ECLI:NL:RBROT:2018:11098

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 september 2018
Publicatiedatum
7 februari 2019
Zaaknummer
6939117 MB VERZ 18-1869
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen sanctie opgelegd voor overtreding milieuzone Rotterdam

In deze zaak gaat het om een beroep tegen een sanctie die aan betrokkene is opgelegd voor het rijden in een milieuzone in Rotterdam. De sanctie van € 90,00, vermeerderd met € 9,00 administratiekosten, werd opgelegd op 5 september 2017 voor het gebruik van een motorvoertuig op meer dan twee wielen in strijd met verkeersbord C6, dat een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen aangeeft. Dit feit vond plaats op 15 augustus 2017 om 15:35 uur aan de Schieweg in Rotterdam. Betrokkene heeft op 7 september 2017 beroep aangetekend bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Betrokkene heeft vervolgens op 19 februari 2018 beroep ingesteld bij de kantonrechter.

De kantonrechter heeft de zaak op 12 september 2018 behandeld. Betrokkene voerde aan dat de beslissing van de officier van justitie niet goed was gemotiveerd. De kantonrechter oordeelde dat de officier van justitie onvoldoende inzichtelijk had gemaakt waarom de beroepsgronden van betrokkene niet slagen. De beslissing van de officier van justitie werd daarom vernietigd. De kantonrechter oordeelde dat het beroep tegen de inleidende beschikking ongegrond was, omdat betrokkene niet betwistte dat de gedraging was verricht met het voertuig waarvan hij de kentekenhouder was.

Betrokkene voerde aan dat de milieuzone corrupt was en dat de maatregel niet rechtmatig was, maar deze argumenten stonden niet ter beoordeling van de kantonrechter. Betrokkene stelde ook dat zijn voertuig voldeed aan de emissienorm Euro 4, maar de kantonrechter oordeelde dat het voertuig van betrokkene onder de geslotenverklaring viel, aangezien het een dieselmotor had en de datum van eerste toelating vóór 1 januari 2001 was. De kantonrechter zag geen aanleiding om de sanctie te matigen en verklaarde het beroep tegen de inleidende beschikking ongegrond.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 6939117 MB VERZ 18-1869
cjib-nummer: [cjib-nummer]
registratienummer: [registratienummer]
uitspraak: 26 september 2018
uitspraak van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van:
betrokkene: [betrokkene]
woonplaats: Nootdorp

1.Het verloop van de procedure

Bij inleidende beschikking van 5 september 2017 is aan betrokkene een sanctie opgelegd van € 90,00, vermeerderd met € 9,00 administratiekosten. De beschikking is opgelegd voor “als bestuurder van een motorvoertuig op meer dan twee wielen een weg gebruiken in strijd met bord C6 [geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen], waarbij gebied is aangeduid als milieuzone”, begaan op dinsdag 15 augustus 2017 om 15:35 uur te Rotterdam aan de Schieweg (feitcode R553D).
Tegen deze beschikking is betrokkene op 7 september 2017 bij de officier van justitie in beroep gekomen.
De officier van justitie heeft het beroep van betrokkene ongegrond verklaard. Deze beslissing is op 15 januari 2018 aan betrokkene verzonden.
Tegen de beslissing van de officier van justitie heeft betrokkene op 19 februari 2018 beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de openbare zitting van 12 september 2018, waar namens de officier van justitie een vertegenwoordiger van de CVOM en betrokkene zijn verschenen.

2.De beoordeling

2.1
De termijnen en formaliteiten voor de procedure bij de kantonrechter zijn in acht genomen.
2.2
Betrokkene heeft aangevoerd dat de beslissing van de officier van justitie niet goed is gemotiveerd. De officier van justitie heeft in zijn beslissing overwogen dat de door betrokkene genoemde argumenten de officier van justitie onvoldoende aanleiding geven om te twijfelen aan de beschikkingsgegevens.
2.3
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft de officier van justitie onvoldoende inzichtelijk gemaakt waarom de door betrokkene aangevoerde beroepsgronden niet slagen. De beslissing van de officier van justitie zal daarom worden vernietigd.
2.4
Het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie is gegrond. De kantonrechter zal doen wat de officier van justitie had behoren te doen en beslissen op het beroep tegen de inleidende beschikking.
2.5
Betrokkene voert aan dat de door de gemeente Rotterdam ingestelde milieuzone corrupt is. Volgens betrokkene is de maatregel in zijn werking niet rechtmatig. Deze omstandigheden staan echter niet ter beoordeling van de kantonrechter.
2.6
Betrokkene betwist niet dat gedraging is verricht met het voertuig waarvan hij de kentekenhouder is. De gedraging staat dan ook vast.
2.7
Betrokkene heeft aangevoerd dat zijn voertuig op 15 februari 2017 is voorzien van een katalysator en roetfilter. Het voertuig voldoet hiermee aan de emissienorm Euro 4. Betrokkene heeft bij de RDW een verzoek ingediend voor een aantekening in zijn kentekenbewijs. De RDW heeft dit verzoek afgewezen.
2.8
Verkeersbord C6 is een geslotenverklaring en heeft betrekking op onder meer alle bestel- en personenauto’s met een dieselmotor van vóór 1 januari 2001. Het voertuig van betrokkene heeft een dieselmotor en de Datum Eerste Toelating is 5 september 2000. Het voertuig van betrokkene valt dan ook in voornoemde categorie. De kantonrechter ziet in de door betrokkene aangevoerde omstandigheden geen aanleiding om de sanctie te matigen.
2.9
Het beroep tegen de inleidende beschikking is dan ook ongegrond.

3.De beslissing

verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
vernietigt de beslissing van de officier van justitie;
verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.I. Mentink en uitgesproken ter openbare zitting.
37134
Wanneer de bij deze beslissing opgelegde sanctie meer bedraagt dan € 70,00 of uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard op grond van het niet tijdig stellen van zekerheid, staat ingevolge artikel 14 Wahv tegen deze uitspraak hoger beroep open binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het beroepschrift dient ingezonden te worden bij de kantonrechter (Postbus 50955, 3007 BS Rotterdam). Het is niet mogelijk om hoger beroep in te stellen per e-mail.
Datum toezending: