ECLI:NL:RBROT:2018:1025

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 februari 2018
Publicatiedatum
14 februari 2018
Zaaknummer
C/10/524135 / HA ZA 17-330
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontbinding van overeenkomsten en schadevergoeding door deelnemers van de Succes Awards tegen Stichting Nationale Business Succes Award Instituut en TV Media Partners B.V.

In deze zaak vorderen de deelnemers van de Succes Awards, georganiseerd door de Stichting Nationale Business Succes Award Instituut (NBSA) en TV Media Partners B.V. (TVMP), ontbinding van de overeenkomsten en schadevergoeding. De deelnemers stellen dat NBSA en TVMP tekortgeschoten zijn in hun verplichtingen, waaronder het organiseren van een wedstrijd en het bieden van positieve media-exposure. De deelnemers hebben in de jaren 2013, 2014, 2015 en 2016 deelgenomen aan de Succes Awards, maar de finale awardshow van 2016 heeft niet plaatsgevonden. De uitzending van het televisieprogramma Rambam heeft negatieve aandacht gegenereerd voor de organisatie, wat de reputatie van de deelnemers heeft geschaad. De rechtbank oordeelt dat NBSA en TVMP tekortgeschoten zijn in hun verplichtingen, waardoor de overeenkomsten buitengerechtelijk zijn ontbonden. De rechtbank wijst de vorderingen van de deelnemers tot terugbetaling van hun inleg toe, vermeerderd met wettelijke rente. De vorderingen in reconventie van NBSA en TVMP worden afgewezen. De proceskosten worden toegewezen aan de deelnemers.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Handel en Haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/524135 / HA ZA 17-330
Vonnis van 14 februari 2018
in de zaak van

1.[eiseres 1] ,

wonende te Meerkerk;
2. [eiser 2] ,
wonende te Hauwert;
3. [eiser 3] ,
wonende te Groningen;
4. [eiseres 4]
[eiseres 4],
wonende te Capelle aan den IJssel;
5. [eiser 5]
[eiser 5],
wonende te Horssen;
de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
[eiser 6],
gevestigd te Utrecht;
[eiser 7],
gevestigd te Capelle aan den IJssel;
8.
[eiser 8],
gevestigd te Dodewaard;
9.
[eiser 9],
gevestigd te Gouda;
10.
[eiser 10],
gevestigd te Sneek;
11.
[eiser 11],
gevestigd te Roosendaal;
12.
[eiser 12],
gevestigd te Amsterdam;
13.
[eiser 13],
gevestigd te Genemuiden;
14.
[eiser 14],
gevestigd te Tilburg;
15.
[eiser 15],
gevestigd te Rotterdam;
16.
[eiser 16],
gevestigd te Echt;
17.
[eiser 17],
gevestigd te Arnhem;

18.[eiser 18] ,

gevestigd te Beilen;
19.
[eiser 19],
gevestigd te Honselersdijk;
20.
[eiser 20],
gevestigd te Barendrecht;
21.
[eiser 21],
gevestigd te Naarden;
22.
[eiser 22],
gevestigd te Deurne;
23.
[eiser 23],
gevestigd te Woerden;
24.
[eiser 24],
gevestigd te Rotterdam;
25.
[eiser 25],
gevestigd te Gorinchem;
26.
[eiser 26],
gevestigd te De Meern;
27.
[eiser 27],
gevestigd te Apeldoorn;
28.
[eiser 28],
gevestigd te Nieuw-Vennep;
29.
[eiser 29],
gevestigd te Nieuwegein;
30.
[eiser 30],
gevestigd te Amsterdam;
31.
[eiser 31],
gevestigd te Hoorn;
32.
[eiser 32],
gevestigd te Wehl;
33.
[eiser 33],
gevestigd te Harmelen;
34.
[eiser 34],
gevestigd te Berkel-Enschot;
35.
[eiser 35],
gevestigd te Hoofddorp;
36.
[eiser 36],
gevestigd te Den Haag;
37.
[eiser 37],
gevestigd te Emmeloord;
38.
[eiser 38],
gevestigd te Pernis Rotterdam;
39.
[eiser 39],
gevestigd te Heerhugowaard;
40.
[eiser 40],
gevestigd te Duiven;
41.
[eiser 41],
gevestigd te Venlo;

