Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure in de zaak C/10/533869 / HA ZA 17-833
- de dagvaarding van Waterland van 17 augustus 2017;
- de akte overlegging producties van Waterland;
- de conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijke eis in reconventie, alsmede incidentele conclusie tot voeging van FUMV, met producties;
- de akte tot referte in het incident tot voeging van Waterland;
- het vonnis in incident van 13 december 2017 waarbij de vordering tot voeging met de zaak onder zaak-/rolnummer C/10/534467 / HA ZA 17-861 bij gebrek aan belang is afgewezen en de zaak is gevoegd met de zaak onder zaak-/rolnummer C/10/538630 / HA ZA 17-1059;
- de akte wijziging van voorwaardelijke eis in reconventie van FUMV;
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte overlegging producties in conventie en reconventie van Waterland.
2.De procedure in de zaak C/10/534467 / HA ZA 17-861
- de dagvaarding van FUMV van 28 augustus 2017, met producties;
- de incidentele vordering tot voeging van zaken wegens verknochtheid (ex art. 222 Rv) van Inashco, met producties;
- de conclusie van antwoord in de incidentele vordering tot voeging van FUMV;
- het vonnis in incident van 15 november 2017 waarbij de zaak is gevoegd met de zaak onder zaak-/rolnummer 533869 / HA ZA 17-833;
- de conclusie van antwoord van Inashco, met producties.
3.De procedure in de zaak C/10/538630 / HA ZA 17-1059
- de dagvaarding van FUMV c.s. van 31 oktober 2017;
- de akte overlegging producties van FUMV c.s.;
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie van Inashco c.s., met producties;
- de akte houdende wijziging van eis ex art. 130 Rv en overlegging producties van Inashco c.s.;
- de aanvullende producties van Inashco c.s.;
- de akte verzet instellen eis in reconventie van FUMV c.s.;
- de aanvullende producties van Inashco c.s.;
- de bij brief van 20 maart 2018 toegezonden producties van FUMV c.s..
4.De verdere procedure in alle zaken
- het vonnis (in de vorm van een brief) van 14 februari 2018 waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de brief van de rechtbank van 16 maart 2018 met een zittingsagenda voor de comparitie;
- het proces-verbaal van comparitie van 21 maart 2018 en de spreekaantekeningen van Waterland en Inashco c.s., alsmede de reactie op het proces-verbaal van Waterland bij brief van 6 april 2018, van FUMV c.s. bij brief van 9 april 2018 en van Inashco c.s. bij brief van 10 april 2018.
5.De feiten
10. Default and Termination
Fondel Refinery Event of Default”:
7.2 Completion actions
Amendments Fondel/Inashco Exclusive Sales Agreements);"
13 REPRESENTATIONS, WARRANTIES AND COMMERCIAL UNDERTAKINGS
nadere agiostorting) on the Ordinary Shares held by it for an aggregate amount equal to the outcome of the following formula, subject to a maximum amount equal to the aggregate amount outstanding under the Fondel Shareholder Loan Agreement at such time;
nadere agiostorting) on the Ordinary Shares held by it for an aggregate amount equal to the outcome of the following formula, subject to a maximum amount equal to the aggregate amount outstanding under the Fondel Shareholder Loan Agreement at such time:
inter aliaallow the Company to fully repay any amounts outstanding under the Fondel Shareholder Loan Agreement in cash within twenty-four (24) months after the date of this Agreement."
4. REPAYMENT
achtergesteld) to any other claim of any person or entity against the Borrower."
6.Het geschil in de zaak C/10/533869 / HA ZA 17-833
in conventie
7.Het geschil in de zaak C/10/534467 / HA ZA 17-861
- het bedrag van € 13.597.755, te vermeerderen met de wettelijke rente over het genoemd bedrag vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- de kosten van het geding en de (na)kosten, zijnde € 131,00 zonder betekening en in geval van betekening € 199,00, zulks indien Inashco niet binnen veertien na aanschrijving heeft voldaan aan het vonnis.
