ECLI:NL:RBROT:2018:11293

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 december 2018
Publicatiedatum
26 februari 2019
Zaaknummer
10/996634-16
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Fraude en witwassen binnen de uitzendbranche met valse facturen

In de strafzaak mega Kalifornsky stonden 24 verdachten terecht, waarbij de kern van de zaak draait om (faillissements- en belasting)fraude binnen verschillende bedrijven in de uitzendbranche. De hoofdverdachten, waaronder een verdachte die valse facturen heeft verzonden, kregen uiteenlopende straffen, variërend van taakstraffen tot gevangenisstraffen. De politierechter heeft in deze zaak de verdachte veroordeeld voor het opmaken van valse facturen en het witwassen van de ontvangen bedragen. De verdachte had eerder bij de FIOD verklaard dat de facturen vals waren, maar op de zitting ontkende hij dit. De politierechter hechtte meer waarde aan de eerdere verklaring en concludeerde dat de facturen vals waren. De verdachte heeft de facturen op naam van twee vennootschappen opgesteld en de bedragen contant gemaakt. De rechter oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan valsheid in geschrifte en gewoontewitwassen, en legde een taakstraf van 150 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden op, met een proeftijd van 2 jaar. De uitspraak is gedaan op 20 december 2018 door de politierechter in de rechtbank Rotterdam.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/996634-16
Datum uitspraak: 20 december 2018
Tegenspraak
Vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] (Turkije) op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] .

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 07 november en 20 december 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. mr. M. van der Zwan heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van feit 1 primair en 2 primair;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 150 uur, alsmede een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, met een proeftijd van
4.
Waardering van het bewijs [1]
4.1.
Feit 1 (valse facturen)
De politierechter overweegt over het bewijs het volgende.
Vaststaat dat de verdachte de facturen, genoemd in de tenlastelegging [2] , op naam van [naam bedrijf 1] en [naam bedrijf 2] , heeft opgesteld. Ook staat vast dat deze vennootschappen de factuurbedragen hebben ontvangen en dat de verdachte, na ontvangst, deze bedragen heeft opgenomen en zo contant heeft gemaakt. De verdachte erkent dit ook. [3]
De centrale vraag in deze strafzaak is of genoemde facturen vals zijn doordat de daarop vermelde werkzaamheden niet zijn uitgevoerd. Bij de FIOD heeft de verdachte verklaard dat de facturen inderdaad vals zijn, [4] op zitting is de verdachte daarop teruggekomen. Hij heeft toen verklaard dat hij bang was voor een fiscale claim en daarom een ander – [naam] – de schuld heeft willen geven.
De politierechter houdt de verdachte aan zijn verklaring bij de FIOD en concludeert dat de facturen vals zijn. Daarbij is met name van belang dat in de administratie van [naam bedrijf 1] inkoopfacturen zijn gevonden van een bedrijf [naam bedrijf 3] . De verdachte heeft bij de FIOD hierover gezegd dat dit valse inkoopfacturen zijn, bedoeld om zijn administratie kloppend te krijgen. Dat de inkoopfacturen vals zijn, wordt bevestigd door [naam bedrijf 3] . Dit bedrijf heeft tegenover de belastingdienst verklaard genoemde inkoopfacturen niet te hebben verzonden. [5] Kortom: de valsheid van de facturen DOC-013 t/m 015 en DOC-030 en 031 blijkt niet alleen uit de FIOD verklaring van de verdachte maar kan ook afgeleid worden uit de verklaring van [naam bedrijf 3] .
Bij de beoordeling van de facturen DOC-013 t/m 015 en DOC-030 en 031 is ook het volgende meegewogen.
1)
De verdachte heeft op 22 februari 2013 [naam bedrijf 2] opgericht [6] en heeft in de maanden maart en juni 2013 facturen op naam van deze vennootschap aan [naam bedrijf 4] opgesteld. In totaal ging dat om € 62.400,00 (excl. BTW). [7] Daarna heeft de verdachte op 25 september 2013 [naam bedrijf 1] opgericht, [8] om in de maanden oktober tot en met december 2013 voor € 36.000,00 (excl. BTW) aan facturen aan [naam bedrijf 4] te verzenden. [9] De verdachte heeft niet kunnen uitleggen waarom hij er voor gekozen heeft na korte tijd een nieuwe vennootschap te gaan gebruiken, ondanks de kosten die daaraan verbonden zijn. Een economische logica hiervoor ontbreekt.
