ECLI:NL:RBROT:2018:10908

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 december 2018
Publicatiedatum
9 januari 2019
Zaaknummer
7295080 VZ VERZ 18-22758
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • L.J. van Die
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsverhouding en onvoldoende functioneren

In deze zaak heeft de kantonrechter op 21 december 2018 uitspraak gedaan in het verzoek van Santrade LTD tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerster], die sinds 1 juli 2001 als magazijnmedewerker bij Santrade werkzaam was. Santrade heeft het verzoek ingediend op basis van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding, waarbij zij heeft gesteld dat [verweerster] niet voldeed aan de productiviteitsnormen en dat er meerdere verbetertrajecten zijn doorlopen zonder dat er significante verbeteringen zijn opgetreden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de arbeidsverhouding tussen partijen ernstig verstoord was, mede door het gedrag van [verweerster] en haar partner, die zich ongepast heeft gedragen tegenover medewerkers van Santrade. Ondanks de lange diensttijd van [verweerster] en haar eerdere positieve beoordelingen, heeft de kantonrechter geoordeeld dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd was. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 1 maart 2019 en heeft [verweerster] een transitievergoeding van € 13.826,93 toegekend. De verzoeken van [verweerster] om een billijke vergoeding zijn afgewezen, omdat er geen sprake was van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 7295080 VZ VERZ 18-22758
uitspraak: 21 december 2018
beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
SANTRADE LTD,
statutair gevestigd te Zwitserland,
verzoekster,
gemachtigde: mr. K.A. Görgün,
tegen
[verweerster] ,
wonende te Hoogvliet, Rotterdam,
verweerster,
gemachtigde: mr. S.O. Voogt,
Partijen worden hierna aangeduid als respectievelijk “Santrade” en “ [verweerster] ”.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken:
  • het verzoekschrift, met bijlagen, ontvangen op 22 oktober 2018;
  • het verweerschrift, met bijlagen, ontvangen op 26 november 2018;
  • de nader overgelegde producties aan de zijde van Santrade;
  • de pleitaantekeningen aan de zijde van Santrade.
1.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 7 december 2018. Namens Santrade zijn ter zitting verschenen dhr. [leidinggevende 1] en dhr. [HR-medewerker] , bijgestaan
door de gemachtigde mr. K.A. Görgün. [verweerster] is verschenen, vergezeld van haar partner
dhr. [partner] en bijgestaan door de gemachtigde mr. S.O. Voogt. Voorts is verschenen
dhr. [collega 1] . Beide partijen hebben hun standpunten (nader) toegelicht. Van hetgeen
met partijen is besproken heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.3
De beschikking is bepaald op heden.

2.De vaststaande feiten

In de onderhavige procedure zal - voor zover thans van belang - worden uitgegaan van de volgende vaststaande feiten.
2.1
Santrade is één van de distributiecentra van Sandvik en het grootste distributiecentrum van Europa. Santrade distribueert metaal en hardmetalen gereedschappen.
2.2
[verweerster] , geboren op 18 december 1963, is op 1 juli 2001 bij Santrade in dienst getreden in de functie van magazijnmedewerker. [verweerster] is als magazijnmedewerker verantwoordelijk voor het verwerken van de orderlijnen en het inpakken en klaarmaken van goederen voor verzending. [verweerster] is werkzaam op de afdeling ‘Broken’.
2.3
Het laatstverdiende salaris van [verweerster] bedraagt € 1.240,00 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten.
2.4
Binnen Santrade is in november 2016 het zogenaamde “samen uit, samen thuis” beleid ingevoerd. Dit beleid houdt - kort gezegd - in dat om productiviteitsreden alle medewerkers op de afdeling gezamenlijk het werk afmaken en uitklokken. Santrade hanteert daarbij het uitgangspunt dat zij vanaf 20:30 uur overwerk laat ingaan.
2.5
Santrade heeft [verweerster] op 10 februari 2017 en op 8 september 2017 een officiële waarschuwing gegeven wegens het ongeoorloofd verlaten van haar werkplek op 8 februari 2017 en op 23 augustus 2017.
2.6
[verweerster] heeft vanaf september 2017 een verbetertraject doorlopen. Dit verbetertraject is door Santrade ingezet, omdat de productiviteit van [verweerster] volgens haar ruim achterbleef ten opzichte van het gemiddelde van de afdeling waar [verweerster] werkzaam is.
2.7
Santrade heeft het verbetertraject in maart 2018 formeel afgesloten. De brief van Santrade aan [verweerster] van 2 maart 2017 (2018) aan [verweerster] luidt - voor zover van belang - als volgt:
(…) “Uitgangspunt van het verbetertraject was dat wij een minimale en constante productiviteit van
40 orderlijnen per uur verwachten en dat u zichtbaar actief gedrag vertoont om uw productiviteit te verbeteren. Ondanks dat het eerste punt niet is behaald zijn wij blij met de verandering in uw gedrag. (…)
Wij zijn ervan overtuigd dat u uw productiviteit verder kunt verbeteren en hier zult ook nog samen met ondergetekende regelmatig voor evalueren. Om de voortgang van het aantal orderlijnen met u te monitoren samen met [HR-medewerker] , (…) en ondergetekende willen wij u uitnodigen voor een gesprek waarin de resultaten van de afgelopen maanden wederom zullen bespreken”. (…)
2.8
Na diverse gesprekken met [verweerster] over haar productiviteit heeft Santrade [verweerster] vanaf eind juni 2018 wederom in een verbetertraject geplaatst. De brief van Santrade aan [verweerster] van 20 juni 2018 luidt - voor zover van belang - als volgt:
(…) “Sinds jij terug bent van vakantie (…) is jouw productiviteit flink teruggevallen.
Jouw productiviteit is momenteel gemiddeld slechts 31 orderlijnen per uur, notabene lager dan aan de start van het vorige verbetertraject. Er is jou meerdere malen aangegeven dat het niet goed gaat en jij geeft aan niet te weten hoe dit komt. Aangezien wij in het verleden hebben gezien dat het minimaalaantal orderlijnen wel haalbaar is voor jou verwachten wij van jou ook weer een stijging van jouw productiviteit naar de minimale norm van 40 orderlijnen per uur voor jouw afdeling Broken. Daarnaast verwachten dat dit een constante stijging is en dus jouw handelingssnelheid en manier van werken definitief en blijvend verbetert.
Tijdens het gesprek is door ondergetekende aangegeven dat verbetering en verhoging van uw productiviteit noodzakelijk is om tot een goede basisuitvoering van je functie te kunnen komen. Dit is ook meermaals tijdens het eerdere verbetertraject en reviewgesprek naar voren gekomen afgelopen periode. Het is niet langer mogelijk dat de huidige manier van werken wordt gecontinueerd. Verandering is nu daadwerkelijk noodzakelijk om tot permanente en wezenlijke verbetering te kunnen komen. Dit gesprek en de noodzakelijk geachte verbetering kan dan ook worden gezien als een laatste kans en waarschuwing. (…)
Dit is al je tweede verbetertraject in korte tijd en het is daarom nu echt ‘twee voor twaalf’. Wij verwachten dat jij je uiterste best doet om je functioneren op orde te brengen en ook te houden en dat je dit verbetertraject daarom met beide handen aangrijpt. Mocht jouw functioneren onvoldoende (duurzaam) zijn verbeterd dan zullen wij hier conclusies aan moeten verbinden, waarbij een beëindiging van het dienstverband niet zal worden uitgesloten”. (…)
2.9
[verweerster] heeft op 10 juli 2018 aan haar leidinggevende medegedeeld dat zij haar telefoonabonnementen (vast en mobiel) heeft opgezegd. Op diezelfde dag heeft een
gesprek plaatsgevonden tussen (onder meer) [leidinggevende 1] en [verweerster] , waarbij aan [verweerster] is medegedeeld dat zij telefonisch bereikbaar moet zijn bij ziekte. Naar aanleiding van het gedrag van [verweerster] tijdens dit gesprek heeft [leidinggevende 1] op 11 juli 2018 een officiële klacht ingediend bij HR. [verweerster] heeft op 17 juli 2018 bij HR haar kant van het verhaal verteld. Nadat [verweerster] op 24 juli 2018 is uitgenodigd deel te nemen aan een gesprek met (onder meer) [leidinggevende 1] heeft [verweerster] emotioneel gereageerd en heeft zij haar hoofd tegen een stelling geslagen.
2.1
[verweerster] heeft zich op 25 juli 2018 ziekgemeld.
2.11
Santrade heeft [verweerster] op 30 juli 2018 een officiële waarschuwing gegeven. De brief van Santrade aan [verweerster] luidt - voor zover van belang - als volgt:
(…) ”Nog voordat het bovenstaande kon worden besproken tijdens het gesprek van 10 juli, begon u diverse verwijten te maken jegens uw teamleider, [leidinggevende 1] . In het gesprek heeft u aangegeven dat [leidinggevende 1] u kapot probeert te maken, heeft u aangegeven dat [leidinggevende 1] niet te vertrouwen is en heeft u hem uitgemaakt voor leugenaar en slecht mens. (…)
[HR-medewerker] heeft u nogmaals aangegeven dat dergelijke uitspraken over uw leidinggevende onacceptabel zijn, dat u een professionele houding moet aannemen in gesprekken en uw woorden beter moet kiezen en wegen voordat u iets zegt. Voor deze uitspraken en uw gedrag in het gesprek op 10 juli jongstleden tegen uw teamleider, [leidinggevende 1] , krijgt u daarom ook een officiële waarschuwing en wij roepen u op uw gedrag per direct aan te passen. Wij willen u er nadrukkelijk op wijzen dat indien u bovenstaande niet naleeft, wij genoodzaakt zullen zijn om verdere passende maatregelen te nemen. Indien u dergelijk gedrag continueert, dan is een verstoorde arbeidsverhouding, en daardoor een beëindiging van de arbeidsovereenkomst, niet uitgesloten. Dit is niet de eerste keer dat bent aangesproken op uw gedrag, zeker richting uw teamleider, en het mag u duidelijk zijn dat dergelijk gedrag niet wordt getolereerd. (…)
Hoe volstrekt ongepast en bedreigend uw partner zich tijdens en na het tweede telefoongesprek heeft gedragen tegenover (verschillende werknemers van) Santrade is echter onacceptabel en Santrade neemt dat hoog op. Nadat [leidinggevende 1] aan uw partner heeft aangegeven het telefoongesprek vanwege zijn agressieve bejegening te beëindigen, heeft uw partner vorige week nog heel vaak gebeld naar [leidinggevende 1] (minimaal 7 x) en naar de receptie (minimaal 3 x) om per direct een gesprek te eisen (met de directeur en/of [collega 2] ) en dat hij naar kantoor zou komen. Uiteindelijk heeft [HR-medewerker] tijdens een telefoongesprek uw partner uitgenodigd voor een gesprek op vrijdag 27 juli, maar uw partner eiste per direct een gesprek en had ook aangegeven naar kantoor te komen. [HR-medewerker] heeft daarop uw partner laten weten dat als hij ongenodigd op kantoor zou verschijnen, hij verzocht zal worden en dat bij weigering Santrade de politie zal inschakelen. Ook vandaag heeft uw partner weer meerdere keren naar Santrade gebeld op dezelfde agressieve manier en heeft hij uiteindelijk (weer) met [HR-medewerker] gesproken. Santrade is absoluut niet van zulk gedrag van uw partner gediend en verwacht per direct ook niet meer met zulk gedrag te worden geconfronteerd”. (…)
2.12
De bedrijfsarts heeft op 31 juli 2018 geoordeeld dat [verweerster] is uitgevallen met klachten waarbij sprake is van arbeidsgerelateerde problematiek. De bedrijfsarts heeft daarnaast mediation geadviseerd.
