Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 17 februari 2016
- het deskundigenbericht van 30 december 2016
- de conclusie na deskundigenbericht, alsmede wijziging van eis van NVZ c.s.
- de antwoordconclusie na deskundigenbericht van Videma met producties 50-59
- de akte uitlating producties van NVZ c.s.
- de akte vermeerdering van eis van NVZ c.s.
- de akte wijziging eis van NVZ c.s. van 25 oktober 2017
- het B8-formulier van Videma van 27 oktober 2017 met akte producties 60-66
- het B3-formulier van NVZ c.s. van 30 oktober 2017 met akte indienen producties 74-84
- de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken.
2.De verdere beoordeling
- de hoogte van het door Videma voor 2013 en 2014 vastgestelde all-in tarief voor ziekenhuizen c.q. voor de leden van NVZ en de op basis daarvan in rekening gebrachte vergoedingen over die jaren is niet billijk in de zin van artikel 22 Wet toezicht cbo’s;
- het hanteren van het standaard (d.w.z. niet branchespecifieke) doorgifte- en vertoningstarief voor ziekenhuizen c.q. voor de leden van NVZ is niet billijk in de zin van artikel 22 Wet toezicht cbo’s.
“De keuze voor een verplicht advies is ingegeven door het streven naar bundeling van expertise ten aanzien van tariefstelling. De betrokkenheid van de geschillencommissie is zo gewaarborgd, ongeacht of partijen naar de geschillencommissie of naar de rechter gaan”(zie: Tweede Kamer, Vergaderjaar 2008-2009, 31 766, nr. 3, p. 12).
“Door expertise te bundelen bij één geschillencommissie kan geleidelijk aan kennis en ervaring worden opgebouwd over de tarieven en praktijken van collectieve beheersorganisaties. Dit zal kunnen leiden tot een vastomlijnde jurisprudentie die het draagvlak voor in rekening gebrachte vergoedingen kan vergroten en kan bijdragen aan de rechtszekerheid. De uitspraken van de geschillencommissie kunnen partijen immers houvast bieden tijdens de onderhandelingen die zijn voeren over vergoedingen (…).”(zie: Tweede Kamer, Vergaderjaar 2008-2009, 31 766, nr. 3, p. 10)
“Tariefgeschillen zijn vaak geen juridische geschillen. Bij tariefgeschillen gaat het in de eerste plaats om het vaststellen van een billijke vergoeding in een specifiek geval.”(zie: Tweede Kamer, Vergaderjaar 2008-2009, 31 766, nr. 3, p. 10)
“Toetsing van een vergoeding vereist onafhankelijkheid, economische en juridische deskundigheid en een billijkheidsoordeel. De geschillencommissie zal om die reden (…) bestaan uit juridische en financieel-economische deskundigen.”(zie: Tweede Kamer, Vergaderjaar 2008-2009, 31 766, nr. 3, p. 12)
“geen verhoging, noch verlaging van de totale vergoedingen aan de cbo’s als gevolg van de systematiekaanpassing als zodanig”(zie: conclusie van antwoord punt 34 en productie V9).
“Budgetneutraliteit betekent dus niet dat de totale afdracht zonder meer gelijk blijft, maar alleen dat dit gelijk blijft als op grond van een gezamenlijke afspraak een systematiek aanpassing wordt doorgevoerd.”
“Het ITV/TV Catchup I arrest wordt geheel niet genoemd. Verder vond het Hof de zaak zo eenvoudig dat een Conclusie A-G niet nodig was en dat een Kamer van drie deze zaak kon afdoen”(AMI 2017/2, p. 94 – 101). Videma stelt dat onverkort het oordeel van het HvJ inzake het standaardarrest SGAE/Rafael Hoteles (arrest van 7 december 2006, C-306/06, ECLI:EU:C:2007:764) geldt dat hotelgasten een nieuw publiek vormen.
2.712,00(6 punt × tarief € 452,00)