ECLI:NL:RBROT:2018:1270

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 januari 2018
Publicatiedatum
20 februari 2018
Zaaknummer
6196408 CV EXPL 17-5463 18-01-25
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding wegens fraude met elektriciteitsaansluiting in hennepkwekerij

In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 25 januari 2018 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Enexis BV, eiseres, en een gedaagde die in een gehuurde woning een hennepkwekerij had. De zaak betreft een vordering van Enexis tot schadevergoeding van € 13.386,13, als gevolg van fraude met de elektriciteitsaansluiting door de gedaagde. De gedaagde had op 3 februari 2015 een in werking zijnde hennepkwekerij in zijn woning, waar 291 hennepplanten werden aangetroffen. Tevens was er een illegale aftakking op de elektriciteitskabel, waardoor de afname van elektriciteit niet geregistreerd werd. De gedaagde was eerder strafrechtelijk veroordeeld voor de aanwezigheid van hennepplanten en diefstal van elektriciteit.

Enexis vorderde betaling van de schade die zij had geleden door de fraude, inclusief kosten voor administratieve handelingen en onderzoek. De gedaagde betwistte de vordering en stelde dat er geen eerdere kweken waren geweest en dat de kosten onvoldoende waren onderbouwd. De kantonrechter oordeelde dat Enexis haar vordering voldoende had onderbouwd en dat de gedaagde toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De kantonrechter wees de vordering van Enexis toe, inclusief de gevorderde kosten, en veroordeelde de gedaagde in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 6196408 CV EXPL 17-5463
uitspraak: 25 januari 2018
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Enexis BV,
gevestigd te ’s-Hertogenbosch,
eiseres,
gemachtigde: mr. B. Sommen,
tegen:
[gedaaagde],
wonende te [plaatsnaam],
gedaagde,
gemachtigde: mr. M.J.J.E. Stassen.
Partijen worden hierna Enexis en [gedaaagde] genoemd.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 10 juli 2017, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 5 oktober 2017, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- de brief van 2 november 2017 van mr. Sommen, met producties;
- de brief van 30 november 2017 van mr. Stassen, met producties;
- de aantekening dat voormelde comparitie, waarvan geen proces-verbaal is opgemaakt, op 11 december 2017 is gehouden.
1.2.
De uitspraak van dit vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Op 3 februari 2015 is in de door [gedaaagde] gehuurde woning op het adres [straat- en plaatsnaam] (hierna: de woning) een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. In de kweekruimte zijn 291 hennepplanten van ongeveer 9 weken oud aangetroffen.
2.2.
In de meterkast van de woning is een illegale aftakking op de aansluitkabel aangetroffen. Hierdoor werd de ten behoeve van de hennepkwekerij afgenomen elektriciteit niet geregistreerd. De elektriciteitsaansluiting stond op naam van [gedaaagde].
2.3.
[gedaaagde] is strafrechtelijk veroordeeld voor – kort gezegd – de aanwezigheid van hennepplanten in de woning en de diefstal van elektriciteit op 3 februari 2015.
2.4.
Enexis, die netbeheerder is in de regio van de woning, heeft [gedaaagde] bij exploot van 10 juli 2017 gesommeerd om binnen 8 dagen na dagtekening van dat exploot een totaalbedrag van
€ 14.008,86 aan hoofdsom en rente te betalen. [gedaaagde] heeft aan deze sommatie geen gevolg gegeven.

3.De vordering

3.1.
Enexis vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaaagde] te veroordelen tot betaling aan haar van een bedrag van € 13.386,13, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 februari 2015 tot aan de dag van voldoening, met veroordeling van [gedaaagde] in de proceskosten.
3.2.
Enexis legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaaagde] fraude heeft gepleegd met de elektriciteitsaansluiting, waardoor Enexis schade heeft geleden. [gedaaagde] dient primair op grond van toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst subsidiair op grond van onrechtmatige daad die schade aan Enexis te vergoeden. Het gevorderde bedrag van € 13.386,13 is de som van het berekende verbruik op basis van de leeftijd van de aangetroffen hennepplanten plus vijf eerdere teelten c.q. oogsten (€ 10.795,05), het bij die afname behorende vastrecht (capaciteitstarief ) ten bedrage van € 1.407,22, administratiekosten (€ 367,51), afsluitkosten (€ 256,80), vooronderzoekskosten (netmeting) ten bedrage van
€ 334,55 en kosten fraudeonderzoek (€ 225,-).