2.13
Na een time-out periode heeft Santrade aan [verweerster] een voorstel tot mediation gedaan, waarbij [verweerster] in de gelegenheid is gesteld een keuze te maken uit door Santrade voorgestelde mediators. [verweerster] heeft op 20 augustus 2018 een keuze gemaakt voor Voûte Arbeidsrecht. De mediator heeft per e-mail van 23 augustus 2018 aan Santrade laten weten dat de mediation niet kon starten, omdat de partner van [verweerster] in een telefoongesprek aan haar heeft laten weten dat [verweerster] niet instemt met mediation.
2.14
Santrade heeft op 24 augustus 2018 schriftelijk aangekondigd dat zij zal overgaan tot een loonstop per 28 augustus 2018, indien [verweerster] niet zal meewerken aan de mediation conform het advies van de bedrijfsarts.
2.15
De e-mail van de partner van [verweerster] aan Santrade van 24 augustus 2018 luidt - voor zover van belang - als volgt:
(…) “ In uw briefwisseling D.D. 20-08-2018 omtrent mediation staan een aantal verdraaide feiten. U stelt dat [verweerster] vanuit haarzelf verzoekt om mediation terwijl dit vanuit de Arbo Unie wordt aanbevolen. (…)
Verder vraagt [verweerster] gegevens op omtrent gesprekken met u, [leidinggevende 1] en [collega 2] .
De gevraagde gegevens: uitdraai lijst van percentage met inklok, omklok en uitklok gegevens van alle werknemers packing en corromant broken vanaf 01-01-2017 tot heden. Administratie inklok, omklok en uitklok gegevens van [verweerster] vanaf 01-01-2017 tot heden. “Samen uit samen thuis” op origineel Sandvik papier met het daarbijbehorende Sandvik logo per post toesturen.
[leidinggevende 1] stelt dat hij de opdracht krijgt om [verweerster] te pesten en te intimideren op de werkvloer, dit gestelde graag op origineel Sandvik papier met de opdrachtgever en welke reden.
Lijst van alle probleem gevallen bij Sandvik waar [leidinggevende 1] bij betrokken is daar het geval met [verweerster] niet op zichzelf staat.
[verweerster] heeft D.D. 03-07-2018 tijd 13:00uur met Dennis Vermeulen gesproken over de klacht vanuit [leidinggevende 1] ,graag het besprokene op origineel Sandvik papier zonder verdraaide feiten.
[verweerster] is op 18-07-2018 bij [collega 2] op kantoor langsgegaan omtrent deze situatie daarbij stelt [collega 2] dat Zweden per jaar 3% eist daar er anders naar Polen wordt verplaatst,graag op origineel Sandvik papier per post toesturen”. (…)
2.16
In aanvulling op de e-mail van 24 augustus 2018 heeft [verweerster] via haar partner nog verzocht om resultatenlijsten op origineel Sandvik papier van diverse andere medewerkers van Santrade.
2.17
De reactie van Santrade per e-mail van 27 augustus 2018 luidt - voor zover van belang - als volgt:
(…) “De bedrijfsarts heeft mediation geadviseerd. Dat betekent dat zowel werkgever als werknemer gehouden zijn dat advies te volgen en het is werkgever en werknemer niet toegestaan om vooraf allerlei voorwaarden te verbinden aan deelname aan de mediation. Indien het advies niet wordt gevolgd dan zitten daar consequenties aan. Daarom blijft de waarschuwing uit de brief van afgelopen vrijdag gelden. (…)
Er komt dus geen aangepaste brief, noch worden de gevraagde ‘gegevens’ verstrekt. Voor de goede orde: het opvragen van deze gegevens als voorwaarde om al dan niet aan een mediation mee te werken, is onacceptabel. Overigens blijkt voor Santrade uit de door jou gevraagde ‘gegevens’ dat de arbeidsverhouding wederzijds is verstoord. Mediation is een manier om te beproeven om daar een oplossing voor mogelijk is. De huidige situatie is niet houdbaar, linksom of rechtsom zal er een oplossing moeten komen”.
