Uitspraak
1.Het procesverloop en de processtukken
tegen [naam vennootschap verkeerd gespeld] n.v.(de rechtbank leest: [naam vennootschap] N.V.)
die dient bij uw rechtbank.
Rechtbank Rotterdam
Op 14 december 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. W.J. van den Bergh, rechter in een civielrechtelijke procedure. De verzoeker had op 5 september 2016 een vennootschap gedagvaard en in de daaropvolgende procedure had hij op 15 november 2018 een klacht ingediend tegen de rechter, waarin hij stelde dat deze niet langer als onafhankelijke en onpartijdige rechter kon functioneren. De wrakingskamer heeft de brief van de verzoeker als een wrakingsverzoek in behandeling genomen, maar geconstateerd dat het verzoek niet was ondertekend door een advocaat, wat verplicht was volgens de regels van het Burgerlijk Procesrecht. De verzoeker kreeg de gelegenheid om dit verzuim te herstellen, maar heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. Hierdoor werd de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn wrakingsverzoek. De rechtbank benadrukte dat in procedures waar procesvertegenwoordiging door een advocaat verplicht is, de ondertekening van het wrakingsverzoek door een advocaat ook verplicht is. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer voor wrakingszaken, waarbij de voorzitter en de andere rechters aanwezig waren.