Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Tenlastelegging
2.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot 1 (één) week gevangenisstraf.
3.Waardering van het bewijs
In de eerdere zaak hadden zowel de verbalisanten als de andere betrokkenen de processen-verbaal ondertekend middels een zogeheten tablet-handtekening. In de onderhavige zaak hebben de verbalisanten (vrijwel) alle processen-verbaal ondertekend door middel van een zogeheten elektronische handtekening.
Met behulp van deze telefoon kan de verbalisant gebruik maken van de generieke tekenvoorziening (in het dossier aangeduid als ‘onderteken-app’) die op het DPD-systeem is aangesloten. DPD en de generieke tekenvoorziening waarborgen samen dat de ondertekening door de verbalisant uitsluitend door hem/haar kan zijn gemaakt en dat er niet onbewust, ‘per ongeluk’ kan worden ondertekend.
Binnen het DPD-systeem zijn voorzieningen ingebouwd die moeten waarborgen dat de elektronische (en tablet-)handtekening onlosmakelijk verbonden is met het document (proces-verbaal) dat is ondertekend en dat na de ondertekening niets meer aan het document is veranderd.
De politierechter stelt vast dat de beschreven procedure in het algemeen voldoende waarborgen bevat om eventueel onbevoegd ondertekenen te voorkómen. Zo is de telefoon met behulp waarvan wordt ondertekend, ‘op de persoon’ uitgereikt en moet de verbalisant zowel op de telefoon als in het systeem inloggen. De verbalisant moet bovendien een ‘tekenverzoek’ doen wanneer hij of zij het proces-verbaal wil ondertekenen. Het systeem stuurt vervolgens een bericht naar de telefoon van de verbalisant, dat het document in de ‘onderteken-app’ kan worden ondertekend.
Voor de gevallen waarin de bevoegdheid van een verbalisant om te ondertekenen, wordt betwist, zou het goed zijn als de rechter – bijvoorbeeld door te klikken op een hyperlink in het document – meteen die bevoegdheid kan controleren aan de hand van een database.
De politierechter merkt daarbij overigens op, dat het vraagstuk van de bevoegdheid bij papieren dossiers zelden of nooit problemen geeft. In het algemeen wordt er van uit gegaan dat degene die op ambtseed of ambtsbelofte een ‘natte’ handtekening zet, daartoe bevoegd is en dat die handtekening ook daadwerkelijk door die verbalisant is gezet.
Gelet op deze uitleg gaat de politierechter er van uit dat het nagenoeg onmogelijk is om een document te ‘vervalsen’ door het na de ondertekening onmerkbaar te veranderen.
Ook hier dringt de vergelijking met het papieren dossier zich overigens op. Voor kwaadwillenden is het waarschijnlijk eenvoudiger om te rommelen met een ‘nat’ ondertekend papieren dossierstuk dan met een elektronisch opgemaakt en ondertekend stuk.
4.Strafbaarheid feit
5.Strafbaarheid verdachte
6.Motivering straffen
De politierechter stelt vast dat de eerdere veroordelingen enkele jaren oud zijn. Het lijkt er dan ook op dat de verdachte een aantal jaar op het rechte pad is gebleven. Om die reden zal de politierechter het in dit geval laten bij een werkstraf, met daarnaast een voorwaardelijke straf. Die voorwaardelijke straf helpt hopelijk om te voorkomen dat de verdachte opnieuw de fout in gaat.
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissing
taakstraf voor de duur van 30 (dertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
15 (vijftien) dagen;
gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) week;