42.[eiser 42] ,

gevestigd te Zaandam;
43.
[eiser 43],
gevestigd te Ridderkerk;
44.
[eiser 44],
gevestigd te Zwolle;
45.
[eiser 45],
gevestigd te Alphen aan den Rijn;
46.
[eiser 46],
gevestigd te Winterswijk;
47.
[eiser 47],
gevestigd te Millingen aan de Rijn;
48.
[eiser 48],
gevestigd te Zutphen;
49.
[eiser 49],
gevestigd te Haarlem;
50.
[eiser 50],
gevestigd te Oisterwijk;
51.
[eiser 51],
gevestigd te Rotterdam;
52.
[eiser 52],
gevestigd te ‘s-Hertogenbosch;
53.
[eiser 53],
gevestigd te Breukelen;
54.
[eiser 54],
gevestigd te Amsterdam-Duivendrecht;
55.
[eiser 55],
gevestigd te Zwolle;
56.
[eiser 56],
gevestigd te Capelle aan den IJssel;
57.
[eiser 57],
gevestigd te Katwijk;
58.
[eiser 58],
gevestigd te De Meern;
59.
[eiser 59],
gevestigd te Den Haag;
60.
[eiser 60],
gevestigd te Ulvenhout;
61.
[eiser 61],
gevestigd te Zaandam;
62.
[eiser 62],
gevestigd te Gouda;
63.
[eiser 63],
gevestigd te Tricht;
64.
[eiser 64],
gevestigd te Delft;
65.
[eiser 65],
gevestigd te Millingen aan den Rijn;

66.[eiser 66] ,

gevestigd te Enschede;
67.
[eiser 67],
gevestigd te Schelluinen;
68.
[eiser 68],
gevestigd te Apeldoorn;
69.
[eiser 69],
gevestigd te Rhoon;
70.
[eiser 70],
gevestigd te ‘s-Gravenhage;
71.
[eiser 71],
gevestigd te Nieuwegein;
72.
[eiser 72],
gevestigd te Apeldoorn;
73.
[eiser 73],
gevestigd te Meerkerk;
74.
[eiser 74],
gevestigd te Oudkarspel;
75.
[eiser 75],
gevestigd te Amsterdam;
76.
[eiser 76],
gevestigd te Amsterdam;
77.
[eiser 77],
gevestigd te Amsterdam;
78.
[eiser 78],
gevestigd te Nieuwegein;
79.
[eiser 79],
gevestigd te Utrecht;
80.
[eiser 80],
gevestigd te Nieuwegein;
81.
[eiser 81],
gevestigd te Krabbendijke;
82.
[eiser 82],
gevestigd te Alphen aan den Rijn;
83.
[eiser 83],
gevestigd te Staphorst;
84.
[eiser 84],
gevestigd te Nuenen;
85.
[eiser 85],
gevestigd te Hoogeveen;
86.
[eiser 86],
gevestigd te Stadskanaal;
87.
[eiser 87],
gevestigd te Oss;
88.
[eiser 88],
gevestigd te Eindhoven;
89.
[eiser 89],
gevestigd te Goirle;

