ECLI:NL:RBROT:2018:10813

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 december 2018
Publicatiedatum
3 januari 2019
Zaaknummer
10/125821-18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot diefstal door middel van braak in pinautomaten met gevangenisstraf als gevolg

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 december 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van twee pogingen tot diefstal door middel van braak in pinautomaten. De verdachte, die op dat moment preventief gedetineerd was, werd bijgestaan door raadsman mr. L. Tricoli. De officier van justitie, mr. E. van Veen, eiste een gevangenisstraf van 18 maanden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 26 en 27 juni 2018 in Vianen en Ridderkerk heeft geprobeerd om geld te stelen uit pinautomaten door deze open te branden met een soldeermachine. De rechtbank heeft de verdediging verworpen, die stelde dat er geen sprake was van een poging tot diefstal, maar enkel van vernieling. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wel degelijk een begin van uitvoering had gemaakt en dat zijn handelen als een poging tot diefstal door middel van braak gekwalificeerd kon worden. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de ten laste gelegde feiten en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, met aftrek van voorarrest. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat deze onvoldoende was onderbouwd.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/125821-18
Datum uitspraak: 19 december 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedatum] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de
Penitentiaire Inrichting Dordrecht,
raadsman mr. L. Tricoli, advocaat te Alphen aan den Rijn.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 12 december 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. E. van Veen heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest;
  • niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in de vordering tot schadevergoeding.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van de ten laste gelegde feiten. De verdachte heeft voor de kick de automaten vernield. Van “jackpotting” (inbraak in en manipulatie van de besturing van pinautomaten) was geen sprake. Als de verdachte al op iets anders dan vernieling uit zou zijn geweest, was sprake van een absoluut ondeugdelijke poging, nu er geen computer of andere elektronische apparaten in de bestelbus zijn aangetroffen. Daarnaast zou er bij een eventuele diefstal uit de pinautomaten, waarbij gebruik is gemaakt van de middelen uit de tenlastelegging, sprake zijn van diefstal door middel van een valse sleutel in plaats van braak, hetgeen niet is ten laste gelegd. Tot slot heeft de raadsman bepleit dat als de rechtbank tot de conclusie zou komen dat de verdachte gebruik heeft gemaakt van de aangetroffen mobiele telefoon, er dan alleen sprake is van voorbereidingshandelingen en dat is ook niet ten laste gelegd.
4.1.2.
Beoordeling
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman dat de goederen die zijn aangetroffen in de bestelbus van de verdachte ongeschikt zouden zijn voor een geslaagde “jackpotting”. Uit de camerabeelden die zijn gemaakt bij de pinautomaten in Ridderkerk en Vianen, en de verklaringen van de verdachte blijkt dat de verdachte de pinautomaten heeft vernield door met een soldeermachine een rechthoekig/vierkant gat te branden in het plastic. Na aanhouding worden er in de bestelbus van de verdachte goederen aangetroffen, onder andere een mobiele telefoon en usb-stick met daarop software die past bij de software van een pinautomaat, die gebruikt kunnen worden bij “jackpotting”. Bij deze manier van inbreken wordt er een opening gemaakt in de pinautomaat, waarna door middel van kabels verbinding wordt gemaakt met de interne elektronica van de pinautomaat. Vervolgens wordt dan een extern meegebracht apparaat, zoals een laptop of mobiele telefoon, aangesloten op de elektronica van de pinautomaat. Door gebruik te maken van software, wordt de besturing van de pinautomaat overgenomen. Op die manier kunnen de geldlades van de pinautomaat worden gemanipuleerd en kan de pinautomaat opdracht worden gegeven om geld te verstrekken. Aan de verdediging kan worden nagegeven dat het handelen van verdachte ook gekwalificeerd kan worden als een poging tot diefstal door middel van een valse sleutel, maar dat staat er niet aan in de weg dat het handelen van de verdachte (ook) als een poging tot diefstal door middel van braak kan worden gekwalificeerd. De braak is immers een essentiële stap om toegang te krijgen tot de kabels en vervolgens de software van de pinautomaat.
Van een begin van uitvoering kan worden gesproken, indien de gedraging van de verdachte naar haar uiterlijke verschijningsvorm moet worden beschouwd als te zijn gericht op de voltooiing van het voorgenomen misdrijf. De verdachte heeft een rechthoekig/vierkant gat gebrand in het plastic van de pinautomaten. Om kabels te kunnen plaatsen in de pinautomaat, waarmee verbinding kan worden gemaakt met de interne elektronica, is het maken van een gat noodzakelijk. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er sprake is van een begin van uitvoering. Daaruit vloeit voort dat de rechtbank, in tegenstelling tot het betoog, van de raadsman van oordeel is dat er sprake is van een poging tot diefstal door middel van braak. Het verweer dat er alleen sprake zou zijn van voorbereidingshandelingen behoeft dan geen verdere bespreking.
De rechtbank is op grond van vorenstaande van oordeel dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
4.1.3.
Conclusie
De ten laste gelegde feiten zijn bewezen.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij
op 27 juni 2018 te Ridderkerk
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om uit een pinautomaat een geldbedrag, dat
aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader(s)
toebehoorde, te weten aan [naam bank] , weg te nemen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
en
die weg te nemen goederen onder hun bereik te
brengen door middel van braak met een soldeermachine
een deel van voornoemde pinautomaat heeft open gebrand ,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij
op 26 juni 2018 te Vianen
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
uit een pinautomaat een geldbedrag, dat aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam bank] , weg te nemen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
en dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik te brengen door middel van braak,
met een soldeermachine een deel van voornoemde
pinautomaat heeft getracht open te branden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
2.
poging tot diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee pogingen tot diefstal door middel van braak, doordat hij in pinautomaten van de [naam bank] in Ridderkerk en Vianen gaten heeft gebrand met een soldeermachine. Bij de poging in Ridderkerk heeft de verdachte samengewerkt met één of meer anderen. Doordat het alarm van de pinautomaten is afgegaan, heeft de verdachte zijn inbraakpogingen gestaakt. Hierdoor is de schade beperkt gebleven. De schade voor banken en het financiële verkeer had enorm kunnen zijn indien de verdachte de diefstal had kunnen voltooien.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 16 november 2018, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder in Nederland is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op een uittreksel uit het European Criminal Records Information System van 3 oktober 2018, waaruit blijkt dat de verdachte eerder in Duitsland is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Anders dan door de raadsman is betoogd, is de rechtbank van oordeel dat het enkele feit dat de verdachte niet in aanmerking komt voor vervroegde invrijheidsstelling omdat hij geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland heeft, niet met zich brengt dat sprake is van ongelijke behandeling ten opzichte van Nederlandse ingezetenen indien hem een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langer dan een jaar wordt opgelegd.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte op een professionele wijze te werk is gegaan, nu in de bestelbus een notitiebriefje met adressen van pinautomaten is aangetroffen, die mogelijk (de volgende) doelwitten van de verdachte waren. Ten aanzien van het eerste feit speelt in strafverzwarende zin mee dat medeplegen bewezen wordt verklaard. Daarnaast had een voltooide diefstal in korte tijd veel schade kunnen veroorzaken. Voorts heeft de rechtbank in strafverzwarende zin rekening gehouden met eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke feiten in Duitsland.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Vordering benadeelde partij

