Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde sub1] ,
[gedaagde sub2],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties,
- de conclusie van antwoord met producties,
- de brief van 14 juni 2017 waarbij de comparitie is bepaald,
- de producties 20 tot en met 31 van [eiseres] ,
- de producties 31, 32 en 33 van [eiseres] ,
- het proces-verbaal van comparitie van 12 oktober 2017.
2.De feiten
“Beheer/Huurovereenkomst”met Direct Woning Aangeboden gesloten (hierna: de overeenkomst). Hierbij heeft [eiseres] aan Direct Woning Aangeboden het recht toegekend om de woning aan derden te verhuren. De overeenkomst is aangegaan voor een periode van 12 maanden, ingaande op 1 februari 2015 en eindigende op 31 januari 2016.
“verhuurder”en Direct Woning Aangeboden als
“beheerder”. In de overeenkomst staat, voor zover van belang, het volgende vermeld:
… Huurder verklaart door ondertekening van dit contract een overeenkomst naar zijn aard, kort van duur te hebben gesloten, hetgeen inhoudt dat de beheerder het onderhavig bewoonde perceel uiterlijk per 31-01-2016 deugdelijk zal opleveren en ontruimen, mits er geen verlenging heeft plaatsgevonden en de huurder geen recht kan doen gelden op huurbescherming.
Verhuurder zal ervoor zorgen dat het gehuurde, met al hetgeen zich daarin bevindt, verkeert in de staat zoals met huurder werd overeengekomen. Huurder zal op de einddatum van deze overeenkomst en bij overhandiging van de sleutels van het gehuurde in dezelfde staat opleveren.