Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 150 dagen, met aftrek van voorarrest, waarvan 43 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en met de bijzondere voorwaarden zoals vermeld in het reclasseringsrapport van Reclassering BoumanGGZ van 29 december 2017.
4.Strafbaarheid feit
5.Strafbaarheid verdachte
6.Motivering straf
7.Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 150 (honderdvijftig) dagen;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
€ 950,00 (zegge: negenhonderdvijftig euro)aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 4 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 950,00(hoofdsom,
zegge: negenhonderdvijftig euro); beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 950,00 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 19 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.