Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en onder oplegging van bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering;
- dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
Standpunt verdediging
Beoordeling
Conclusies
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vorderingen benadeelde partijen/ schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
€ 1.400,78 (zegge: viertienhonderd euro en achtenzeventig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.000,00 vanaf 7 augustus 2018 en over € 400,78 vanaf 5 december 2018, tot aan de dag van voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 2] te betalen
€ 1.400,78(hoofdsom,
zegge: viertienhonderd euro en achtenzeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.000,00 vanaf 7 augustus 2018 en over € 400,78 vanaf 5 december 2018, tot aan de dag van voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 1.400,78 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
24 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;