Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 december 2018 in de zaken tussen
de burgemeester van de gemeente Rotterdam, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
26 april 2017 (de rapportages), abusievelijk het adres Breevaartstraat 24 is opgenomen. De in de rapportages vermelde doorzoekingen hebben plaatsgevonden in het pand op het adres Breevaartstraat 20. Daar waar Breevaartstraat 24 staat vermeld, dient gelezen te worden Breevaartstraat 20.
[Naam 1] het risico dat hij misdrijven, waarmee goederen worden verworven, faciliteert en handelt in gestolen goederen (heling). Het feit dat er op 28 maart 2017 32 gestolen goederen zijn aangetroffen, bevestigt volgens verweerder dit standpunt. Daarbij neemt verweerder mee dat de onderneming van [Naam 1] is gevestigd in het gebied de Spaanse polder, waar een revitaliseringstraject gaande is. Hiervoor is het van belang om ongewenste activiteiten, waaronder criminaliteit, integraal aan te pakken en een transparante bedrijvencultuur te creëren waar criminele activiteiten en/of misstanden direct worden aangepakt en voorkomen. Verweerder heeft in dit geval verzwarende omstandigheden aanwezig geacht, waardoor over is gegaan tot de sluiting van de bedrijfspanden voor de duur van drie maanden, namelijk dat er meerdere overtredingen zijn van het handhavingsarrangement (heling en het niet correct bijhouden van een gewaarmerkt in- en/of verkoopregister), dat er sprake is van meerdere strafbare feiten (heling en het voorhanden hebben van een pistool met munitie en pepperspray), en dat [Naam 1] goederen voorhanden had die afkomstig zijn van een misdrijf, waarbij sprake is van een grote hoeveelheid gestolen goederen (in ieder geval 32 stuks) en dat er sterke vermoedens zijn van verwijtbaar gedrag van [Naam 1] als handelaar (niet of niet correct bijhouden van een gewaarmerkt in- en/of verkoopregister (ondanks meerdere waarschuwingen), innemen van auto-onderdelen zonder sticker, en geen check in het stophelingregister).
De bevindingen van de controles op nummer 24 (lees: 20) en 29 kunnen niet los van elkaar worden gezien. Herstel van de openbare orde weegt daarbij zwaarder dan het financiële belang van [Naam 1], aldus verweerder.
Door eiseres 1 is aangevoerd dat haar geen verwijt treft voor het niet functioneren van haar DOR systeem. De rechtbank stelt vast dat Riksha Automotive B.V. pas nadat het primaire besluit was genomen, bij e-mail van 18 juni 2017, bij verweerder te kennen heeft gegeven dat het DOR systeem niet functioneert omdat de registratie en aanmelding op naam van het verkeerde bedrijf staan. Het had echter op de weg van Riksha Automotive B.V. gelegen om dit eerder aan verweerder te melden. Zij is immers verantwoordelijk voor het voeren van dit wettelijk voorgeschreven systeem en kan zich dus niet verschuilen achter haar nalatigheid tijdig adequate actie te ondernemen.
Beslissing
27 december 2018.