In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 23 februari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen Direct Pay Services B.V. en Stichting De Rotonde voor Inkomen- en Vermogensbeheer, die optreedt als bewindvoerder over het vermogen van een rechthebbende. De eiser, Direct Pay, vorderde betaling van een bedrag van € 897,37, vermeerderd met rente en incassokosten, op basis van niet-betaalde facturen voor telecommunicatiediensten en een telefoontoestel, die door de rechthebbende waren afgesloten met T-Mobile. De gedaagde, De Rotonde, betwistte de vordering en deed een beroep op vernietiging van de overeenkomsten op grond van artikel 3:34 BW, omdat de rechthebbende ten tijde van het aangaan van de overeenkomsten onder bewind stond en niet in staat was om een weloverwogen beslissing te nemen.
De kantonrechter oordeelde dat T-Mobile niet voldoende aan haar onderzoeksplicht had voldaan. De rechter stelde vast dat de rechthebbende, die geestelijk gehandicapt was, onder druk was gezet om de overeenkomsten af te sluiten en dat er geen sprake was van een daadwerkelijke wilsovereenstemming. De rechter wees de vordering van Direct Pay af en honoreerde het beroep op vernietiging van de overeenkomsten door De Rotonde. Direct Pay werd veroordeeld in de proceskosten.
Deze uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van aanbieders van diensten om zorgvuldig om te gaan met klanten die mogelijk niet in staat zijn om weloverwogen beslissingen te nemen, en de noodzaak om de geestelijke toestand van klanten in overweging te nemen bij het aangaan van contracten.