ECLI:NL:RBROT:2018:11305

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 oktober 2018
Publicatiedatum
7 maart 2019
Zaaknummer
10/741440-17
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot gevangenisstraf voor overtreding tijdelijk huisverbod

Op 4 oktober 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die op 16 oktober 2017 in Schiedam in strijd met een tijdelijk huisverbod, opgelegd door de burgemeester, de woning van zijn ouders heeft betreden. De verdachte, die lijdt aan een verstandelijke beperking en psychische problemen, heeft bekend dat hij wist dat hij het huisverbod had, maar hij had verzorging en voedsel nodig. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 21 dagen, waarvan 12 voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht bij de reclassering. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 dagen, waarvan 7 voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn verstandelijke beperking en de noodzaak van begeleiding door de reclassering. De rechtbank achtte de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar en legde een voorwaardelijke straf op om hem te ondersteunen in zijn problematiek en te voorkomen dat hij opnieuw strafbare feiten pleegt.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/741440-17
Datum uitspraak: 4 oktober 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsvrouw mr. S. Splinter, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 4 oktober 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. C. de Kimpe heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 21 (eenentwintig) dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 12 (twaalf) dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 (twee) jaar en als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en het houden aan de aanwijzingen van de reclassering (ook indien dit inhoudt doorverwijzing naar een forensisch (psychiatrische) instelling voor begeleiding/behandeling bij stichting Middin of een soortgelijke instelling en meewerken aan ambulante begeleiding).