2)
De facturen zien volgens de omschrijving op ‘advies en begeleiding vinden van nieuwe klanten’ (DOC-013), ‘marketing Advies 2014’ (DOC-014 en DOC-015) en ‘radiospots en diverse banners’ (DOC-030 en DOC-031). [10] Op zitting is door de verdachte verklaard dat het werk bestond uit het opstellen van banners en het geven van juridisch advies, meer concreet advies over veiligheidsvoorschriften bij de stijgerbouw. De verdachte zegt verder over zichzelf dat hij werkzaam is als procesoperator in de chemische industrie. Het zijn van procesoperator staat op zich het geven van veiligheidsadviezen aangaande de stijgerbouw en het bedenken van banners en commercials niet in de weg, maar het bevreemdt wel dat [naam bedrijf 4] iemand met die achtergrond in korte tijd voor bijna een ton aan reclame- en adviesopdrachten zou geven. De verdachte heeft hier geen bevredigende uitleg voor gegeven.
3)
De belastingdienst heeft gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van [naam bedrijf 4] over onder meer de onderhavige facturen. Daaruit is gebleken dat er behoudens algemene overeenkomsten en facturen, op geen enkele andere wijze verslaglegging is gedaan c.q. verantwoording is afgelegd. [11] Ook de verdachte heeft geen stukken overgelegd waaruit gegeven adviezen of gemaakte commercials / banners blijken.
Dit alles maakt dat de politierechter geen geloof hecht aan de verklaring van de verdachte op zitting en wel aan zijn verklaring bij de FIOD. Daarmee staat vast dat hij de facturen vals heeft opgemaakt.
4.2.
Feit 2 (witwassen)
Nu de facturen DOC-013 t/m 015 en 030 en 031 vals zijn (en een andere grondslag voor de betalingen niet is gesteld of gebleken), zijn de factuurbedragen aan [naam bedrijf 4] onttrokken zonder geldige titel. Er is dus sprake van verduistering danwel diefstal. De verdachte heeft deze bedragen voorhanden gehad, contant gemaakt en teruggegeven aan [naam bedrijf 4] . [12] Met de valse facturen en het contant maken en teruggeven van het geld is de criminele herkomst van het geld verhuld. Ook feit 2 is daarom wettig en overtuigend bewezen.
4.3.
Bewezenverklaring
Op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte feit 1 primair en 2 primair heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij in de periode van 15 maart 2013 tot en met 14 december 2013 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, meermalen, (telkens) een of
meerdere factu(u)ren (telkens) op naam van [naam bedrijf 1]
aan [naam bedrijf 4] , te weten:
- een factuur voorzien van nummer 131001, gedateerd 14-10-2013 (DOC-013); en
- een factuur voorzien van nummer 131002, gedateerd 04-11-2013 (DOC-014); en
- een factuur voorzien van nummer 131003, gedateerd 04-12-2013 (DOC-015);
(telkens) en een of meerdere factu(u)r(en) (telkens) op naam van [naam bedrijf 2]
aan [naam bedrijf 4] , te weten:
- een factuur voorzien van nummer 2013-01, gedateerd 15-03-2013 (DOC-030); en
- een factuur voorzien van nummer 2013-05, gedateerd 01-06-2013 (DOC-031)
(telkens) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd is/zijn om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst ,
immers /hebben hij, verdachte, en zijn mededader(s) (telkens) opzettelijk in strijd met de waarheid op bovengenoemde facturen vermeld en doen voorkomen dat [naam bedrijf 1] en [naam bedrijf 2] werkzaamheden en diensten hebben verricht voor [naam bedrijf 4] , terwijl in werkelijkheid de in de bovengenoemde factuuren genoemde werkzaamheden en diensten niet zijn verricht,
zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken;
2.
