ECLI:NL:RBROT:2018:1131

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 februari 2018
Publicatiedatum
15 februari 2018
Zaaknummer
6051987
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging telefoonabonnement op grond van geestelijke stoornis en onderzoeksplicht provider

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 23 februari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen Direct Pay Services B.V. en Stichting De Rotonde voor Inkomen- en Vermogensbeheer, die optreedt als bewindvoerder over het vermogen van een rechthebbende. De eiser, Direct Pay, vorderde betaling van een bedrag van € 897,37, vermeerderd met rente en incassokosten, op basis van niet-betaalde facturen voor telecommunicatiediensten en een telefoontoestel, die door de rechthebbende waren afgesloten met T-Mobile. De gedaagde, De Rotonde, betwistte de vordering en deed een beroep op vernietiging van de overeenkomsten op grond van artikel 3:34 BW, omdat de rechthebbende ten tijde van het aangaan van de overeenkomsten onder bewind stond en niet in staat was om een weloverwogen beslissing te nemen.

De kantonrechter oordeelde dat T-Mobile niet voldoende aan haar onderzoeksplicht had voldaan. De rechter stelde vast dat de rechthebbende, die geestelijk gehandicapt was, onder druk was gezet om de overeenkomsten af te sluiten en dat er geen sprake was van een daadwerkelijke wilsovereenstemming. De rechter wees de vordering van Direct Pay af en honoreerde het beroep op vernietiging van de overeenkomsten door De Rotonde. Direct Pay werd veroordeeld in de proceskosten.

Deze uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van aanbieders van diensten om zorgvuldig om te gaan met klanten die mogelijk niet in staat zijn om weloverwogen beslissingen te nemen, en de noodzaak om de geestelijke toestand van klanten in overweging te nemen bij het aangaan van contracten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 6051987 \ CV EXPL 17-20143
uitspraak: 23 februari 2018
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Direct Pay Services B.V.,
gevestigd te Barendrecht,
eiseres,
gemachtigde: Webcasso B.V.,
tegen
de stichting
Stichting De Rotonde voor Inkomen- en Vermogensbeheer,
in haar hoedanigheid van bewindvoerder over het vermogen van [rechthebbende],
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. J.H. van der Wouden.
Partijen worden hierna aangeduid als “Direct Pay”, “De Rotonde” en “[rechthebbende]”.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding uitgebracht aan [rechthebbende] op 3 mei 2017 met producties;
  • de conclusie van antwoord van [rechthebbende] met producties;
  • de rolbeslissing van 11 augustus 2017;
  • het exploot van dagvaarding uitgebracht aan De Rotonde van 23 augustus 2017 met producties;
  • de aantekeningen van het op de rolzitting van 5 september 2017 door De Rotonde gevoerde verweer;
  • de conclusie van antwoord van De Rotonde met producties;
  • de conclusie van repliek met producties, en
  • de conclusie van dupliek.
1.2
De datum voor de uitspraak van dit vonnis is nader bepaald op heden.

2.De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1
De goederen van [rechthebbende] zijn bij beschikking van 1 februari 2005 onder bewind gesteld met benoemding van De Rotonde tot zijn bewindvoerder. Het bewind loopt nog steeds.

3.De vordering

3.1
Direct Pay heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, De Rotonde te veroordelen aan haar te betalen € 897,37, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de verzuimdatum van de in de dagvaarding genoemde facturen tot de dag van algehele voldoening en € 134,61 aan buitengerechtelijke incassokosten, met veroordeling van De Rotonde in de kosten van de procedure.
3.2
Aan haar vordering legt Direct Pay - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - ten grondslag dat [rechthebbende] ondanks diverse aanmaningen in gebreke is gebleven met volledige (tijdige) voldoening van de - ingevolge door [rechthebbende] met T-Mobile op 2 augustus 2016 gesloten overeenkomsten (1 ter zake van telecommunicatiediensten en 1 ter zake van een telefoontoestel) voor de duur van 24 maanden - aan haar verschuldigde bedragen.

4.Het verweer

De Rotonde betwist de vordering. Daartoe voert zij aan dat [rechthebbende] ten tijde van het aangaan van de overeenkomst onder bewind stond. Hij is door derden aangezet om vier telefoonabonnementen af te sluiten met een ‘gratis’ toestel. De toestellen heeft [rechthebbende] direct afgegeven aan die derden. Hij heeft geen (financieel) voordeel genoten. Op 22 februari 2017 heeft [rechthebbende] aangifte gedaan van (deze) fraude. Er is nooit sprake geweest van daadwerkelijke wilsovereenstemming van [rechthebbende] bij het aangaan van de onderhavige overeenkomsten. De Rotonde doet een beroep op vernietiging / nietigheid van de overeenkomsten. Zij voert daartoe aan dat T-Mobile haar onderzoeksplicht niet is nagekomen. Als de medewerker van de telefoonwinkel even met [rechthebbende] had gepraat, dan hadden deze geweten dat [rechthebbende] verstandelijk gehandicapt is.

