Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering, mede inhoudende een meldplicht en het volgen van een CoVa-training;
- opheffing geschorste bevel voorlopige hechtenis.
4..Waardering van het bewijs
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straffen
Algemene overweging
8..Toepasselijke wettelijke voorschriften
9..Bijlagen
10..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 74 (vierenzeventig) dagen;
60 (zestig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen van de reclassering, en zich zal melden bij de reclassering, zo vaak als de reclassering dat nodig vindt;
- de veroordeelde wordt verplicht deel te nemen aan een SoVa-training, zolang de reclassering dit nodig acht;
180 (honderdtachtig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
90 (negentig) dagen;
rbij) behorende munitie voorhanden heeft gehad;