2.18
De partner van [verweerster] heeft op 28 augustus 2018 een (zeer uitvoerige) e-mail met als onderwerp “instrumentele agressie bij Sandvik” aan Santrade verzonden.
2.19
Santrade heeft op 28 augustus 2018 schriftelijk aan [verweerster] aangekondigd dat zij met ingang van die datum zal stoppen met de loonbetaling wegens het niet meewerken door [verweerster] aan haar re-integratie en de door de bedrijfsarts voorgestelde mediation.
2.2
Op 30 augustus 2018 heeft [verweerster] laten weten dat zij alsnog wilde starten met mediation. Met ingang van 30 augustus 2018 heeft Santrade de loonstop opgeheven.
2.21
De mediation heeft voor partijen niet geleid tot een oplossing.
2.22
De bedrijfsarts heeft op 8 oktober 2018 geoordeeld dat [verweerster] medisch gezien kon werken in haar eigen functie, maar dat de oorzaak van haar uitval, namelijk de arbeidsgerelateerde problematiek, nog niet was opgelost.
2.23
Santrade heeft op 17 september 2018 een deskundigenoordeel bij het UWV aangevraagd met betrekking tot de vraag of zij voldoende aan haar re-integratieverplichtingen heeft voldaan. Het UWV heeft op 11 oktober 2018 geoordeeld dat de inspanningen van Santrade voldoende zijn geweest.

3.Het verzoek

3.1
Het verzoek van Santrade strekt tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de kortst mogelijke termijn, primair op grond van artikel 7:669 lid 3 sub g BW en subsidiair op grond van artikel 7:669 lid 3 sub d BW.
3.2
Santrade heeft tegen de achtergrond van de onder 2. weergegeven vaststaande feiten
- verkort en zakelijk weergegeven - het volgende aan haar verzoek ten grondslag gelegd.
Het functioneren en het (negatieve) gedrag van [verweerster] hebben al jaren de aandacht van Santrade. Santrade heeft [verweerster] daarop talloze malen aangesproken, zowel mondeling als schriftelijk en zij heeft [verweerster] binnen één jaar twee verbetertrajecten aangeboden. Santrade heeft [verweerster] meer dan voldoende tijd en gelegenheid gegeven haar functioneren en haar houding te verbeteren. Nadat het verbetertraject van eind 2017 was afgerond is de productiviteit van [verweerster] wederom gedaald naar een niveau dat nog lager was dan het vertrekpunt van het verbetertraject. Daar waar werd toegewerkt naar 40 orderlijnen per uur, zat [verweerster] sinds mei 2018 nog maar op 31 orderlijnen per uur. Dit was voor Santrade reden opnieuw een verbetertraject te starten. [verweerster] heeft in het verleden wel laten zien dat zij 40 orderlijnen per uur kan halen, of daar in ieder geval bij in de buurt kan komen, maar zij valt steeds weer terug in haar productiviteit als Santrade er niet bovenop zit. [verweerster] heeft volgens Santrade dan ook niet laten zien dat zij haar best doet haar functioneren te verbeteren.
3.2.1
[verweerster] schetst volstrekt ten onrechte het beeld dat Santrade een onredelijke werkgever is die een onmogelijke prestatie van haar werknemers vraagt. De norm binnen Santrade is de laatste jaren geleidelijk aangepast naar 40 orderlijnen per uur, niet omdat werknemers harder moeten werken, maar omdat het werkproces efficiënter is ingericht. [verweerster] is de enige op haar afdeling die zonder gegronde reden de norm structureel niet haalt. Santrade heeft het ‘samen uit, samen uit” systeem ingevoerd, omdat zij het eerlijk vindt als iedereen op hetzelfde tijdstip uitklokt. Santrade betwist dat [verweerster] iedere dag zou moeten overwerken. Het ontbindingsverzoek houdt ook geen verband met het lidmaatschap van [verweerster] van de FNV.
3.2.2
In de afgelopen maanden is de relatie tussen Santrade en [verweerster] in toenemende mate ernstig en onherstelbaar verstoord geraakt. [verweerster] heeft een diepgeworteld en misplaatst vertrouwen tegenover Santrade en zij zit constant in de slachtofferrol. [verweerster] heeft problemen met eenieder die haar aanspreekt, heeft zichzelf niet in de hand, gedraagt zich niet professioneel en is er op gebrand situaties te laten escaleren. Diverse medewerkers van Santrade, waaronder haar leidinggevende en HR medewerkers, worden van alles en nog wat beschuldigd. Santrade acht het gedrag van de partner van [verweerster] eveneens stuitend en bijdragen aan de verstoring van de arbeidsverhouding. De partner van [verweerster] heeft zich volstrekt ongepast en bedreigend gedragen tijdens telefoongesprekken tegenover diverse medewerkers. [verweerster] heeft op geen enkel moment afstand genomen van haar gedragingen en de gedragingen van haar partner. Santrade verwerpt de vreselijke verwijten over ernstig verwijtbaar handelen die haar worden gemaakt ten stelligste. Santrade meent zich als een goed werkgeefster te hebben gedragen en zij heeft diverse pogingen ondernomen om uit de impasse te komen.
