ECLI:NL:RBROT:2018:11287

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 oktober 2018
Publicatiedatum
21 februari 2019
Zaaknummer
10/960104-18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het bezit en de invoer van vuurwapens en munitie

Op 18 oktober 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het bezit van vuurwapens en munitie, alsook van het medeplegen van de invoer van vuurwapens en munitie in Nederland. De verdachte was op het moment van de zitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van drie jaar, wat de rechtbank uiteindelijk ook oplegde. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 17 april 2018 in Voorschoten meerdere vuurwapens en munitie voorhanden had, en dat hij in de periode van 18 april 2015 tot en met 16 april 2018 tezamen met een ander zonder toestemming 30 vuurwapens uit Slowakije naar Nederland had ingevoerd. De rechtbank vond voldoende bewijs voor de betrokkenheid van de verdachte bij de internationale wapenhandel, wat maatschappelijk onaanvaardbaar is. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan ernstige feiten die een grote dreiging voor de samenleving met zich meebrachten. De rechtbank nam in haar overwegingen ook mee dat de verdachte niet eerder was veroordeeld voor soortgelijke feiten. De opgelegde straf van drie jaar gevangenisstraf werd gemotiveerd door de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/960104-18
Datum uitspraak: 18 oktober 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie Hoogvliet,
raadsman mr. R.D.A. van Boom, advocaat te Utrecht.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 4 oktober 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. H.J.J. Talsma heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaar met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Bewijswaardering
4.1.1.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd ten aanzien van het onder feit 1 ten laste gelegde voorhanden hebben van wapens en munitie, met uitzondering van het bestanddeel ‘medeplegen’. Ten aanzien van de feiten 2 en 3 heeft de raadsman aangevoerd dat het dossier geen bewijs bevat dat de in de tenlasteleggingen genoemde vuurwapens vanuit Slowakije Nederland zijn binnen gebracht. Tevens biedt het dossier geen bewijs dat de verdachte de genoemde vuurwapens, met uitzondering van de vier onder feit 1 tenlastegelegde vuurwapens, buiten Slowakije voorhanden heeft gehad. De verdachte dient daarom te worden vrijgesproken van de feiten 2 en 3.
4.1.2.
Beoordeling
Ten aanzien van feit 1
Gelet op de bekennende verklaring van de verdachte alsmede het aantreffen van de vier vuurwapens met bijbehorende munitie in zijn woning zal dit feit zonder nadere motivering bewezen worden verklaard. Uit het dossier is niet gebleken dat de verdachte op 17 april 2018 samen met een ander de wapens en munitie voorhanden heeft gehad. Er is daarom naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van medeplegen, zodat de verdachte van dat deel van het tenlastegelegde zal worden vrijgesproken.
Ten aanzien van de feiten 2 en 3
Vast staat dat de verdachte op 18 april 2015 en 29 juni 2015 in totaal dertig vuurwapens in Slowakije heeft aangekocht bij de wapenwinkels AFG en Hilzna. Ook staat vast dat één van deze wapens op 25 juli 2017 is aangetroffen bij een doorzoeking van een woning in Vinkeveen. Evenmin heeft op de zitting ter discussie gestaan dat medeverdachte [naam medeverdachte] op 10 januari 2015 in Slowakije dertien wapens heeft aangekocht en dat vier van die wapens op 17 april 2018 in de woning van de verdachte zijn aangetroffen.
De raadsman heeft betoogd dat het dossier geen bewijs bevat dat de verdachte deze wapens ook Nederland heeft “doen binnenkomen” en dat de verdachte aldus moet worden vrijgesproken van de onder 2 en 3 tenlastegelegde feiten.