Als benadeelde partij heeft [benadeelde] zich in het geding gevoegd ter zake van de ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 5.000,- aan materiële schade.
8.1.
Beoordeling
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu de vordering onvoldoende is onderbouwd.
Nu de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
8.2.
Conclusie
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 45, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.A.T. Werner, voorzitter,
en mr. W.H.J. Stemker Köster en mr. P.E. van Althuis, rechters,
in tegenwoordigheid van D.J. Boogert en mr. L.W.J. Cramer, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij
op of omstreeks 27 juni 2018 te Ridderkerk
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om in/uit een pinautomaat/geldautomaat een geldbedrag, dat
geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde, te weten aan [naam bank] , weg te nemen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of
dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te
brengen door middel van braak en/of verbreking met een soldeermachine
en/of brand/snijvoorwerp en/of een beitel en/of schroevendraaier, althans
een of meer stuks gereedschap een deel van voornoemde pinautomaat
heeft opengesneden/opengebrand en/of opengebroken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij
op of omstreeks 26 juni 2018 te Vianen
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
in/uit een pinautomaat/geldautomaat een geldbedrag, dat geheel of ten
dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam bank] , weg te
nemen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat weg
te nemen geldbedrag onder zijn bereik te brengen door middel van braak,
verbreking met een soldeermachine en/of brandvoorwerp/snijvoorwerp,
althans met een of meer stuks gereedschap een deel van voornoemde
pinautomaat heeft getracht open te branden en/of open te snijden en/of
open te breken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;