3.2.3
Van Santrade kan niet langer verwacht worden de arbeidsovereenkomst met [verweerster] langer te laten voortduren. Herplaatsing van [verweerster] in een andere functie ligt niet in de rede. Nadat afgelopen zomer de situatie volledig uit de hand is gelopen is na het vertrek van [verweerster] de rust weer op de werkvloer teruggekeerd. Santrade wenst die rust te behouden. Het is Santrade een raadsel waarom [verweerster] bij Santrade wil blijven werken. Santrade meent dat hun beide belangen erbij gebaat zijn als partijen van elkaar verlost worden.

4.Het verweer

4.1
Het verweer van [verweerster] strekt primair tot afwijzing van het verzoek en subsidiair, in het geval de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, tot toekenning van een transitievergoeding van € 13.826,93 bruto alsmede tot toekenning van een billijke vergoeding van minimaal € 200.000,00 bruto, waarvan € 25.000,00 als immateriële schadevergoeding, dan wel een nader te bepalen bedrag alsmede daarbij rekening te houden met de opzegtermijn van [verweerster] zonder aftrek van de proceduretijd.
4.2
[verweerster] heeft daartoe - verkort en zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
De laatste jaren worden ten onrechte verwijten aan [verweerster] gemaakt die zijn terug te voeren op het feit dat zij zich als FNV-kaderlid kritisch uitlaat over de werkdruk op de afdeling en het ‘samen uit samen thuis’ beleid dat na het aantreden van haar nieuwe leidinggevende [leidinggevende 1] is ingevoerd. Dit beleid leidt tot structureel overwerk en is naar het stellige oordeel van [verweerster] (maar ook van de FNV en de OR) in strijd met de arbeidsovereenkomst en de bepalingen in de CAO. [verweerster] wordt om die reden de laatste jaren fors onder druk gezet en geïntimideerd en aan haar worden onterechte verwijten gemaakt ten aanzien van haar functioneren en houding. De middelen die door Santrade daarbij worden ingezet hebben [verweerster] diverse malen tot wanhoop gebracht en hebben zelfs geleid tot een zelfmoordpoging en het slaan met haar hoofd tegen stellingen. [verweerster] werd steeds gedwongen om met [leidinggevende 1] en HR in gesprek te gaan zonder dat zij een vertrouwenspersoon mocht meenemen en waarbij zij intimiderend werd toegesproken.
Niet alleen [verweerster] ondervindt deze problemen, ook andere collega’s hebben te lijden onder de werkdruk, het overwerkbeleid en de intimidaties.
4.3
[verweerster] heeft haar werkzaamheden altijd naar behoren uitgevoerd. [verweerster] maakt weinig fouten en van disfunctioneren is geen sprake. [verweerster] is in 2001 ingewerkt in het werkproces en zij heeft altijd op dezelfde wijze gewerkt. [verweerster] heeft de afgelopen jaren voornamelijk positieve beoordelingen gehad. Door Santrade is in het kader van de verbetertrajecten steeds de nadruk gelegd op het feit dat 40 orderlijnen gehaald moesten worden. Santrade miskent daarmee dat de norm van 40 geen vastgestelde norm is en zeker geen redelijke. [verweerster] heeft meerdere malen gevraagd om objectieve gegevens over de productie van haar collega’s op de afdeling, maar dit werd consequent geweigerd. [verweerster] werkte gewoonlijk tot 20:15 uur, maar zij werd bijna dagelijks gedwongen over te werken onder dreiging van een officiële waarschuwing. [verweerster] heeft als FNV-kaderlid diverse malen de verhoogde werkdruk, de onduidelijke normstellingen en het ‘samen uit samen thuis’ beleid aan de orde gesteld.
4.4
Er is volgens [verweerster] geen sprake van een ernstig, structureel en onherstelbaar verstoorde arbeidsverhouding. [verweerster] wenst haar werkzaamheden bij Santrade voort te zetten, het liefst tot haar pensioengerechtigde leeftijd. Ook het gedrag van de partner van [verweerster] , die met lede ogen moet toezien hoe [verweerster] structureel moet overwerken en emotioneel beschadigd raakt, kan niet tot gevolg hebben dat de relatie tussen [verweerster] en Santrade is verstoord. De reactie van Santrade op al hetgeen is voorgevallen dient niet een ontbindingsverzoek te zijn. Een onderzoek door een onafhankelijke derde over hetgeen op de afdeling speelt acht [verweerster] wenselijk. In het geval het tot een beëindiging van het dienstverband mocht komen is volgens [verweerster] sprake van ernstige verwijtbaarheid aan de zijde van Santrade. [verweerster] heeft ernstige psychische schade ondervonden door het handelen van Santrade.
4.5
De overige stellingen van partijen worden - voor zover voor de uitkomst van de procedure van belang - bij de beoordeling betrokken.