De vraag die moet worden beantwoord is of de verdachte de in Slowakije gekochte wapens en munitie (door de verdachte) in Nederland heeft ingevoerd. Hiervoor is het volgende van belang. Uit de administratie van de in Slowakije gevestigde wapenhandelaren AFG en Hilzna blijkt dat op 18 april 2015 en 29 juni 2015 op naam van de verdachte in totaal dertig wapens zijn aangeschaft. Eén van deze wapens is op 25 juli 2017 aangetroffen bij een doorzoeking van een woning in Vinkeveen. Voorts blijkt uit de administratie dat op naam van de medeverdachte [naam medeverdachte] (hierna: [naam medeverdachte] ) daar op 10 januari 2015 dertien wapens zijn gekocht. Vier van deze wapens zijn vervolgens op 17 april 2018 in de woning van de verdachte aangetroffen. Dat de wapens niet slechts op naam van de verdachten zijn gekocht, maar ook daadwerkelijk door hen zelf, kan volgen uit de foto’s en gegevens van de telefoon van [naam medeverdachte] ; op en rond de aankoopdata 10 januari 2015, 18 april 2015 en 29 juni 2015 is de verdachte te zien op meerdere foto’s. Tevens blijkt uit de telefoongegevens en bankgegevens van de verdachte dat hij vanuit Slowakije rechtstreeks naar Nederland is gereden. Tot slot blijkt via het e-mailadres
[e-mailadres 1]dat kort voor de wapenaankoop op 18 april 2015 aan wapenhandelaar AFG is gevraagd of het mogelijk is wapens naar Nederland te laten versturen. Eenzelfde verzoek is gedaan via het e-mailadres [e-mailadres 2] aan wapenhandelaar Hilzna een week na de tweede aankoop op 29 juni 2015. Beide e-mailadressen werden gebruikt vanaf de telefoon van [naam medeverdachte] . Uit de e-mailcorrespondentie blijkt dat de verzending niet mogelijk was, maar hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank wel dat het de bedoeling was van de verdachte (en [naam medeverdachte] ) om de wapens naar Nederland te krijgen.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat is komen vast te staan dat de verdachte (samen met [naam medeverdachte] ) in totaal 43 wapens in Slowakije heeft aangekocht maar ook in Nederland heeft ingevoerd. Dit geldt temeer nu een aantal van die wapens ook daadwerkelijk in Nederland is aangetroffen en voorts op geen enkele wijze is gebleken dan wel aannemelijk is gemaakt dat de wapens in Slowakije zijn achtergelaten dan wel naar een ander land zijn gebracht. Dit betekent dat de rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder 2 en 3 tenlastegelegde.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 1 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1.
hij op 17 april 2018 te Voorschoten, meerdere vuurwapens als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 in de zin van artikel 1 onder 3 van de Wet wapens en munitie, te weten:
- een (gas)pistool van het merk Walther P99;
- een (gas)pistool van het merk Walther P22;
- een (gas)pistool van het merk Zoraki;
- een (gas)pistool van het merk Ekol Lady
en
(bijbehorende) munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 categorie III in de zin van artikel 1 onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten een hoeveelheid (van in totaal 20) kogelpatronen voorhanden heeft gehad.
2.
hij in de periode van 18 april 2015 tot en met 16 april 2018, in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander,
zonder consent 30 vuurwapens als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 in de zin van artikel 1 onder 3 van de Wet wapens en munitie (aangekocht bij de firma('s) AFG Security Corporation, S.R.O. te Slowakije en Hilzna S.R.O. te Slowakije), heeft doen binnenkomen.
3.
hij in de periode van 10 januari 2015 tot en met 16 april 2018, in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander
zonder consent 13 vuurwapens als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 in de zin van artikel 1 onder 3 van de Wet wapens en munitie (aangekocht bij de Army Shop Lilly S.R.O. te Slowakije), heeft doen binnenkomen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Ten aanzien van feit 1:
(vuurwapen)
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd
en
(munitie)
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 2:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 14, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, strafbaar gesteld bij artikel 55, eerste lid, sub a van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 3:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 14, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, strafbaar gesteld bij artikel 55, eerste lid, sub a van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van invoer van een groot aantal wapens vanuit Slowakije binnen Nederlands grondgebied. De verdachte heeft hierdoor deelgenomen aan de internationale wapenhandel. Het invoeren van wapens is maatschappelijk onaanvaardbaar vanwege de grote dreiging die daarvan uitgaat voor anderen. Dergelijke illegale wapens en munitie verdwijnen in het zwarte circuit, waardoor controle van overheidswege volstrekt onmogelijk wordt. De aangekochte wapens waren conform Slowaakse regelgeving onklaar gemaakt. Deze wapens zijn echter zeer gemakkelijk schietklaar te maken en kunnen worden gebruikt voor allerlei criminele activiteiten. Het aangetroffen vuurwapen in de woning in Vinkeveen is hier een voorbeeld van. De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij puur uit eigen gewin deze wapens heeft ingevoerd en de mogelijk ernstige gevolgen van zijn handelen hierbij terzijde heeft geschoven.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 28 juni 2018, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een langdurige gevangenisstraf. Voor een onvoorwaardelijk strafdeel gelijk aan het voorarrest, zoals door de raadsman verzocht, is dan ook geen plaats. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen voorwerpen te onttrekken aan het verkeer.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft teruggave van de mobiele telefoon (Iphone) bepleit. De inhoud van de telefoon van de verdachte bevat geen bewijs en de gegevens uit de telefoon kunnen worden gekopieerd en gewist.
8.3.