4.Het verweer

[gedaaagde] betwist dat er sprake is geweest van eerdere kweken dan de op 3 februari 2015 aangetroffen kweek. Volgens [gedaaagde] kan op basis van de door Enexis aangevoerde indicatoren niet worden vastgesteld dat er sprake is geweest van eerdere kweken. In dat verband stelt [gedaaagde] onder meer dat de materialen tweedehands zijn aangeschaft. De vergoeding van het vastrecht dient volgens [gedaaagde] te worden afgewezen omdat een dergelijk recht tussen partijen niet is overeengekomen. De gevorderde administratieve kosten, de kosten van het vooronderzoek en de kosten van het fraudeonderzoek dienen volgens [gedaaagde] te worden afgewezen omdat deze kosten onvoldoende zijn onderbouwd en omdat sprake is van dubbeltellingen. Bovendien is een daarop betrekking hebbende betalingsverplichting niet overeengekomen, aldus [gedaaagde]. Ten slotte stelt [gedaaagde] dat Enexis heeft verzuimd om de periodieke betalingen, die hij tijdens de periode van 9 weken heeft verricht, op de vordering in mindering te brengen.

5.De beoordeling

5.1.
Als niet betwist staat vast dat Enexis aan [gedaaagde] een elektriciteitsaansluiting en een kWh-meter ter beschikking heeft gesteld alsmede dat Enexis meetdiensten heeft verricht. Daarmee staat vast dat sprake is van een overeenkomst tussen hen beiden. [gedaaagde] heeft evenmin betwist dat met de elektriciteitsaansluiting is gefraudeerd. Dat moet leiden tot het oordeel dat [gedaaagde] toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de zorgplicht die uit de eerder genoemde overeenkomst voortvloeit. Uitgaande van deze toerekenbare tekortkoming is [gedaaagde] gehouden de door die tekortkoming door Enexis geleden schade aan haar te vergoeden. De hoogte van de schadevergoeding staat ter discussie.
5.2.
Voorop gesteld wordt in gevallen als het onderhavige, waarbij het aan omstandigheden gelegen in de risicosfeer van [gedaaagde] is te wijten dat correcte meting van de verbruikte energie onmogelijk is, dat aan het bewijs van de omvang van de afgenomen en niet geregistreerde elektriciteit geen al te zware eisen worden gesteld. Enexis mag in een dergelijke situatie redelijkerwijs volstaan met het maken van een (onderbouwde) schatting van het verbruik van elektriciteit buiten de meter om. Betwisting daarvan zal dan aan de hand van concrete feiten en omstandigheden dienen te geschieden.
5.3.
Partijen verschillen van mening over de periode waarin ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal elektriciteit is afgenomen. Volgens [gedaaagde] waren de op 3 februari 2015 aangetroffen hennepplanten negen weken oud en was er nog niet eerder een oogst geweest. Enexis stelt zich op het standpunt dat er in totaal vijf eerdere oogsten van elk negen weken zijn geweest oftewel zes teelten c.q. oogsten van 54 weken kweken en elektriciteitsafname in totaal en zij heeft de hoeveelheid afgenomen en niet geregistreerde elektriciteit becijferd op 176.102 kWh.
5.4.
Ter onderbouwing van haar standpunt heeft Enexis gewezen op de hoeveelheid stof op de lampen en zij heeft ter zitting nader toegelicht dat de stoflaag in dit geval een egale stoflaag betrof, hetgeen erop duidt dat het stof ter plaatse moet zijn neergedaald. Verder wijst Enexis op de hoeveelheid kalkaanslag en algengroei op het landbouwplastic onder de plantenpotten en op de waterpompen. Enexis heeft ter zitting nader toegelicht dat landbouwplastic nagenoeg nooit tweedehands wordt toegepast omdat ter hoogte van de plaatsen waar bij de eerdere gebruiker de nietjes