5.De beoordeling

opzegverbod
5.1
Uit artikel 7:671b lid 2 BW volgt dat de kantonrechter een verzoek op grond van het eerste lid alleen kan inwilligen indien er geen opzegverboden of met deze opzegverboden naar aard en strekking vergelijkbare opzegverboden in een ander wettelijk voorschrift gelden. Hoewel door [verweerster] een beroep is gedaan op het opzegverbod zoals genoemd in artikel 7:670 lid 5 BW is niet gebleken dat het ontbindingsverzoek van Santrade verband houdt met het lidmaatschap van [verweerster] van de FNV. Het opzegverbod staat dan ook in beginsel niet in de weg aan ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
ontbinding
5.2
Voorop wordt gesteld dat uit artikel 7:669 lid 1 BW volgt dat de arbeidsovereenkomst alleen kan worden ontbonden indien daar een redelijke grond voor is en herplaatsing van de werknemer in een andere passende functie binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt, voor zover geen sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer. Santrade heeft primair aangevoerd dat de grond voor ontbinding is gelegen in een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding, zodanig dat van Santrade als werkgeefster in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Santrade heeft ter onderbouwing van de verstoring enkele voorbeelden genomen, die hiervoor onder 3.2 tot en met 3.2.3 zijn weergegeven.
5.3
Gelet op de door zowel Santrade als [verweerster] gegeven voorbeelden die met evenzovele producties zijn onderbouwd, is een voldoende consistent beeld ontstaan dat de arbeidsverhouding tussen partijen op enig moment ernstig verstoord is geraakt, dat partijen uiteindelijk steeds meer tegenover elkaar zijn komen te staan en dat zij niet meer tot een vruchtbare samenwerking zijn gekomen. Voor een goede invulling van de functie van [verweerster] is het noodzakelijk dat zij met haar leidinggevende(n) op één lijn zit en dat er wederzijds vertrouwen is. Uit de verklaringen van Santrade blijkt duidelijk dat er wat haar betreft geen (behoorlijk) draagvlak meer is voor een verdere samenwerking met [verweerster] , aangezien aan haar zijde het daarvoor vereiste vertrouwen ontbreekt.
5.4
Gelet op al hetgeen door partijen is aangevoerd lijkt de verstoring voornamelijk veroorzaakt te zijn door enerzijds de introductie van het ‘samen uit, samen thuis beleid’ in 2016 en anderzijds het verschil van inzicht dat partijen hebben ten aanzien van het functioneren van [verweerster] . Uit de door Santrade gegeven voorbeelden die zij met producties heeft onderbouwd blijkt immers evident dat Santrade substantiële kritiek heeft op het functioneren van [verweerster] , zodanig dat zij [verweerster] binnen één jaar tijd tweemaal een verbetertraject heeft aangeboden. Deze verbetertrajecten waren gericht op het verbeteren van zowel het gedrag als de productiviteit van [verweerster] . [verweerster] heeft zich daarbij steeds op het standpunt gesteld dat de norm van 40 orderlijnen niet redelijk was en dat deze norm niet is vastgesteld binnen Santrade. [verweerster] miskent daarmee dat het aan Santrade als werkgeefster is om haar bedrijfsvoering in te richten en voor haar werkprocessen een bepaalde productienorm te stellen. Santrade is daarbij niet gehouden (privacygevoelige) gegevens over de productie van haar collega’s op de afdeling, waaronder haar leidinggevenden, aan [verweerster] te verstrekken. Van [verweerster] mag verwacht worden dat zij op normale wijze omgaat met kritiek op haar functioneren. Dat [verweerster] vanaf het begin van haar dienstverband altijd op dezelfde wijze heeft gewerkt op basis van een lager aantal orderlijnen per uur maakt niet dat zij niet hoeft te voldoen aan de thans geldende norm die voor alle magazijnmedewerkers geldt. Uit het door Santrade ter zitting overgelegde overzicht blijkt dat de norm van 40 orderlijnen door de collega’s van [verweerster] gemiddeld genomen (ruimschoots) wordt gehaald, met uitzondering van een uitzendkracht die net in dienst is getreden en twee medewerkers die medische beperkingen hebben, terwijl [verweerster] (zonder beperkingen) met gemiddeld 33 orderlijnen per uur ruim onder het gemiddelde zit. Dat Santrade heeft getracht [verweerster] bij te sturen op productie is daarmee beslist niet onbegrijpelijk. Dat [verweerster] naar eigen zeggen bijna geen fouten maakt bij haar werkzaamheden is onvoldoende rechtvaardiging voor het achterblijven in productie.
Dat [verweerster] immers zelf ook in staat is de norm van 40 orderlijnen per uur (bijna) te halen blijkt uit het verloop van het eerste verbetertraject. Dit verbetertraject is volgens Santrade begin 2018 naar tevredenheid afgesloten, zij het dat de productiviteit van [verweerster] vervolgens weer is gedaald naar gemiddeld 31 orderlijnen per uur.
