiser 1] valselijk te beschuldigen van mishandeling van [zoon eiser en gedaagde] . In dit bericht (waarin met de naam ‘ [de moeder van gedaagde] ’ de moeder van [gedaagde] wordt bedoeld) staat:
“ [gedaagde] ,
I just want to clear things out. I made a statement against [eiser 1] because you forced me to so. At first it was happen April l, 2016 Friday afternoon. You bring [zoon eiser en gedaagde] to somewhere and when you get back home [eiser 1] already in the house from work. I went to your room to get my allowance and I saw you packing your clothes. You said that I need to tell to the policeman that [eiser 1] hit [zoon eiser en gedaagde] or else you will not give me my sallary which is I did because I'm scared of you and I really have to get my salary to send money to my mother. And you teach me what to tell to the policeman because you really want to leave [eiser 1] .
When we leave rotterdam that night while you are driving going to you mother's house you call an english guy and there's a sweetness in conversation. Since i'm busy thinking of what will happen to me because i lied to the policeman I heard you said "Finally I’m free" and you are laughing. I did not mind what you talking because I am really feel nervous and tired as well. I found out why you want to leave [eiser 1] . After a few days its morning and we just finished breakfast you call the English talking guy and what I heard is “don‘t you understand”? I have a meeting tomorrow with my mom and dad" then suddenly you shouted "yeah! I know im idiot because I let you to fuck me twice!" And you mother who is seating beside me reacted and said "this girl makes me crazy" and [de moeder van gedaagde] stare at me.
You [gedaagde] made me write a false statement against [eiser 1] . I Hereby withdraw my statement because its not true. You wrote it.
I just realized that everything I write in my previous statement is unfair to [eiser 1] and all of that is not true its just you forced me to do that. You also said that if I will not follow instruction you will involve me in the case which is really scare me because im in a foreign country. And you and lous shouting at me. Thats why i do that. Now, i just want to correct what is wrong.
In fact [eiser 1] and [zoon eiser en gedaagde] has a very nice father-son relationship. He is a responsible father. I live with them for almost 8 months and i witness how [eiser 1] became a mother-father to his children. He is a hardworking and caring father. He always make sure that everybody in the house is doing fine most especially [zoon eiser en gedaagde] . He is always in a hurry to go home after work to do shopping with [zoon eiser en gedaagde] and to cook for dinner. he do everything in the house because you [gedaagde] is always traveling and dont have time for [zoon eiser en gedaagde] usually you came home friday night and leaving sunday evening because you said you have to work. You really doesn’t have time for [zoon eiser en gedaagde] .
[eiser 1] and [zoon eiser en gedaagde] always had a great bonding because i witness that everyday. He always make sure that he play with [zoon eiser en gedaagde] in the morning, and before or after dinner. There are times that [zoon eiser en gedaagde] got sick and [eiser 1] is the only one who took care of [zoon eiser en gedaagde] because you [gedaagde] is not home. He is the one who always prepare everything for [zoon eiser en gedaagde] especially in the morning he always make sure that [zoon eiser en gedaagde] is having meal on time. He bring him to school always. I can tell that he is such a nice father of his kids. In 8 month of staying in your house i’ve never seen him that he hurt his kids especially [zoon eiser en gedaagde] . I know because i see it. You are never there.
[zoon eiser en gedaagde] really loves his father and while we are in schellinkhout in lous house [zoon eiser en gedaagde] is always asking me " [au pair eiser en gedaagde] are we going to papa" and i ask him “did u miss your papa?" He said "yes I want to see my papa"
[zoon eiser en gedaagde] is a Papa's boy he really loves [eiser 1] and he is always excited to see his Papa.
I really feel guilty for [eiser 1] .
[gedaagde] you wants me to use as witness in your story so that everybody give attention and feel pity on you. This estatement is the real story behind your story. I just want to correct what is wrong so that I can also have a piece of mind. So I also mail to [eiser 1] so he has to know.
[au pair eiser en gedaagde] ”
2.12.
Voormeld e-mailbericht gaat vergezeld van een verklaring van de Filipijnse autoriteiten dat dit bericht authentiek is.

3.De vordering

3.1.
[eiser 1] vordert dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
1. (a) voor recht te verklaren dat [gedaagde] jegens [eiser 1] onrechtmatig heeft gehandeld door: de au pair [au pair eiser en gedaagde] aan te zetten tot een valse verklaring ten laste van eiser sub 1 [eiser 1] en door valse aangifte wegens kindermishandeling tegen hem te doen begin april 2016;
(b) voor recht te verklaren dat [gedaagde] jegens eiser sub 1 en sub 2 onrechtmatig heeft gehandeld door eiser sub 1 sinds 1 april 2016 te beschuldigen van (kinder)mishandeling c.q. van gewelddadigheid jegens [zoon eiser en gedaagde] en zijn andere zonen tegenover derden die behoren tot de zakelijke en privé relaties van [eiser 1] .