hebben gezeten dan lekkage zou optreden. Enexis heeft voorts gewezen op de aangetroffen vervuilde droogrekken en vervuilde knipschaartjes. Ook heeft Enexis gewezen op de aangetroffen lege jerrycans voedingsmiddel. Ter zitting heeft Enexis onbetwist gesteld dat blijkens het BOOM-rapport ongeveer tien liter voedingsmiddel nodig is per oogst bij een omvang van de onderhavige kwekerij (291 hennepplanten). In de woning zijn tenminste zes lege jerrycans van tien liter aangetroffen, hetgeen, gelet op de omvang van de kwekerij, duidt op minimaal zes oogsten, aldus Enexis. Ten slotte is verwezen naar de vervuiling op de koolstoffilters. Uit het feit dat de koolstoffilters geheel wit zijn ter hoogte van de ophangbanden kan volgens Enexis worden afgeleid dat de vervuiling van de koolstoffilters ter plaatse moet zijn ontstaan. Door Enexis is nader toegelicht dat een koolstoffilter maximaal één jaar meegaat. Daarna is het filter verzadigd en ontstaat stankoverlast. Hoe langer het koolstoffilter in gebruik is, hoe donkerder grijs het filter zal zijn verkleurd. In het onderhavige geval is een verkleuring aangetroffen die zeker niet past bij slechts één oogst en die zou kunnen passen bij minimaal vier oogsten. In dit verband heeft Enexis er ook nog op gewezen dat de eerste melding van stankoverlast dateert van 6 november 2014. Dit past volgens Enexis bij een koolstoffilter dat vrijwel verzadigd is. Ten slotte wijst ook het waterverbruik in het jaar 2014 erop dat er gedurende vrijwel het hele jaar moet zijn geteeld, aldus Enexis.
5.5.
[gedaaagde] heeft betoogd dat de aangetroffen hoeveelheid stof, vervuiling en kalk op de materialen te wijten is aan de omstandigheid dat de materialen tweedehands zijn aangeschaft, maar hij heeft die stelling niet met bewijsmiddelen onderbouwd. Dit klemt temeer, nu [gedaaagde] ter zitting heeft aangevoerd dat hij dacht dat het koolstoffilter tweedehands was, omdat al de materialen tweedehands waren, maar dat hij het niet zelf heeft gezien en dat het filter misschien toch niet tweedehands was. In het licht van de onderbouwde stellingen van Enexis wordt aan dit verweer voorbij gegaan. Aan het eveneens niet met bewijsmiddelen onderbouwde betoog van [gedaaagde] dat de (tweedehands) jerrycans niet vol zijn aangevoerd en soms alleen maar restjes van andere kwekerijen bevatten wordt in het licht van de onderbouwde stellingen van Enexis eveneens voorbijgegaan.
5.6.
Wellicht ten overvloede wijst ook het waterverbruik in het jaar 2014 erop dat er gedurende vrijwel het hele jaar moet zijn geteeld. De hennepkwekerij is op 3 februari 2015 aangetroffen. Uitgaande van zes oogsten van elk 9 weken groei- en bloeiperiode betekent dat concreet dat er vanaf medio januari 2014 tot 3 februari 2015 water is verbruikt. Blijkens productie 6 bij conclusie van antwoord bedroeg het waterverbruik over de periode van 13 januari 2014 tot 23 januari 2015 262-138=124 kubieke meter. [gedaaagde] stelt met zijn toenmalige vriendin te hebben samengewoond in het pand aan de Edisonstraat. Het gemiddeld gebruik van een tweepersoons huishouden bedraagt volgens [gedaaagde] 90,6 kubieke meter per jaar. Volgens het BOOM-rapport verbruikt 1 hennepplant gemiddeld 16,35 liter water per kweekcyclus van 10 weken (70 dagen). De kantonrechter becijfert dat dat voor 291 planten neerkomt op 291x16,35=4,76 kubieke meter water per oogst van 70 dagen. Zes oogsten van 9 weken (de door Enexis aangehouden duur van de teeltperiode) komt neer op 54 weken ofwel 378 dagen. Omgerekend naar