5.5
Vaststaat dat sprake is van een lang dienstverband van meer dan zeventien jaar en dat [verweerster] voor het grootste gedeelte daarvan haar werkzaamheden met inzet en naar tevredenheid heeft uitgevoerd. Uit de stellingen van [verweerster] en de door haar overgelegde stukken ontstaat wel een beeld van een werkneemster die, omdat zij overtuigd is van haar eigen gelijk, dingen groter maakt dan ze werkelijk zijn en zeer emotioneel kan reageren, vooral in de richting van haar leidinggevende [leidinggevende 1] . Het handelen van [verweerster] lijkt er niet zozeer op gericht te zijn om haar werkgever te beschadigen, maar lijkt te worden ingegeven door de wijze waarop zij, daarbij gesteund door haar partner alsook haar collega [collega 1] namens de ondernemingsraad, meent dat zij voor haar rechten en de rechten van andere werknemers moet opkomen. Illustratief voor die wijze zijn de (zeer uitvoerige)
e-mails die mede namens haar door haar partner zijn gestuurd, waarbij is verzocht om gegevens en resultaten van collega’s en diverse verklaringen op origineel Sandvik papier zonder ‘verdraaide feiten’, waaronder de verklaring van [leidinggevende 1] dat hij de opdracht zou hebben haar te ‘pesten en te intimideren’ en ‘een lijst van alle probleemgevallen bij Sandvik waar [leidinggevende 1] bij betrokken zou zijn’. De partner van [verweerster] heeft ook met zijn handelwijze na de ziekmelding van 25 juli 2018, meer in het bijzonder door het telefonisch lastigvallen van Santrade en zich daarbij op ongepaste wijze uit te laten de grenzen van het redelijke overschreden. [verweerster] heeft in zoverre de door Santrade in haar brief van 30 juli 2018 beschreven van gang van zaken ook niet weersproken, anders dan haar stelling dat de partner van [verweerster] zeker uit zijn slof is geschoten en dat hij zich in onparlementaire bewoordingen heeft uitgelaten. De gedragingen van haar partner worden aan [verweerster] toegerekend en deze wekken ten minste irritatie op bij Santrade, ook al vanwege het gebrek aan bereidheid (ook ter zitting) van [verweerster] om van daarvan afstand te nemen.
5.6
[verweerster] heeft zich ook diverse malen in zeer scherpe bewoordingen uitgelaten en zij heeft daarbij zware aantijgingen richting haar werkgever en dan met name richting haar leidinggevende [leidinggevende 1] gemaakt. Zo beschuldigt zij Santrade in haar e-mail van
28 augustus 2018 (met als onderwerp ‘instrumentele agressie bij Sandvik”) onder meer van ‘een agressieve intimiderende werkwijze’, ‘onwettig en intimiderend en ontoelaatbaar gedrag’ ‘rancune’, het belemmeren van re-integratie en het veroorzaken van psychische schade’, ‘valsheid in geschrifte’ en ‘terreur’. Deze uitlatingen onderstrepen eveneens dat de arbeidsverhouding tussen partijen grondig en duurzaam is verstoord. Voor zover [verweerster] meent dat de uitlatingen van haar partner niet kunnen leiden tot een verstoorde relatie tussen haar en Santrade miskent zij dat de e-mails zijn ondertekend door “ [voornaam partner] ”,“ [verweerster] ” en dat zij er uitdrukkelijk voor heeft gekozen via haar partner te communiceren en om enkel via zijn telefoonnummer en e-mail adres bereikbaar te zijn.
5.7
Uit de door Santrade ter zitting overgelegde urenstaten vanaf augustus 2018, waarvan [verweerster] op zichzelf de juistheid niet heeft betwist, kan worden afgeleid dat [verweerster] op ongeveer 70% van de dagen heeft uitgeklokt (bij het verlaten van het bedrijf) op een tijdstip gelegen tussen kwart over acht en half negen, dat zij op ongeveer 25% van de dagen heeft uitgeklokt op een tijdstip ergens half negen en kwart voor negen en dat zij op ongeveer 4% van de dagen heeft uitgeklokt op een tijdstip na kwart voor negen (in totaal vijf keer).
Daarbij heeft Santrade in afwijking van de CAO na een kwartier (gerekend na 20:15 uur) overwerk in laten gaan. Dit strookt niet met de stelling van de partner van [verweerster] die ter zitting heeft verklaard dat [verweerster] op geen enkele dag dat hij haar heeft opgehaald tijdig klaar was, dat [verweerster] structureel tot na half negen of later heeft overgewerkt en dat het ook steeds later werd. Het staat [verweerster] als werkneemster en zeker ook als FNV-kader lid vrij bezwaren tegen de werkdruk op de afdeling op te werpen en zich (actief) te verzetten tegen het ‘samen uit, samen uit beleid’, voor zover [verweerster] meent dat zij en de andere medewerkers daardoor onredelijk worden benadeeld. Ook in dit geval geldt dat van haar verwacht mag worden dat zij zich professioneel opstelt en dat zij op normale wijze het gesprek aangaat, te meer omdat uit de door haar overgelegde stukken wel blijkt dat het ‘samen uit, samen uit beleid’ kennelijk nog punt van discussie is binnen de OR en de FNV.
5.8
Santrade heeft naar het oordeel van de kantonrechter reële stappen genomen om de onderlinge verhoudingen te verbeteren en de geschilpunten weg te nemen. Santrade heeft op het advies van de bedrijfsarts mediation geïnitieerd. [verweerster] heeft aan deze mediation in eerste instantie slechts willen meewerken onder de voorwaarde dat aan haar diverse stukken zouden worden verstrekt. Nadat Santrade dit heeft geweigerd heeft [verweerster] vervolgens slechts onder dreiging van een loonstop willen meewerken aan mediation. Ook voorafgaand aan dit mediationgesprek zijn door [verweerster] volstrekt onrealistische eisen gesteld. Santrade heeft ter zitting als onweersproken gesteld dat zij bereid was te praten over een terugkeer van [verweerster] , onder de voorwaarde dat het tweede verbetertraject zou worden voortgezet en dat [verweerster] haar functioneren en houding zou verbeteren. [verweerster] heeft op haar beurt de eis gesteld dat er vijf personen zouden moeten worden ontslagen, waaronder het gehele management, dat nooit meer beoordelingsgesprekken met haar gehouden mochten worden en dat mededeling over de werkdruk moest worden gedaan aan Sandvik in Zweden.
