ECLI:NL:RBROT:2018:11094

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 december 2018
Publicatiedatum
5 februari 2019
Zaaknummer
10/742149-17
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van groepsbelediging en aanzetten tot geweld tijdens pro-Palestina demonstratie in Rotterdam

Op 21 december 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die betrokken was bij een pro-Palestina demonstratie op 22 juli 2017 voor het Centraal Station in Rotterdam. Tijdens deze demonstratie werd de leus "Khaybar Khaybar, ya yahud, Jaish Muhammad, sa yahud" geroepen, wat door enkele aanwezigen werd geïnterpreteerd als een belediging en aanzetten tot geweld tegen Joden. De officier van justitie eiste een taakstraf voor de verdachte, die samen met anderen de leus had nageroepen. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de verdachte, toen hij zich realiseerde dat de leus betrekking had op Joden, zich heeft ingespannen om een andere leus te roepen en daarmee de menigte te stoppen. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte geen opzet had en niet als medepleger kon worden aangemerkt. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de ten laste gelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij zich schuldig had gemaakt aan groepsbelediging of aanzetten tot geweld. De benadeelde partijen, waaronder de Stichting Centrum voor Informatie en Documentatie Israël, werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, aangezien er geen straf of maatregel aan de verdachte was opgelegd.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/742149-17
Datum uitspraak: 21 december 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te Damascus, Syrië op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsvrouw F.T.C. Dölle, advocaat te Amsterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 7 december 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. C.M. Casteleijns heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak
4.1.1.
Inleiding
Op 22 juli 2017 heeft voor de ingang van het Centraal Station van Rotterdam een pro-Palestina demonstratie plaats gevonden, waarbij de verdachte aanwezig was. Op beelden van die demonstratie is te horen dat op enig moment meermalen de leus “Khaybar Khaybar, ya yahud, Jaish Muhammad, sa yahud” is geroepen (hierna: de leus). Daarvan is door twee personen ieder afzonderlijk aangifte gedaan van belediging, bedreiging en het aanzetten tot haat. In de aangifte is vermeld dat de betekenis van de leus is “Joden, herinner je Khaybar, het leger van Mohammed keert weder”. Dit betreft een verwijzing naar de massamoord op de Joden in de slag bij Khaybar in het jaar 628 en moet worden opgevat als een oproep tot geweld tegen het Joodse volk, aldus aangevers. Nadat de politie onderzoek heeft gedaan naar de door een van de aangevers overgelegde beelden is de verdachte aangehouden.
4.1.2.
Standpunt officier van justitie
De leus die de verdachte samen met anderen heeft geroepen, kan worden aangemerkt als belediging van een bevolkingsgroep wegens ras en godsdienst en zet aan tot geweld tegen een bevolkingsgroep. Dit betekent dat de onder 1 en onder 2 primair ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
4.1.3.
Beoordeling
Op de terechtzitting zijn de beelden bekeken die van de demonstratie zijn gemaakt. Daaruit blijkt dat de leus is ingezet door een van de aanwezige demonstranten (buiten beeld). Daarna heeft de verdachte met anderen tweemaal de leus nageroepen. Vervolgens is te zien dat de verdachte een andere kreet inzet en actieve bewegingen maakt om de demonstranten mee te krijgen in het roepen van die andere kreet.
Feit 1 (groepsbelediging)
Hoewel de leus zeker als bedreigend kan worden aangemerkt, is de rechtbank van oordeel dat de leus - op zichzelf beschouwd en binnen de bredere context van de genoemde demonstratie - niet van dien aard is dat van belediging van een groep mensen als bedoeld in artikel 137c van het Wetboek van Strafrecht kan worden gesproken.
Feit 2 (aanzetten tot geweld dan wel haat)
De verdachte heeft verklaard dat hij de betekenis van de leus niet kende en dat hij, zodra hij zich realiseerde dat de leus betrekking had op Joden (“yahud”), een andere kreet heeft ingezet om de menigte te doen stoppen met het roepen van de leus. Deze verklaring strookt met de getuigenverklaringen en ook met de beelden waarop te zien is dat de verdachte zich vrijwel direct na het naroepen van de leus actief heeft ingespannen tot het roepen van een andere kreet.
Gelet op het voorgaande kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat de verdachte heeft aangezet tot geweld dan wel tot haat als bedoeld in artikel 137d van het Wetboek van Strafrecht.
Nu bij de verdachte het opzet ontbreekt, kan hij ook niet als medepleger worden aangemerkt.
4.1.4.
Conclusie
De verdachte zal gelet op het voorgaande worden vrijgesproken van het onder feit 1 en 2 ten laste gelegde.

5.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen

Als benadeelde partijen hebben zich in het geding gevoegd:
  • de Stichting Centrum voor Informatie en Documentatie Israël ter zake van de onder feit 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
  • [naam benadeelde] .
De benadeelde partijen zullen in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu aan de verdachte geen straf of maatregel is opgelegd en artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht geen toepassing heeft gevonden.
In deze procedure worden over de gevorderde schadevergoedingen geen inhoudelijke beslissingen genomen.

6.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

7.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partij de Stichting Centrum voor Informatie en Documentatie Israël niet-ontvankelijk in de vordering;
verklaart de benadeelde partij [naam benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. B.A. Cnossen, voorzitter,
en mrs. A. Verweij en J.M.L. van Mulbregt, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.P. Eekhout, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 december 2018.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 22 juli 2017 te Rotterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, zich in het openbaar, mondeling, bij geschrift en/of bij afbeelding opzettelijk beledigend heeft uitgelaten over een groep mensen, te weten Joden, wegens hun ras en/of godsdienst, door in het openbaar te roepen/zeggen: "Khaybar khaybar, ya yahud, Jaish Muhammad, sa yahud;
2.
hij op of omstreeks 22 juli 2017 te Rotterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in het openbaar mondeling, bij geschrift en/of bij afbeelding heeft aangezet tot gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen, te weten Joden, wegens hun ras en/of godsdienst, door in het openbaar te roepen/zeggen: "Khaybar khaybar, ya yahud, Jaish Muhammad, sa yahud;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 22 juli 2017 te Rotterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in het openbaar mondeling, bij geschrift en/of bij afbeelding heeft aangezet tot haat tegen mensen, te weten Joden, wegens hun ras en/of godsdienst, door in het openbaar te roepen/zeggen: "Khaybar khaybar, ya yahud, Jaish
Muhammad, sa yahud.