hij in de periode van 15 maart 2013 tot en met 31 januari 2017 in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), meermalen,
a. a) (telkens) van één of meerdere geldbedrag(en) van in totaal 119.064,00 euro, te weten:
- een geldbedrag van (in totaal) 43.560,00 euro, (van [naam bedrijf 1] ) en
- een geldbedrag van (in totaal) 75.504,00 euro (van [naam bedrijf 2] ),
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding, de verplaatsing
heeft verborgen en verhuld, en heeft verborgen en verhuld wie de
rechthebbende(n) op genoemde voorwerpen was/waren, en heeft verborgen en
verhuld wie genoemde voorwerpen voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl hij,
verdachte, en zijn mededader(s) wisten dat bovenomschreven voorwerpen - onmiddellijk of middellijk
- afkomstig waren uit enig(e) misdrijf/misdrijven,
terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s) van het plegen van dat feit een gewoonte hebben gemaakt;
en
b) (telkens) één of meerdere geldbedrag(en) van in totaal 119.064,00 euro, te weten:
- een geldbedrag van (in totaal) 43.560,00 euro (van [naam bedrijf 1] ) en
- een geldbedrag van (in totaal) 75.504,00 euro van [naam bedrijf 2] ),
heeft verworven en voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen en heeft omgezet, terwijl hij en zijn mededader(s) wisten, dat bovenomschreven geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig(e) misdrijf/misdrijven, terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s) van het plegen van dat feit een gewoonte hebben gemaakt.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1. primair

Medeplegen van valsheid in geschrifte, meermalen gepleegd.

2. primair

Medeplegen van gewoontewitwassen.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft valse facturen opgesteld en meegewerkt aan het witwassen van de factuurbedragen. Daarmee heeft hij bijgedragen aan fraude op substantiële schaal door [naam bedrijf 4] en verschillende van haar medewerkers. Hierdoor zijn gelden aan [naam bedrijf 4] onttrokken, uiteindelijk ten nadele van onbetaald gebleven schuldeisers van die vennootschap.
Bij het bepalen van de duur van de op te leggen straf is in aanmerking genomen dat de verdachte blijkens het op zijn naam gestelde uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 23 juli 2018 niet eerder is veroordeeld.
Voort is rekening houden met de LOVS oriëntatiepunten voor fraudezaken.
Gelet op de omvang van de factuurbedragen, de relatief ondergeschikte rol van de verdachte binnen de fraude en het blanco strafblad, is de politierechter van oordeel dat een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf, zoals hierna vermeld, passend en geboden is.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 47, 225, 420bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De politierechter:
verklaart bewezen, dat de verdachte de feiten 1 primair en 2 primair, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden;
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de politierechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op
2 jaar, aan een strafbaar feit schuldig maakt;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf voor de duur van 150 uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
75 dagen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. N. Doorduijn, politierechter,
in tegenwoordigheid van mr. C.Y. de Lange, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van de politierechter in deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
primair
hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van
15 maart 2013 tot en met 14 december 2013 te Rotterdam en/of Dordrecht en/of
Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een of
meerdere factu(u)ren (telkens) op naam van [naam bedrijf 1]
aan [naam bedrijf 4] , te weten:
- een factuur voorzien van nummer 131001, gedateerd 14-10-2013 (DOC-013); en/of
- een factuur voorzien van nummer 131002, gedateerd 04-11-2013 (DOC-014); en/of
- een factuur voorzien van nummer 131003, gedateerd 04-12-2013 (DOC-015);
(telkens) en/of een of meerdere factu(u)r(en) (telkens) op naam van [naam bedrijf 2]
aan [naam bedrijf 4] , te weten:
- een factuur voorzien van nummer 2013-01, gedateerd 15-03-2013 (DOC-030);
en/of
- een factuur voorzien van nummer 2013-05, gedateerd 01-06-2013 (DOC-031)
(telkens) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd is/zijn om tot bewijs van
enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst en/althans
valselijk heeft doen en/of laten opmaken en/of doen vervalsen door (een)
ander(en),
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens)
opzettelijk in strijd met de waarheid op bovengenoemde factu(u)r(en) vermeld
en/of doen vermelden en/of laten vermelden en/of doen voorkomen dat [naam bedrijf 1]
en/of [naam bedrijf 2] werkzaamheden en/of
diensten heeft/hebben verricht voor [naam bedrijf 4] , terwijl in
werkelijkheid de in de bovengenoemde factu(u)r(en) genoemde werkzaamheden
en/of diensten niet zijn verricht, althans niet de werkzaamheden en/of
diensten zijn verricht zoals beschreven op deze factu(u)r(en),
zulks met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te
gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken.
