Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[verzoekster] ,
Truck Innovatie Holland,
1.De procedure
2.De standpunten
12 november 2018 zijn de vorderingen van verweerster afgewezen.
Rechtbank Rotterdam
Op 22 november 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de faillissementsprocedure van Camper Bouw Holland B.V. De rechtbank heeft het verzoek tot faillietverklaring van de besloten vennootschap, ingediend door verzoekers, toegewezen. De verzoekers, bijgestaan door hun advocaat mr. Y.A. Mijhad, hebben gesteld dat zij in 2014 een aannemingsovereenkomst met de verweerster zijn aangegaan, waarbij een aanneemsom van € 260.000,-- is betaald voor de realisatie van een camperopbouw. Aangezien de verweerster de camperopbouw gebrekkig heeft gerealiseerd en weigerde de gebreken te verhelpen, hebben verzoekers de overeenkomst ontbonden en schadevergoeding gevorderd. In een eerder arrest van het gerechtshof Den Haag is verweerster veroordeeld tot betaling van de aanneemsom en bijkomende kosten, maar betaling bleef uit. Verzoekers hebben daarop executoriaal beslag gelegd, wat leidde tot de faillissementsprocedure.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er summierlijk bewijs is van het vorderingsrecht van verzoekers, gebaseerd op het onherroepelijke arrest van het gerechtshof en een vonnis in kort geding van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank oordeelde dat het niet vereist is dat steunvorderingen opeisbaar zijn en dat er voldoende feiten zijn die aantonen dat verweerster in een faillissementstoestand verkeert. De rechtbank heeft de faillietverklaring uitgesproken, mr. W.J. Geurts-de Veld benoemd tot rechter-commissaris en J. van Meerkerk als curator aangesteld. De uitspraak is openbaar gedaan en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.