De mediation is daarmee klaarblijkelijk vrijwel direct mislukt. Het alsnog inschakelen van een onafhankelijke derde, zoals door [verweerster] is voorgesteld, acht de kantonrechter in de huidige situatie geen optie meer, omdat de verstoring reeds duurzaam te achten is en herstel van de arbeidsverhouding daarmee niet meer mogelijk is.
conclusie
5.9
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen bestaat voldoende grond de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. Nu niet is gebleken dat binnen Santrade (passende) herplaatsingsmogelijkheden voor [verweerster] zijn, luidt de slotsom dat de door Santrade op de (primaire) g-grond verzochte ontbinding van de arbeidsovereenkomst zal worden toegewezen. De subsidiaire grond behoeft daarmee geen bespreking meer.
einddatum
5.1
Op de voet van artikel 7:671b lid 8 sub a BW dient vervolgens de ontbindingsdatum te worden vastgesteld, waarbij moet worden uitgegaan van het tijdstip waarop de arbeidsovereenkomst bij (reguliere) opzegging zou zijn geëindigd, waarbij de duur van de periode gelegen tussen de ontvangst van het verzoek (22 oktober 2018) en de datum van de beschikking in mindering mag worden gebracht, met dien verstande dat een termijn van ten minste een maand resteert. Rekening houdende met de geldende opzegtermijn van vier maanden zal de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 maart 2019 worden ontbonden.
Voor het geen rekening houden met de duur van de procedure, zoals door [verweerster] is verzocht, bestaat onvoldoende aanleiding.
5.11
Nu de arbeidsovereenkomst zal worden ontbonden zal daarmee worden toegekomen aan de beoordeling van de verzochte transitievergoeding op grond van artikel 7:673 BW en de billijke vergoeding op grond van artikel 7:671b lid 8 sub c BW.
transitievergoeding
5.12
Uit artikel 7:673 lid 1 BW volgt dat de werkgever aan de werknemer een transitievergoeding verschuldigd is indien - kort gezegd - de arbeidsovereenkomst ten minste vierentwintig maanden heeft geduurd en de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werkgever is ontbonden. Nu [verweerster] ten minste vierentwintig maanden bij Santrade in dienst is geweest en geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten aan haar zijde, heeft zij recht op een transitievergoeding. Santrade heeft het door [verweerster] verzochte bedrag als juist erkend. De transitievergoeding ter hoogte van € 13.826,93 is aldus toewijsbaar.
billijke vergoeding
5.13
Gelet op het bepaalde in artikel 7:671b lid 8 sub c BW is voor toekenning van een billijke vergoeding alleen plaats indien de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. De lat ligt daarbij hoog. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat dit zich slechts zal voordoen in uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld als een werkgever grovelijk de verplichtingen niet nakomt die voortvloeit uit de arbeidsovereenkomst en er als gevolg daarvan een verstoorde arbeidsverhouding ontstaat of als een werkgever een valse grond voor ontslag aanvoert met als enig oogmerk een onwerkbare situatie te creëren.
5.14
Een dergelijke situatie doet zich naar het oordeel van de kantonrechter niet voor. O
verwogen wordt dat de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden wegens een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. Het voorgaande neemt niet weg dat de kantonrechter zich niet aan de indruk kan onttrekken dat binnen Santrade sprake is van een zeer directieve stijl van leidinggeven, met name door [leidinggevende 1] , waarbij zeer frequent gesprekken met ondergeschikte werknemers worden gevoerd en waarbij snel wordt overgegaan tot het geven van officiële waarschuwingen. Dat medewerkers, waaronder [verweerster] , zich in een dergelijke bedrijfscultuur snel onder druk gezet voelen en (onderling) kritiek uiten is daarom een te verwachten gevolg. Voor zover aan Santrade op dit op punt een verwijt kan worden gemaakt kan haar van deze handelwijze niet een
ernstigverwijt in de hiervoor bedoelde zin worden gemaakt. Hiervoor is reeds overwogen dat niet gebleken is dat het ontbindingsverzoek van Santrade verband houdt met het feit dat [verweerster] FNV-kader lid is. Evenmin is gebleken dat Santrade [verweerster] op ongeoorloofde wijze onder druk heeft gezet, heeft geïntimideerd of heeft gepest. Een billijke vergoeding is dan ook niet toewijsbaar.
proceskosten
5.15
De kantonrechter ziet aanleiding de proceskosten te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
6. De beslissing
de kantonrechter:
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van
1 maart 2019;
kent aan [verweerster] ten laste van Santrade een transitievergoeding toe ten bedrage van
€ 13.826,93 bruto;
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten van de procedure draagt;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar en voorraad en wijst af het meer of anders verzochte,
Deze beschikking is gegeven door mr. L.J. van Die en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
829