Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 27 oktober 2018, met producties;
- de aanvullende producties van Marcan;
- incidentele conclusie tot onbevoegdheid, met producties;
- de aanvullende producties van Daelmans;
- de mondelinge behandeling gehouden op 5 november 2018;
- de pleitnota van Marcan;
- de conclusie van antwoord ten principale (de pleitnota van Daelmans).
2.De feiten
Hierbij de bevestiging van de overeenkomst m.b.t. de aan – verkoop van bovengenoemde winkels door Marcan Vastgoed B.V. waarbij de volgende condities van toepassing zijn.
- Koopsom € 6.300.000,- k.k.
- Transport 3 maanden na tekenen koopovereenkomst.
VVE’s:
- Voorbehouden van directie van Daelmans (...) tot woensdag 11 juli a.s. 16.00.
- Partijen streven ernaar om vrijdag 13 juli a.s. de koopovereenkomst te ondertekenen.”
Colliers belde net, voorbehoud is vervallen, koop definitief”.
Beste [naam 3] en [naam 4] ,
[naam 2] belde ons afgelopen vrijdag dat de directie van Daelmans reeds akkoord is en dat dit voorbehoud is komen te vervallen/niet meer van toepassing is. Graag ontvangen wij ook deze bevestiging a.u.b.?”
@ [naam 3] & [naam 4] : w.b.t. de onderhoudsverdeling winkels/woningen hebben jullie aangegeven per brief te willen bevestigen dat deze zullen worden aangepast in de aktes van splitsing. Koper heeft als eerste feedback op de koopovereenkomst aan dit graag in de koopovereenkomst en de leveringsakte te willen zien. Kunnen we hier morgen nog even over bellen om e.e.a. af te stemmen?”
De relevante teksten met betrekking tot de onderhoudsverdeling, zoals deze opgenomen zijn in de gereedliggende concept-ondersplitsingsaktes zijn bijgevoegd. De drie nog ontbrekende volmachtgevers zijn wederom benaderd; inhoudelijke bezwaren zijn ons overigens niet bekend, we gaan ervan uit dat ze ontbreken door “slordigheid”. Gelet op het bovenstaande lijkt het mij niet nodig om hierover nog iets op te nemen in de koopovereenkomst.”
Wij begrijpen de behoefte aan absolute zekerheid op dit punt, echter wij kunnen niet meer toezeggen/informeren dan in de mail -met bijlagen- van vanmorgen. De inhoud van de concept-ondersplitsingsaktes (speelt bij 1 VVE) spreekt voor zich en dekt toch het bovenstaande? Of wordt hier iets anders bedoeld?”
Verkoper verklaart ervoor te zullen zorgen dat in de drie akten van (hoofd)splitsing (...) een regeling wordt opgenomen die inhoudt dat:
de eigenaar van de tot splitsing behorende bedrijfsruimten (winkels) niet hoeft mee te betalen aan onderhoud en vervanging van de kozijnen en deuren van de tot die splitsing behorende woningen en aan het onderhoud en vervanging van het dak boven die woningen (inclusief lood en zinkwerk et ceterea);”
Wij kunnen de splitsingsaktes niet aanpassen, het betreft immers actieve VVE’s, met particulieren. De splitsingsaktes zijn een gegevenheid, wij kunnen niets hieromtrent (...) verklaren, garanderen, etc. etc. Het staat koper vrij om na aankoop zelf een wijzigingstraject in gang te zetten.”
- De (mogelijke) overeenstemming tussen Marcan en Colliers (vastgelegd in de e-mail van 6 juli 2018 is onvoldoende om aan te nemen dat er ook sprake is van wilsovereenstemming tussen Daelmans en Marcan.
- Het is onvoldoende aannemelijk dat het in de e-mail van 6 juli 2018 opgenomen voorbehoud van Daelmans voor 11 juli 2018 is ingetrokken, aangezien de door Marcan gestelde (en door Daelmans betwiste) intrekking van dat voorbehoud gebaseerd is op een mededeling van Colliers. De intrekking laat bovendien onverlet dat er mogelijk (toch) geen overeenstemming was over de onderhoudsverdeling.
- Uit de e-mails van Daelmans van 10 juli 2018 (zie 2.11 en 2.12 van dit vonnis), die diezelfde dag zijn doorgezonden aan Marcan), derhalve nog voor afloop van het voorbehoud, volgt dat Daelmans niet instemde met de door Marcan voorgestane onderhoudsverdeling voor de daken. Daelmans had immers een conceptakte opgesteld waarin deze wijziging niet was opgenomen en zij heeft in de laatst bedoelde e-mail van 10 juli 2018 verklaard dat zij niet meer kon toezeggen dan als eerder die dag aangegeven (zie 2.12).
- Partijen hebben over en weer verklaard dat de (wijziging van de) onderhoudsverdeling (in ieder geval met betrekking tot de daken) voor hen wezenlijk is, zodat verwacht mag worden dat op dit punt onderhandelingen zijn gevoerd. Hierbij heeft de voorzieningenrechter opgemerkt dat het in dat kort geding ook niet duidelijk is geworden op welke wijze het verloop van de onderhandelingen op 6 juli 2018 zouden hebben geleid tot overeenstemming op dit punt.
3.Het geschil
4.De beoordeling in het incident en in de hoofdzaak
In het incident
980,00