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 16 oktober 2017 te Schiedam in strijd met een aan hem op
14 oktober 2017 door de burgemeester opgelegd tijdelijk huisverbod op
grond van artikel 2 van de Wet tijdelijk huisverbod, de in dit verbod genoemde
woning, gelegen aan de [adres] te Schiedam, heeft betreden
en zich in en in de nabijheid van die woning heeft opgehouden .
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
als uithuisgeplaatste handelen in strijd met een met toepassing van artikel 2 lid 1 van de Wet tijdelijk huisverbod, gegeven huisverbod.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft op 14 oktober 2017 van de burgemeester van Schiedam voor de duur van tien dagen een huisverbod opgelegd gekregen voor het huis van zijn ouders. Op 16 oktober 2017 stond de verdachte, in strijd met dit huisverbod, toch voor de deur van zijn ouderlijk huis. Zijn ouders hebben daarop een melding bij de politie gedaan. Zij hebben verklaard dat de verdachte in het huis was en daar in zijn slaapkamer de deur van zijn kast kapot heeft gemaakt. Korte tijd later heeft de politie de verdachte in de omgeving van het huis aangetroffen en aangehouden. De verdachte heeft verklaard dat hij bij zijn ouders is geweest, dat hij wist dat hij een huisverbod had voor tien dagen, maar dat hij verzorgd moest worden en eten en drinken en schone kleding nodig had.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 19 september 2018, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een ongedateerd Voortgangsverslag in combinatie met Reclasseringsadvies over de verdachte opgemaakt. Dit rapport houdt het volgende in.
De verdachte heeft een verstandelijke beperking en een IQ van 63. Hij is sinds enkele jaren
bekend bij de GGZ met psychotische verschijnselen. Er is sprake van agressieproblematiek en verder speelt alcoholproblematiek ook een rol. De verdachte is afhankelijk van de zorg die hem aangeboden wordt door stichting Middin. Zij is de schakel tussen de verdachte en GGZ Delfland, die verantwoordelijk is voor de medicatie, namelijk het antipsychoticum (Cisodinol), in de vorm van een depot. Stichting Middin zal hem ondersteunen in de schuldenproblematiek en het verwerken van zijn administratieve handelingen.
De verdachte heeft geen dagbesteding en daardoor verveelt hij zich en als gevolg daarvan zoekt hij zijn kennissen op in de cafés en coffeeshops. De inname van alcohol en het roken van wiet is de laatste tijd toegenomen. Het laatst gemeten IQ is lager dan de vorige. Daar is geen verklaring voor, gedacht wordt aan een biologische oorzaak, maar het kan ook liggen aan de gevolgen van alcohol en middelengebruik. Het recidiverisico wordt ingeschat als hoog.
Indien de verdachte schuldig wordt bevonden aan het ten laste gelegde feit geeft de adviseur in overweging een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met als bijzondere voorwaarden:
- dat de verdachte zich moet melden bij Reclassering Nederland, en
- dat hij zich zal houden aan de aanwijzingen en/of voorschriften gegeven door of namens de reclassering, ook indien dit inhoudt doorverwijzing naar een forensisch (psychiatrische) instelling voor begeleiding/behandeling bij stichting Middin of een soortgelijke instelling en meewerken aan ambulante begeleiding.
Met betrekking tot de voortgang van het (schorsings)toezicht is in het rapport opgenomen dat de verdachte afsprakentrouw is gebleken in de afgelopen periode. Hij komt zelfstandig naar de afspraken, maar moet een uur van tevoren wel worden gebeld om hem aan zijn afspraak te herinneren.
Psycholoog R. Zwaan heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd
22 november 2017. Dit rapport houdt het volgende in.
De verdachte is een buitengewoon kwetsbare man bij wie onmiskenbaar sprake is van een in aanleg aanwezige zwakzinnigheid welke ertoe leidt dat zowel zijn cognitieve als zijn sociale vaardigheden in ernstige mate tekort schieten. De in aanleg aanwezige tekorten lijken bovendien nog te zijn versterkt, waarbij overmatig alcoholgebruik de meest waarschijnlijke oorzaak is. Doordat de verdachte als het ware lijkt te zijn blijven steken in een vroegkinderlijk stadium van persoonlijkheidsontwikkeling is daarnaast ook de ontwikkeling van de gewetenfuncties onvoldoende.
Ten tijde van het ten laste gelegde bestond de bovengenoemde gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens reeds. Gezien de mate van ernst van de stoornis en de grote impact dit heeft op alle aspecten van het gedrag van de verdachte en zijn functioneren kan worden gesteld dat hij slechts in geringe mate de implicaties van zijn gedrag bewust is. Hij beseft weliswaar taalkundig gesproken de betekenis van het woord "verbod", maar is in verstandelijk en emotioneel opzicht niet in staat aan dit taalkundig begrip de juiste gedragsmatige consequenties te verbinden. Op basis hiervan wordt in overweging gegeven om het ten laste gelegde slechts in geringe mate toe te rekenen.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Nu de conclusies van de psycholoog gedragen worden door de bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusies over en maakt die tot de hare. De verdachte wordt dus verminderd toerekeningsvatbaar geacht.
De reclassering acht begeleiding door de reclassering noodzakelijk. De rechtbank zal daarom een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden zoals die geadviseerd zijn door de reclassering en die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
De rechtbank is, met de officier van justitie, van oordeel dat de verdachte niet terug hoeft naar de gevangenis en het onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf zal de duur van het voorarrest niet overschrijden. Wel is de rechtbank van oordeel is dat de verdachte, gezien de complexiteit van zijn problematiek, baat heeft een langere proeftijd dan geëist door de officier van justitie zodat de verdachte langer begeleid en ondersteund kan worden bij zijn administratie en het vinden van dagbesteding en een passende woning in het kader van een beschermend wonen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 11 van de Wet tijdelijk huisverbod.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) dagen;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 7 (zeven) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op
3 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
stelt als algemene voorwaarden:
  • de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
  • de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
  • de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal zich gedurende de proeftijd melden bij Reclassering Nederland te Rotterdam, Marconistraat 2 te Rotterdam, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt en zal zich daarbij houden aan de aanwijzingen die de reclasseringsinstelling hem geeft;
2. de veroordeelde zal zich houden aan de aanwijzingen en/of voorschriften gegeven door of namens de reclassering; ook indien dit inhoudt doorverwijzing naar een forensisch (psychiatrische) instelling voor begeleiding/behandeling bij stichting Middin of een soortgelijke instelling en meewerken aan ambulante begeleiding
3. de veroordeelde zal meewerken aan het vinden van een dagbesteding.
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.M.H. Geerars, voorzitter,
en mrs. A.M. van der Leeden en D.Y.A. van Meersbergen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D.W.A. Sonneveld-de Raad, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omtreeks 16 oktober 2017 te Schiedam in strijd met een aan hem op
14 oktober 2017 door/namens de burgemeester opgelegd tijdelijk huisverbod op
grond van artikel 2 van de Wet tijdelijk huisverbod, de in dit verbod genoemde
woning, gelegen aan de [adres] te Schiedam, heeft betreden
en/of zich in en/of in de nabijheid van die woning heeft opgehouden en/of
contact heeft opgenomen met (één of meer van) de in dat huisverbod genoemde,
perso(o)n(en).