2. [gedaagde] te bevelen zich tegenover huidige of toekomstige (zaken)relaties van eiser sub 1 en sub 2 te onthouden van beschuldigingen van mishandeling van [zoon eiser en gedaagde] , de minderjarige zoon van partijen, alsmede van beschuldigingen van “gewelddadigheden” jegens, en mishandeling van zijn (andere) zonen;
3. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een immateriële schadevergoeding van € 1.000,00 althans een door de rechtbank ex aequo et bono te bepalen bedrag;
4. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van het geding inclusief nakosten.
3.2.
[eiser 1] legt, samengevat, aan zijn vorderingen ten grondslag dat [gedaagde] zich onrechtmatig jegens hem en zijn onderneming heeft gedragen heeft door hem te beschuldigen van kindermishandeling van hun zoon [zoon eiser en gedaagde] . Als gevolg hiervan is [eiser 1] in zijn eer en goede naam geschaad. [eiser 1] ondervindt nog altijd grote hinder van de valse beschuldiging. De zakelijke netwerken van partijen overlappen elkaar voor een belangrijk deel. [eiser 1] wordt door zijn zakelijke relaties met de nek aangekeken vanwege de valse beschuldiging. De onderneming van [eiser 1] verkrijgt daardoor minder opdrachten. [eiser 1] verlangt herstel van zijn eer en goede naam. [eiser 1] houdt [gedaagde] op grond van artikel 6:162 BW aansprakelijk voor de geleden immateriële schade.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] voert aan dat haar beschuldiging over mishandeling van [zoon eiser en gedaagde] door [eiser 1] juist is. [gedaagde] betwist dat zij de au pair gedreigd heeft dat haar salaris niet zou worden uitbetaald als zij weigerde om bij de politie een valse verklaring af te leggen over mishandeling van [zoon eiser en gedaagde] door [eiser 1] . [gedaagde] betwist dat [eiser 1] deze schade heeft geleden. Uit de stellingen en feiten blijkt niet dat de immateriële schade aan [gedaagde] te wijten is.

5.De beoordeling

5.1.
Partijen wonen in verschillende landen. De Nederlandse rechter is ambtshalve gehouden om te toetsen of hem rechtsmacht toekomt het geschil te behandelen.
5.2.
De rechtsmacht van de Nederlandse rechter is gegeven reeds omdat [gedaagde] in deze procedure is verschenen zonder de rechtsmacht te betwisten (art. 24 van Verordening (EU) Nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad, de “Herschikte EEX- Verordening”). Deze verordening is hier toepasselijk. Ook Denemarken is toegetreden tot deze verordening, het gaat hier om een burgerlijke zaak en de dagvaarding dateert niet van vóór inwerkingtreding van deze verordening, per 10 januari 2015 (art. 66 lid 1 Herschikte EEX- Verordening).
5.3.
In geding is de vraag of [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld door [eiser 1] ervan te beschuldigen dat hij [zoon eiser en gedaagde] heeft mishandeld.
5.4.
Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.
5.5.
Kritiek, ook zeer scherpe kritiek, valt in beginsel onder het recht van vrijheid van meningsuiting, dat is vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en de Grondwet. Er is evenwel een grens. Uitlatingen mogen niet onrechtmatig zijn. De vraag of een uitlating onrechtmatig is moet steeds per geval beantwoord worden, waarbij het recht op uitingsvrijheid enerzijds en het recht op bescherming van de eer en goede naam anderzijds moeten worden afgewogen. Iemand betichten van kindermishandeling tegenover de beschuldigde zelf en tegenover de wederzijdse zakelijke relaties van partijen vormt een inbreuk op diens persoonlijke levenssfeer die in beginsel onrechtmatig is, behoudens een eventuele rechtvaardigingsgrond. Die rechtvaardigingsgrond zal in dit geval moeten zijn dat de beschuldiging voldoende steun vond in het feitenmateriaal dat ten tijde van de uitlating beschikbaar was. De bewijslast van het bestaan van een rechtvaardigingsgrond rust op [gedaagde] .
5.6.