subsidiair
[naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 2] op een of
meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 15 maart 2013
tot en met 14 december 2013 Rotterdam en/of Dordrecht en/of Amsterdam,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een of meerdere
factu(u)ren (telkens) op naam van [naam bedrijf 1] aan [naam bedrijf 4]
, te weten:
- een factuur voorzien van nummer 131001, gedateerd 14-10-2013 (DOC-013); en/of
- een factuur voorzien van nummer 131002, gedateerd 04-11-2013 (DOC-014); en/of
- een factuur voorzien van nummer 131003, gedateerd 04-12-2013 (DOC-015);
en/of
een of meerdere factu(u)r(en) (telkens) op naam van [naam bedrijf 2] aan [naam bedrijf 4]
, te weten:
- een factuur voorzien van nummer 2013-01, gedateerd 15-03-2013 (DOC-030);
en/of
- een factuur voorzien van nummer 2013-05, gedateerd 01-06-2013 (DOC-031)
(telkens) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd is/zijn om tot bewijs
van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst en/althans
valselijk heeft doen en/of laten opmaken en/of doen vervalsen door (een)
ander(en),
immers heeft/hebben [naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 2]
en/of haar mededader(s) (telkens) opzettelijk in strijd met de waarheid
op bovengenoemde factu(u)r(en) vermeld en/of doen vermelden en/of laten
vermelden en/of doen voorkomen dat [naam bedrijf 1] en/of
[naam bedrijf 2] werkzaamheden en/of diensten heeft/hebben verricht voor [naam bedrijf 4]
, terwijl in werkelijkheid de in de bovengenoemde
factu(u)r(en) genoemde werkzaamheden en/of diensten niet zijn verricht,
althans niet de werkzaamheden en/of diensten zijn verricht zoals beschreven op
deze factu(u)r(en),
zulks met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te
gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken,
tot het plegen van welk bovenomschreven strafbare feit verdachte opdracht
heeft gegeven, dan wel aan welk bovenomschreven gedraging verdachte feitelijke
leiding heeft gegeven.
2.
primair
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van
15 maart 2013tot en met 31 januari 2017 te Rotterdam en/of Dordrecht en/of
Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en),
althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
a. a) (telkens) van één of meerdere geldbedrag(en) van in totaal 119.064,00 euro,
te weten:
- een geldbedrag van (in totaal) 43.560,00 euro, althans een of meer
geldbedrag(en) (van [naam bedrijf 1] ) en/of
- een geldbedrag van (in totaal) 75.504,00 euro, althans een of meer
geldbedrag(en) (van [naam bedrijf 2] ),
in elk geval een (grote) hoeveelheid charta(a)l(e) en/of gira(a)l(e) en/of
contant(e) (grote) geldbedrag(en), althans een of meer voorwerpen, de
werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding, de verplaatsing
heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de
rechthebbende(n) op genoemde voorwerpen was/waren, en/of heeft verborgen en/of
verhuld wie genoemde voorwerpen voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s) wist (en), althans redelijkerwijs moest
(en) vermoeden dat bovenomschreven voorwerp (en) - onmiddellijk of middellijk
- afkomstig was/waren uit enig(e) misdrijf/misdrijven,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) van het plegen van dat feit
een gewoonte heeft/hebben gemaakt;
en/of
b) (telkens) één of meerdere geldbedrag(en) van in totaal 119.064,00 euro, te
weten:
- een geldbedrag van (in totaal) 43.560,00 euro, althans een of meer
geldbedrag(en) (van [naam bedrijf 1] ) en/of
- een geldbedrag van (in totaal) 75.504,00 euro, althans een of meer
geldbedrag(en) (van [naam bedrijf 2] ),
in elk geval een (grote) hoeveelheid charta(a)l(e) en/of gira(a)l(e) en/of
contant(e) (grote) geldbedrag(en), althans een of meer voorwerpen, heeft
verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft
omgezet, althans van een of meerdere voorwerp(en), te weten vorengenoemd(e)
goed(eren) en/of
geldbedrag(en) gebruik heeft gemaakt, terwijl hij en/of zijn mededader(s)
wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat bovenomschreven
goed(eren) en/of geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig(e) misdrijf/misdrijven, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) van het plegen van dat feit een gewoonte heeft/hebben gemaakt.
