In deze zaak gaat het om de koop van een woning door [eiser 1] en [eiser 2] op 12 februari 2016, waarbij de makelaar namens de verkoper optrad. In de verkoopbrochure werd een woonoppervlakte van 120 m² vermeld, terwijl deze in werkelijkheid 111 m² bleek te zijn. [eiser 1] en [eiser 2] stellen dat de makelaar onrechtmatig heeft gehandeld door deze foutieve informatie te verstrekken, wat hen schade zou hebben berokkend. Ze vorderen een schadevergoeding van € 18.750,00 en € 968,00 aan buitengerechtelijke incassokosten.
De kantonrechter heeft de procedure gevolgd, waarbij de dagvaarding, conclusie van antwoord, en een tussenvonnis met een comparitie van partijen zijn behandeld. De makelaar erkent de fout in de vermelding van de woonoppervlakte, maar betwist dat hij onrechtmatig heeft gehandeld. De rechter overweegt dat van een makelaar verwacht mag worden dat hij de zorg van een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsgenoot betracht. De makelaar heeft in de brochure aangegeven dat aan de verstrekte informatie geen rechten ontleend kunnen worden en raadt de kopers aan zelf onderzoek te doen.
De rechter concludeert dat [eiser 1] en [eiser 2] niet hebben aangetoond dat de onjuiste vermelding van de woonoppervlakte hen daadwerkelijk schade heeft berokkend. Bovendien blijkt niet dat de makelaar opzettelijk verkeerde informatie heeft gegeven. De vordering van [eiser 1] en [eiser 2] wordt afgewezen, en zij worden veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de eisers aan de veroordeling moeten voldoen, ook als zij in hoger beroep gaan.