ECLI:NL:RBROT:2018:11342

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 september 2018
Publicatiedatum
15 april 2019
Zaaknummer
10/681027-18vordering TUL VV: 10/076384-18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van diefstal en afwijzing vordering tot tenuitvoerlegging

Op 28 september 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van diefstal van een fooienpot. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tenlastelegging niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De officier van justitie, mr. E. van Veen, had vrijspraak gevorderd en de rechtbank heeft deze eis gevolgd. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte de dader was van de diefstal, ondanks camerabeelden die mogelijk de verdachte toonden. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit en de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder vonnis, waarbij de verdachte voorwaardelijk was veroordeeld, afgewezen. De proeftijd van de verdachte was ten tijde van het feit nog niet ingegaan, wat ook een reden was voor de afwijzing van de vordering. Het vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar gemaakt op de datum van uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/681027-18
Parketnummer vordering TUL VV: 10/076384-18
Datum uitspraak: 28 september 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
verblijvende op datzelfde adres,
raadsvrouw mr. R. van den Hemel, advocaat te Dordrecht.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 28 september 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. E. van Veen heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het ten laste gelegde;
  • afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging in de zaak met parketnummer
10-076384-18.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zal worden vrijgesproken. De rechtbank acht onvoldoende bewezen dat de persoon die op de daarop betrekking hebbende stills van de camerabeelden is te zien, de dader is van de diefstal van de fooienpot. Evenmin acht zij voldoende bewezen dat de persoon die op de stills van de camerabeelden van de middag, kort na de diefstal, is te zien, de verdachte is.

5.Vordering tenuitvoerlegging

5.1.
Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij vonnis van 20 april 2018 van de politierechter in deze rechtbank is de verdachte ter zake van diefstal veroordeeld voor zover van belang tot een gevangenisstraf van 16 dagen voorwaardelijk met aftrek van het voorarrest met een proeftijd van 2 jaar.
De proeftijd is ingegaan op 5 mei 2018.
5.2.
Beoordeling
Nog daargelaten dat de proeftijd ten tijde van het ten laste gelegde feit (9 maart 2018) nog niet was ingegaan, wordt de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit en kan derhalve niet worden geoordeeld dat hij de algemene voorwaarde niet heeft nageleefd.
De rechtbank zal de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging reeds om die reden afwijzen.

6.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

7.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
wijst af de gevorderde tenuitvoerlegging van de bij vonnis van 20 april 2018 van de politierechter in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C. Laukens, voorzitter,
en mrs. K. Bakker en mr. F. van Laanen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. van Twist, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 09 maart 2018 te Gorinchem met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een fooienpot, inhoudende een geldbedrag, in elk geval enig goed en/of geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [naam winkel] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
- [naam slachtoffer 1] en/of
- [naam slachtoffer 2] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het
- uitklappen en/of (vervolgens) het voorhouden en/of het tonen, van een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp aan voornoemde [naam slachtoffer 1] en/of (vervolgens) het maken van (een) dreigende beweging(en) met dit mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de richting in het lichaam van voornoemde [naam slachtoffer 1] en/of (vervolgens)
- toevoegen van de woorden: "Ik tel tot drie, als je niet weggaat dan ga ik je met mijn mes steken", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, aan voornoemde [naam slachtoffer 2] .