subsidiair
[naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 2] op één of
meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 15 maart 2013
tot en met 31 januari 2017 te Rotterdam en/of Dordrecht en/of Amsterdam,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans
alleen, meermalen, althans eenmaal,
a. a) (telkens) van één of meerdere geldbedrag(en) van in totaal 119.064,00 euro,
te weten:
- een geldbedrag van (in totaal) 43.560,00 euro, althans een of meer
geldbedrag(en) (van [naam bedrijf 1] ) en/of
- een geldbedrag van (in totaal) 75.504,00 euro, althans een of meer
geldbedrag(en) (van [naam bedrijf 2] ),
in elk geval een (grote) hoeveelheid charta(a)l(e) en/of gira(a)l(e) en/of
contant(e) (grote) geldbedrag(en), althans een of meer voorwerpen, de
werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding, de verplaatsing
heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de
rechthebbende(n) op genoemde voorwerpen was/waren, en/of heeft verborgen en/of
verhuld wie genoemde voorwerpen voorhanden heeft/hebben gehad,
terwijl [naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 2] en/of haar
mededader(s) wist (en), althans redelijkerwijs moest (en) vermoeden dat
bovenomschreven voorwerp (en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig(e) misdrijf/misdrijven,
terwijl [naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 2] en/of
haar mededader(s) van het plegen van dat feit een gewoonte heeft/hebben
gemaakt;
en/of
b) (telkens) één of meerdere geldbedrag(en) van in totaal 119.064,00 euro, te
weten:
- een geldbedrag van (in totaal) 43.560,00 euro, althans een of meer
geldbedrag(en) (van [naam bedrijf 1] ) en/of
- een geldbedrag van (in totaal) 75.504,00 euro, althans een of meer
geldbedrag(en) (van [naam bedrijf 2] ),
in elk geval een (grote) hoeveelheid charta(a)l(e) en/of gira(a)l(e) en/of
contant(e) (grote) geldbedrag(en), althans een of meer voorwerpen, heeft
verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft
omgezet, althans van een of meerdere voorwerp(en), te weten vorengenoemd(e)
goed(eren) en/of geldbedrag(en) gebruik heeft gemaakt, terwijl [naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 2] en/of haar mededader(s) wist(en), althans
redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat bovenomschreven goed(eren) en/of
geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig(e)
misdrijf/misdrijven,
terwijl [naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 2] en/of
haar mededader(s) van het plegen van dat feit een gewoonte heeft/hebben
gemaakt,
tot het plegen van welk bovenomschreven strafbare feit verdachte opdracht
heeft gegeven, dan wel aan welk bovenomschreven gedraging verdachte feitelijke
leiding heeft gegeven.

Voetnoten

1.Voor de leesbaarheid van dit vonnis zal de politierechter bij verwijzingen naar stukken uit het dossier zoveel mogelijk de door de FIOD gehanteerde indeling en nummering (AMB-001, DOC-001 etc.) hanteren. Waar in dit vonnis wordt verwezen naar ambtshandelingen (AMB), verhoren van verdachten (V) en verhoren van getuigen (G), betreft het steeds processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde medewerkers van de FIOD en voldoen deze ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen. Waar wordt verwezen naar documenten, zijnde mails, overzichten, overeenkomsten, kamer van koophandel uittreksels e.d., wordt steeds bedoeld te verwijzen naar een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 lid 1 onder 5 Sv. Voor de volledige namen van de verdachten van de medeverdachten wordt verwezen naar de overzichtsprocessen-verbaal uit het dossier. Tenzij anders aangegeven, zijn verwijzingen naar paginanummers verwijzingen naar de nummers van het procesdossier.
2.DOC-013 t/m 015, 030 en 031, p. 2935 e.v..
3.Zie de verklaring van de verdachte, V008-01, p. 2319 e.v.
4.Zie de vorige voetnoot.
5.Zie de verklaring van getuige [naam getuige] , G001-01, p. 2549 e.v..
6.Zie het kamer van koophandel uittreksel, DOC-167, p. 3332 e.v..
7.Zie de facturen DOC-013 t/m 015, genoemd in voetnoot 2.
8.Zie het kamer van koophandel uittreksel, DOC-164, p. 3323 e.v..
9.Zie de facturen DOC-030 en 031, genoemd in voetnoot 2.
10.Zie de betreffende facturen, genoemd in voetnoot 2.
11.Zie het (concept) rapport inzake een ingesteld boekenonderzoek bij [naam bedrijf 4] d.d. 22 mei 2005, DOC-050, p. 3002.
12.Zie de verklaring van de verdachte, V008-01, p. 2319 e.v.