8.Het geschil in de zaak C/10/538630 / HA ZA 17-1059
in conventie
voor recht verklaart dat FUMV (en FRP) de vordering uit hoofde van de aandeelhouderslening mag c.q. mogen verrekenen met de schuld aan (Inashco en) Inashco Operations uit hoofde van de ESA;
9.De beoordeling in de zaak C/10/533869 / HA ZA 17-833
in conventie
inspannenom een herfinanciering te krijgen waarbij de aandeelhouderslening vóór 24 juni 2017 kon worden afgelost. Nu de SLA en SHA zijn te beschouwen als samenhangende overeenkomsten, volgt zowel uit de SLA als de SHA dat artikel 4.1 SLA een minder strikte bepaling is dan op het eerste gezicht en onafhankelijk van de context het geval lijkt te zijn. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat niet gezegd kan worden dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Waterland nakoming verlangt van de verplichting tot het doen van een nadere agiostorting door deze - zoals in de SHA is bepaald - te converteren met de aandeelhouderslening. Daartoe wordt overwogen dat als onbestreden vaststaat dat de resultaten van Inashco tegenvielen en dat Inashco vanaf begin 2017 liquiditeitsproblemen had. Waterland heeft in dat verband aangevoerd dat deze liquiditeitsproblemen grotendeels zijn veroorzaakt doordat FRP haar schulden aan Inashco niet betaalde, hoewel Inashco de werkzaamheden had verricht en FRP de in verband daarmee aan haar klanten gefactureerde bedragen had ontvangen. Waterland heeft er op gewezen dat FRP door de voorzieningenrechter is veroordeeld tot betaling van € 2.304.034,22 en $ 7.467.922,84 aan openstaande facturen. Volgens Waterland maakte het onbetaald blijven van die facturen externe financiering onmogelijk en heeft zij een noodkrediet van € 8.000.000 moeten verstrekken. Dit leidt ertoe dat niet aan Waterland kan worden tegengeworpen dat de aandeelhouderslening niet vóór 24 juni 2017 is afgelost. Alleszins voorstelbaar is immers dat de door FRP veroorzaakte liquiditeitsproblemen in de weg stonden aan herfinanciering. Het noodkrediet moet bovendien worden aangemerkt als een aanspraak van een ander waarbij de aandeelhouderslening is achtergesteld waardoor geen afdwingbare verplichting tot aflossing bestaat. Anders dan FUMV meent, maakt de omstandigheid dat de aandeelhouderslening bij andere financiële verplichtingen van Inashco is achtergesteld dat FUMV nu geen nakoming van artikel 4.1 SLA kan verlangen. In de zaak met het zaak-rolnummer C/10/534467 / HA ZA 17-861 heeft ook FUMV zich overigens op dat standpunt gesteld, daar waar zij heeft betoogd dat de verplichtingen jegens Rabobank in de weg staan aan aflossing van de aandeelhouderslening.
6.422,00(2,0 punten × tarief € 3.211,00)
10.De beoordeling in de zaak C/10/534467 / HA ZA 17-861
9.633,00(3,0 punten × tarief € 3.211,00)
11.De beoordeling in de zaak C/10/538630 / HA ZA 17-1059
in conventie
event of defaultwegens het niet betalen binnen de in artikel 8.2.2 ESA genoemde termijn en dringend heeft verzocht zo snel mogelijk aan de betalingsverplichtingen te voldoen, maar in elk geval binnen de in artikel 10.1 ESA genoemde termijn. Inashco Operations heeft daarbij gewezen op de in artikel 10.2 ESA genoemde mogelijkheden. Bij brief van 20 juni 2017 heeft Inashco Operations vervolgens meegedeeld dat ondanks haar brief van 12 juni 2017 geen betalingen zijn ontvangen. Zij heeft haar mededelingen, gedaan in de eerdere brief, herhaald. Daarna heeft Inashco Operations bij brief van 29 juni 2017 onder meer meegedeeld dat zij gebruik zal maken van haar recht om - zoals in artikel 10.2.3 ESA is vermeld - haar producten vrijelijk op de markt te verkopen.
event of defaultvan FRP als FRP haar verplichtingen uit de ESA niet is nagekomen en daarvoor niet alsnog heeft gezorgd binnen dertig dagen nadat zij een schriftelijke mededeling daaromtrent van Inashco Operations heeft ontvangen. De termijn van dertig dagen kan worden verlengd tot zestig dagen als duidelijk is dat binnen die termijn alsnog wordt nagekomen.
event of defaultvoordoet die niet binnen de in 10.1.1 ESA genoemde termijn is hersteld.
event of defaultheeft voorgedaan en er nadien vijf dagen verstreken zijn zonder dat FRP haar verplichtingen alsnog is nagekomen.
event of defaultvoordoet en deze niet hersteld is binnen de in 10.1.1 ESA genoemde termijn van 30 of 60 dagen, Inashco Operations reeds gerechtigd is de ESA te beëindigen. Voor deze uitleg is in de visie van Inashco c.s. aanleiding omdat Inashco Operations vanwege de ESA voor haar inkomsten volledig afhankelijk is van FRP en het onwenselijk is dat het niet voldoen door FRP van haar betalingsverplichtingen ertoe zou leiden dat Inashco Operations dertig of zestig dagen geheel verstoken is van inkomsten. Inashco c.s. zijn daarom van mening dat Inashco Operations bij brief van 29 juni 2017 rechtsgeldig een beroep heeft gedaan op haar recht tot vrije verkoop van haar producten.
event of defaultvoordat de termijn van dertig of zestig dagen verstreken is. In artikel 10.2.3 ESA is voorts omschreven dat een mededeling per e-mail moet worden gedaan waarin is vermeld dat zich een door FRP veroorzaakt
event of defaultheeft voorgedaan. Voorts wordt in artikel 10.2.3 ESA voor de periode waarna Inashco Operations vrijelijk mag verkopen aansluiting gezocht bij de periode van dertig of zestig dagen. Dat zou zonder logische betekenis zijn als die periode eerst voorbij zou moeten zijn alvorens een mededeling per e-mail kan worden gedaan.
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)