[gedaagde] heeft onvoldoende bewijs bijgebracht van haar stelling. Uiteindelijk is zij de enige bron. Overtuigend steunbewijs is niet voorhanden. De au-pair [au pair eiser en gedaagde] heeft haar aanvankelijke schriftelijke verklaring ingetrokken en heeft toegelicht dat zij deze verklaring onder druk van [gedaagde] heeft afgelegd. De 2 blauwe plekjes op de billen van [zoon eiser en gedaagde] zijn door de huisarts niet als aanwijzing voor kindermishandeling geduid. De crèche heeft verklaard geen aanwijzingen voor mishandeling van [zoon eiser en gedaagde] te hebben waargenomen. De eigen verklaring van [gedaagde] mist overtuigingskracht nu zij [eiser 1] niet alleen van mishandeling van [zoon eiser en gedaagde] beschuldigt maar ook van mishandeling van zijn twee andere zoons, [kind 1] en [kind 2] , welke beschuldiging ieder steunbewijs ontbeert. De verklaring van een buurman dat hij [eiser 1] heeft horen zeggen
dat [zoon eiser en gedaagde] onhandelbaar was en dat hij het had verdiendlevert evenmin overtuigend steunbewijs op van mishandeling door [eiser 1] van zijn zoon [zoon eiser en gedaagde] op 1 april 2016 heeft mishandeld: de verklaring betreft niet eigen wetenschap van deze buurman over de kindermishandeling, maar een verklaring van horen zeggen, welke [eiser 1] heeft betwist.
5.7.
Nu alle aangedragen bewijsmateriaal kan worden herleid tot dezelfde bron, eigen waarnemingen en veronderstellingen van [gedaagde] , en de enige andere bron (de buurman) geen eigen wetenschap maar een verklaring van horen zeggen behelst, ziet de rechtbank onvoldoende aanleiding [gedaagde] tot bewijs toe te laten. Het moet er daarom voor worden gehouden dat [gedaagde] de ernstige beschuldiging van kindermishandeling heeft geuit en binnen het relatienetwerk van [eiser 1] heeft verspreid zonder deze beschuldiging met feiten te kunnen onderbouwen. Hiermee staat vast dat [gedaagde] onrechtmatig jegens [eiser 1] heeft gehandeld. Ook jegens [eiser 2] is onrechtmatig gehandeld. Het is op zich al niet onaannemelijk dat de onderneming van [eiser 1] commerciële schade leidt door de reputatieschade van [eiser 1] en dit is verder ook niet (gemotiveerd) weersproken.
5.8.
De vorderingen onder 1 (a) en (b), 2 en 3 zijn toewijsbaar als hierna vermeld. De immateriële schadevergoedingsvordering is toewijsbaar aan [eiser 1] , als de partij die de immateriële schade lijdt.
5.9.
[gedaagde] zal worden veroordeeld in de proceskosten nu het hier een vordering uit hoofde van onrechtmatige daad betreft en compensatie uit hoofde van de ex-partnerrelatie dan zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet meer voor de hand ligt.
De proceskosten van [eiser 1] worden begroot op € 3.134,42. Dit bedrag bestaat uit € 1.130,- aan salaris advocaat (conform de Liquidatietarieven), € 1.924,- aan griffierecht en € 80,42 aan explootkosten dagvaarding.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
verklaart voor recht dat [gedaagde] jegens [eiser 1] onrechtmatig heeft gehandeld door de au pair [au pair eiser en gedaagde] aan te zetten tot een valse verklaring ten laste van [eiser 1] en door valse aangifte wegens kindermishandeling tegen hem te doen begin april 2016;
6.2.
verklaart voor recht dat [gedaagde] jegens [eiser 1] en [eiser 2] onrechtmatig heeft gehandeld door [eiser 1] sinds 1 april 2016 te beschuldigen van (kinder)mishandeling c.q. van gewelddadigheid jegens [zoon eiser en gedaagde] en zijn andere zonen tegenover derden die behoren tot de zakelijke en privé relaties van [eiser 1] ;
6.3.
beveelt [gedaagde] zich tegenover huidige of toekomstige (zaken)relaties van [eiser 1] en [eiser 2] te onthouden van beschuldigingen van mishandeling van [zoon eiser en gedaagde] , de minderjarige zoon van partijen, alsmede van beschuldigingen van “gewelddadigheden” jegens, en mishandeling van zijn (andere) zonen;
6.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser 1] van een immateriële schadevergoeding van € 1.000,-;
6.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van [eiser 1] , tot op heden begroot op
€ 3.134,42, vermeerderd met € 131,- voor nasalaris zonder betekening, en, in geval betekening van het vonnis plaatsvindt, met € 68,- en de explootkosten van betekening van de uitspraak;
6.6.
verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. van den Bergh en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2018.
2517/2504