5.De beoordeling

5.1
De Rotonde heeft niet betwist dat [rechthebbende] de onderhavige overeenkomsten heeft gesloten en dat de vorderingen die daaruit voortvloeien door T-Mobile zijn overgedragen aan Direct Pay. Van de juistheid van die stellingen van Direct Pay wordt hierna dan ook uitgegaan.
5.2
De Rotonde doet (namens [rechthebbende]) een beroep op artikel 3:34 BW. In dat artikel is bepaald dat als iemand wiens geestvermogens blijvend of tijdelijk gestoord zijn iets verklaart, een met de verklaring overeenstemmende wil wordt geacht te ontbreken, indien de stoornis een redelijke waardering van de bij de handeling betrokken belangen belette, of indien de verklaring onder invloed van die stoornis is gedaan. Een verklaring wordt vermoed onder invloed van de stoornis te zijn gedaan, indien de rechtshandeling voor de geestelijk gestoorde nadelig was, tenzij het nadeel op het tijdstip van de rechtshandeling redelijkerwijze niet was te voorzien. Direct Pay heeft noch de gestoorde geestestoestand van [rechthebbende] noch het feit dat hij onder invloed daarvan de onderhavige overeenkomsten heeft gesloten betwist. Derhalve staat vast dat aan de zijde van [rechthebbende] een met zijn verklaring overeenstemmende wil ontbrak ten tijde van het aangaan van de onderhavige overeenkomsten. Een zodanig ontbreken van de wil maakt een rechtshandeling vernietigbaar.
5.3
Of het beroep van De Rotonde op de vernietiging van de overeenkomsten wordt gehonoreerd is afhankelijk van de beoordeling van het verweer van Direct Pay op grond van artikel 3:35 BW. Dit verweer van Direct Pay houdt zakelijk in dat de verkoopmedewerker van T-Mobile redelijkerwijs ervan heeft mogen uitgaan dat [rechthebbende] wel degelijk de betreffende overeenkomsten wilde sluiten. De stelplicht en bewijslast van dit verweer rust op Direct Pay. Alhoewel een klein jaar later redelijkerwijs aan dit verweer niet al te hoge eisen mogen worden gesteld, heeft Direct Pay, ook bij deze beperkte toets, niet voldaan aan haar stelplicht ter zake, terwijl zij evenmin bewijs heeft aangeboden. Direct Pay heeft in wezen volstaan met het wijzen op de acties die T-Mobile ter identificatie van [rechthebbende] heeft genomen, zoals het kopiëren van zijn paspoort en het laten pinnen van een bedrag van
€ 0,01. Deze acties zien echter niet op de geestestoestand van [rechthebbende] en evenmin op zijn financiële draagkracht. Het uitvoeren van slechts een identificatie onderzoek is onvoldoende in het kader van de maatschappelijke onderzoeksplicht die op T-Mobile rust, zeker gelet op het feit van algemene bekendheid dat regelmatig (jong) volwassenen onder druk worden gezet om ten behoeve van derden telefoonabonnementen aan te gaan om de in dat kader te ontvangen telefoon vervolgens direct af te moeten geven zonder zelf enig (financieel) voordeel te hebben. Ook het door T-Mobile aangevoerde feit dat [rechthebbende] in staat was om zelfstandig naar de winkel te komen is geenszins een omstandigheid die de conclusie van Direct Pay wettigt dat T-Mobile erop heeft mogen vertrouwen dat [rechthebbende] voor zichzelf een abonnement afsloot. Dit klemt in deze zaak te meer omdat T-Mobile door het raadplegen van het openbare digitale bewindsregister op rechtspraak.nl had kunnen zien dat [rechthebbende] onder bewind stond. Dat had T-Mobile er in ieder geval van moeten weerhouden om de overeenkomsten met [rechthebbende] aan te gaan. Dat T-Mobile dat register niet heeft geraadpleegd komt voor kaar rekening en risico.
5.4
De Rotonde heeft de multi- problematische geestestoestand van [rechthebbende] uitvoerig omschreven. Daar tegenover is hetgeen Direct Pay, zoals hierboven weergegeven, heeft aangevoerd te weinig om ervan uit te gaan dat de situatie van artikel 3:35 BW zich heeft voorgedaan. Hetgeen Direct Pay heeft aangevoerd is ook te weinig om haar tot bewijs toe te laten. De stelling van [rechthebbende] dat hij op dezelfde dag ook onder druk is gezet om twee overeenkomsten bij een KPN winkel te sluiten, maakt het bovendien aannemelijk dat ook het raadplegen van een overkoepelend systeem van telecommunicatieaanbieders (voor T-Mobile dan wel KNP) uitkomst had kunnen bieden, in die zin dat de winkel waar [rechthebbende] als tweede heen is gegaan dan had kunnen weten dat er iets niet klopte, omdat consumenten doorgaans niet meerdere abonnementen afsluiten op één dag. Er kan dan ook niet worden gezegd dat aan T-Mobile geen mogelijkheden ter beschikking stonden om zich te vergewissen van de aanwezigheid van de juiste wil bij [rechthebbende].
5.5
Conclusie is dat T-Mobile niet althans niet voldoende aan haar onderzoeksplicht heeft voldaan. Een en ander leidt tot het oordeel dat het verweer van Direct Pay niet slaagt.
5.6
Het door De Rotonde gedane beroep op vernietiging van de overeenkomsten wordt daarom gehonoreerd. Hiermee is de grondslag aan de vordering van Direct Pay komen te ontvallen, zodat die moet worden afgewezen.
5.7
Direct Pay wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure zoals hierna bepaald.

6.De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt Direct Pay in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van De Rotonde vastgesteld op € 300,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Langeler en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
703