periodes van elk 10 weken (zoals waar het rapport BOOM van uitgaat), kom je dan aan 378:70 = 5,4 periodes van 10 weken, hetgeen dan weer leidt tot een verbruik van 25,7 kubieke meter water (5,4 periodes x 4,76 kubieke meter) voor 54 weken. Het becijferde waterverbruik voor 54 weken samen met het gemiddeld verbruik van een tweepersoonshuishouden levert 116,3 kubieke meter op (90,6 m3 voor een 2‑persoons huishouden plus 25,7 m3 water voor de kwekerij), hetgeen in overeenstemming is met het waterverbruik in 2013 van 117 kubieke meter en past binnen het waterverbruik in 2014 van 124 kubieke meter. Daarmee wordt het op het waterverbruik gebaseerde tegenargument van de zijde van [gedaaagde] verworpen.
5.7.
Alles in onderling verband en samenhang bezien is de kantonrechter van oordeel dat Enexis haar schatting naar behoren en uitvoerig heeft onderbouwd en dat [gedaaagde] zijn verweer niet heeft gestaafd met concrete feiten of omstandigheden. Gelet daarop wordt aan het verweer van [gedaaagde] als onvoldoende onderbouwd voorbijgegaan en zal worden uitgegaan van de door Enexis gegeven schatting. Nu de berekening van de schade ten aanzien van de hoeveelheid gestolen stroom verder niet is betwist, zal de vordering van Enexis ter zake van de hoeveelheid afgenomen elektriciteit ten bedrage van € 10.795,05 worden toegewezen.
5.8.
Op het punt van de post ‘capaciteitstarief’ heeft [gedaaagde] ten verwere aangevoerd dat ter zake van vastrecht niets met Enexis is overeengekomen. Voorts heeft hij de hoogte van het vastrecht betwist voor zover dit is gebaseerd op (ook door [gedaaagde] betwiste) eerdere oogsten.
Nu in het voorgaande al is vastgesteld dat tussen Enexis en [gedaaagde] sprake is van een contractuele relatie en is beslist dat sprake is van vijf eerdere oogsten, ontvalt daarmee de feitelijke grondslag aan het verweer. Het ter zake gevorderde bedrag van € 1.407,22 wordt eveneens toegewezen.
5.9.
Ten aanzien van de posten administratieve kosten, de kosten van het vooronderzoek en de kosten van het fraudeonderzoek heeft [gedaaagde] aangevoerd dat een daarop betrekking hebbende betalingsverplichting niet is overeengekomen. Vaststaat dat Enexis door de fraude aan de meetinrichting in de woning kosten heeft moeten maken. Deze schade dient te worden aangemerkt als (gevolg)schade ten gevolge van het toerekenbaar tekortkomen in de zorgplicht door [gedaaagde]. [gedaaagde] is aansprakelijk voor deze kosten. Anders dan [gedaaagde] betoogt, zijn de met de fraude samenhangende kosten, die door Enexis ter zitting nog nader zijn toegelicht, naar het oordeel van de kantonrechter voldoende gespecificeerd en onderbouwd met onder meer het overleggen van de tarieven van het tarievenboek. Dat er sprake is van een dubbeltelling van kosten, zoals [gedaaagde] stelt, is door hem niet aangetoond. De kosten van in totaal € 927,06 worden toegewezen.
5.10.
De gevorderde afsluitkosten ten bedrage van € 256,80 zijn niet betwist en worden eveneens toegewezen.
5.11.
[gedaaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.

6.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaaagde] aan Enexis te betalen een bedrag van € 13.386,13, vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf 3 februari 2015 tot aan de dag van voldoening;
veroordeelt [gedaaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Enexis vastgesteld op € 1.020,99 aan verschotten en € 600,- aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Joele en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
546