Beoordeling
De in beslag genomen voorwerpen, onder andere de vuurwapens, munitie en de taser zullen worden onttrokken aan het verkeer. Het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met de wet. Ten aanzien van de mobiele telefoon is door de officier van justitie naar voren gebracht dat de gegevens, ook bij het terugzetten van het toestel in de fabrieksinstelling, niet volledig gewist kunnen worden. De rechtbank is van oordeel dat gelet op voorgaande ook de mobiele telefoon onttrokken moet worden aan het verkeer.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36b, 36c, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 14, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaren;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart onttrokken aan het verkeer:
Nr. IBN-code Voorwerpnummer Omschrijving
1. WIEL07.04.03.001 LERAD18004_454552 3 patroonhouders
2. WIEL07.02.01.001 LERAD18004_454550 Zaklamp Taser
3. WIEL07.04.05.001 LERAD18004_454555 Doos 10 patronen Magtech
4. WIEL07.04.04.001 LERAD18004_454553 Wapendoos zoraki leeg
5. WIEL07.04.06.001 LERAD18004_454556 Wapendoos Walther P22
6. WIEL07.04.04.002 LERAD18004_454554 Wapendoos Walther P99
7. WIEL07.04.08.001 LERAD18004_454558 Vuurwapendoos Zoraki
8. WIEL07.04.07.001 LERAD18004_454557 Zilveren cylinder
9. WIEL07.06.01.001 LERAD18004_454560 7 patronen
10. WIEL07.04.08.002 LERAD18004_454559 Vuurwapendoos Ekol
11. WIEL07.04.01.001 LERAD18004_454551 Zakje wit poeder
12. RF868.02.002 LERAD18004_454547 Twee roze pillen
13. TEU84.01.001 LERAD18004_454548 Apple Iphone
14. RF868.01.002 LERAD18004_454545 Testosteron flesje in doos
15. RF868.02.003 LERAD18004_455139 Zakje bruine korrels
16. RF868.02.004 LERAD18004_455142 Zakje wit poeder
17. RF868.02.005 LERAD18004_455146 Injectiespuit met kleine
hoeveelheid vloeistof
18. RF868.02.006 LERAD18004_455194 Strip met witte pillen
19. RF868.02.007 LERAD18004_455196 Strip met 2 roze pillen
20. RF868.02.008 LERAD18004_455198 Wit doosje
met 2 strips met pillen erin
21. WIEL07.04.04.002.002 LERAD18004_458890 Walther P99 uit
WIEL07.04.04.002
22. WIEL07.04.06.001.001 LERAD18004_458911 Walther P22 uit
WIEL07.04.06.001.001
23. WIEL07.04.08.001.002 LERAD18004_458916 Pistool Zoraki magazijn
WIEL07.04.08.001
24. WIEL07.04.08.002.001 LERAD18004_458920 Ekol Lady uit
WIEL07.04.08.002
25. WIEL07.04.04.002.001 LERAD18004_454708 Aankoopbewijs uit
wapendoos Walther P99
26. WIEL07.04.08.001.001 LERAD18004_454705 Aankoopbewijs uit
vuurwapendoos Zoraki
27. WIEL07.01.01.001 LERAD18004_454561 Flesje met opschrift FIST
28. WIEL07.04.08.002.001.001 LERAD18004_459889 3 CBC kogelpatronen
komende uit Ekol Lady
Dit vonnis is gewezen door:
mr. V.M. de Winkel, voorzitter,
en mrs. S. Jordaan en W.M. Stolk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. I.V. Wagener, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 17 april 2018 te Voorschoten, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
een of meerdere vuurwapen(s) als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III
onder 1 in de zin van artikel 1 onder 3 van de Wet wapens en munitie, te weten:
- een (gas)pistool van het merk Walther P99;
- een (gas)pistool van het merk Walther P22;
- een (gas)pistool van het merk Zoraki;
- een (gas)pistool van het merk Ekol Lady
en/of
(bijbehorende) munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 categorie III in de zin
van artikel 1 onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten een hoeveelheid
(van in totaal 20) kogelpatronen
voorhanden heeft gehad.
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor
zover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in
dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
(Art. 26 lid 1 jo 55 lid 3 sub a WWM)
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie
2.
hij op een of meerdere tijdstippen in de periode van 18 april 2015 tot en met
16 april 2018, in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
zonder consent 30 vuurwapens, althans een groot aantal vuurwapens, als
bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 in de zin van artikel 1
onder 3 van de Wet wapens en munitie (aangekocht bij de firma('s) AFG
Security Corporation, S.R.O. te Slowakije en/of Hilzna S.R.O. te Slowakije),
heeft doen binnenkomen,
althans die vuurwapens voorhanden heeft gehad.
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor
zover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in
dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
(Art. 14 lid 1 jo 55 lid 3 sub a WWM)
(Art. 26 lid 1 jo 55 lid 3 sub a WWM)
art 14 lid 1 Wet wapens en munitie
3.
hij op een of meerdere tijdstippen in de periode van 10 januari 2015 tot en
met 16 april 2018, in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
zonder consent 13 vuurwapens, althans een groot aantal vuurwapens, als
bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 in de zin van artikel 1
onder 3 van de Wet wapens en munitie (aangekocht bij de Army Shop Lilly
S.R.O. te Slowakije), heeft doen binnenkomen,
althans die vuurwapens voorhanden heeft gehad.
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor
zover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in
dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
(Art. 14 lid 1 jo 55 lid 3 sub a WWM)
(Art. 26 lid 1 jo 55 lid 3 sub a WWM)
art 14 lid 1 Wet wapens en munitie