ECLI:NL:RBROT:2018:1200
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot regularisatieovereenkomst met Luxemburgse autoriteiten voor sociale verzekeringen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 februari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank. Eiser had verzocht om een regularisatieovereenkomst te sluiten met de bevoegde autoriteiten in Luxemburg voor de jaren 2013 en 2014. Dit verzoek werd door verweerder afgewezen, wat leidde tot beroep van eiser. De rechtbank oordeelde dat verweerder het verzoek had moeten doorzenden aan de Luxemburgse autoriteiten, aangezien de onderliggende aanslagen van de Belastingdienst nog niet in rechte vaststonden. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en verklaarde het beroep gegrond. Eiser had in de jaren 2013 en 2014 gewerkt op een Rijnvaartschip en had premies in Luxemburg afgedragen. De rechtbank oordeelde dat de Nederlandse wetgeving van toepassing was, maar dat het verzoek om regularisatie door verweerder niet zelf behandeld kon worden. De rechtbank verplichtte verweerder om het verzoek door te zenden aan de Luxemburgse autoriteiten en kende eiser de proceskosten toe.