90.[eiser 90] ,

gevestigd te Hoogeveen;
91.
[eiser 91],
gevestigd te IJmuiden;
92.
[eiser 92],
gevestigd te Halsteren;
93.
[eiser 93],
gevestigd te Alblasserdam;
94.
[eiser 94],
gevestigd te Westerlee;
95.
[eiser 95],
gevestigd te Beuningen (Gld);
96.
[eiser 96],
gevestigd te Lutten;
97.
[eiser 97],
gevestigd te Rhoon;
98.
[eiser 98],
gevestigd te Westwoud;
99.
[eiser 99],
gevestigd te Middelharnis;
100.
[eiser 100],
gevestigd te Roden;
101.
[eiser 101],
gevestigd te Ridderkerk;
102.
[eiser 102],
gevestigd te Eist;
103.
[eiser 103],
gevestigd te Naaldwijk;
104.
[eiser 104],
gevestigd te Rotterdam;
105.
[eiser 105],
gevestigd te Rotterdam;
106.
[eiser 106],
gevestigd te Schiedam;
107.
[eiser 107],
gevestigd te Zutphen;
108.
[eiser 108],
gevestigd te Mijdrecht;
109.
[eiser 109],
gevestigd te Emmeloord;
110.
[eiser 110],
gevestigd te Leiden;
111.
[eiser 111],
gevestigd te De Lier;
112.
[eiser 112],
gevestigd te Pijnacker;
113.
[eiser 113],
gevestigd te Hilversum;
114.
[eiser 114],
gevestigd te Bergen (L);
115.
[eiser 115],
gevestigd te Heerenveen;
116.
[eiser 116],
gevestigd te Zevenhuizen;
117.
[eiser 117],
gevestigd te Amersfoort;
118.
[eiser 118],
gevestigd te Rotterdam;
119.
[eiser 119],
gevestigd te Schiedam;
120.
[eiser 120],
gevestigd te Utrecht;
121.
[eiser 121],
gevestigd te Amsterdam;
122.
[eiser 122],
gevestigd te Heemstede;
123.
[eiser 123],
gevestigd te Serooskerke;
124.
[eiser 124],
gevestigd te Bergambacht;
125.
[eiser 125],
gevestigd te Amsterdam;
126.
[eiser 126],
gevestigd te Venray;
127.
[eiser 127],
gevestigd te Dokkum;
128.
[eiser 128],
gevestigd te Amersfoort;
129.
[eiser 129],
gevestigd te Zwartebroek;
130.
[eiser 130],
gevestigd te Dudewater;
131.
[eiser 131],
gevestigd te Ede;
132.
[eiser 132],
gevestigd te Utrecht;
133.
[eiser 133],
gevestigd te Capelle aan den IJssel;
134.
[eiser 134],
gevestigd te Hoofddorp;
135.
[eiser 135],
gevestigd te Miii;
136.
[eiser 136],
gevestigd te Aalten;
137.
[eiser 137],
gevestigd te Zwolle;
138.
[eiser 138],
gevestigd te Klundert;
139.
[eiser 139],
gevestigd te Barendrecht;
140.
[eiser 140],
gevestigd te Amsterdam;
141.
[eiser 141],
gevestigd te Helmond;
142.
[eiser 142],
gevestigd te Yerseke;
143.
[eiser 143],
gevestigd te Hengelo;
144.
[eiser 144],
gevestigd te Hasselt;
145.
[eiser 145],
gevestigd te Tilburg;
146.
[eiser 146],
gevestigd te Ede;
147.
[eiser 147],
gevestigd te Hilversum;
148.
[eiser 148],
gevestigd te Sittard;
149.
[eiser 149],
gevestigd te Maastricht;
150.
[eiser 150],
gevestigd te ‘s-Gravenhage;
151.
[eiser 151],
gevestigd te Reeuwijk;
152.
[eiser 152],
gevestigd te Almere;
153.
[eiser 153],
gevestigd te Ridderkerk;
154.
[eiser 154],
gevestigd te Delft;
155.
[eiser 155],
gevestigd te Dorst;
156.
[eiser 156],
gevestigd te Hendrik-Ido-Ambacht;
157.
[eiser 157],
gevestigd te Rotterdam;
158.
[eiser 158],
gevestigd te Breda;
159.
[eiser 159],
gevestigd te Emmeloord;
160.
[eiser 160],
gevestigd te Werkendam;
161.
[eiser 161],
gevestigd te Apeldoorn;
162.
[eiser 162],
gevestigd te Almelo;
163.
[eiser 163],
gevestigd te Veghel;
164.
[eiser 164],
gevestigd te Groot-Ammers;
165.
[eiser 165],
gevestigd te Hedel;
166.
[eiser 166],
gevestigd te Wageningen;
167.
[eiser 167],
gevestigd te Amsterdam;
168.
[eiser 168],
gevestigd te Den Haag;
169.
[eiser 169],
gevestigd te Den Haag;
170.
[eiser 170],
gevestigd te Oosthuizen;
171.
[eiser 171],
gevestigd te Tilburg;
172.
[eiser 172],
gevestigd te Bleiswijk;
173.
[eiser 173],
gevestigd te Breda;
174.
[eiser 174],
gevestigd te Etten-Leur;
175.
[eiser 175],
gevestigd te Rotterdam;
176.
[eiser 176],
gevestigd te Werkendam;
177.
[eiser 177],
gevestigd te Apeldoorn;
178.
[eiser 178],
gevestigd te Purmerend;
179.
[eiser 179],
gevestigd te Poeldijk;
de maatschappen
180.
[eiser 180],
gevestigd te IJsselmuiden;
181.
[eiser 181],
gevestigd te Doetinchem;
de rechtspersoon naar het recht van het land van vestiging
182.
[eiser 182],
gevestigd te Nicosia (Cyprus);
de stichtingen
183.
[eiser 183],
gevestigd te Leeuwarden;
184.
[eiser 184],
gevestigd te Amersfoort;
185.
[eiser 185],
gevestigd te Zetten;
de vennootschappen onder firma
186.
[eiser 186],
gevestigd te Leiden;
187.
[eiser 187],
gevestigd te Stoutenburg;
188.
[eiser 188],
gevestigd te Amsterdam;
189.
[eiser 189],
gevestigd te Rotterdam;
de openbare lichamen op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen
190.
[eiser 190],
gevestigd te Eindhoven;
191.
[eiser 191],
gevestigd te Helmond;
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaten mr. B. van Mieghem en mr. P.F. Slob,
tegen
1. de stichting

STICHTING NATIONALE BUSINESS SUCCES AWARD INSTITUUT;

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

T.V. MEDIA PARTNERS B.V.;

beiden gevestigd te Rotterdam,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaten mr. E.J. Bink en mr. L.Z. Bosman.
Partijen zullen hierna “de Deelnemers” en “NBSA c.s.” genoemd worden. Waar NBSA c.s. afzonderlijk worden bedoeld, zullen zij worden aangeduid als “NBSA” en “TVMP”.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken:
- de dagvaarding van 23 maart 2017;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de brief van 12 oktober 2017 van NBSA c.s.;
- de brief van de rechtbank van 12 oktober 2017;
- de brief van de rechtbank van 14 november 2017;
- de akte van 27 november 2017 van de Deelnemers;
- het proces-verbaal van comparitie van 7 december 2017;
- de brief van 19 december 2017 van de Deelnemers;
- de brief van 20 december 2017 van NBSA c.s.;
- de brief van 21 december 2017 van NBSA c.s.;
- de door partijen overgelegde producties.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De vaststaande feiten

2.1.
NBSA exploiteert een onderneming met als statutair doel (onder meer) het versterken van het succes van succesvolle bedrijven en het organiseren van activiteiten rondom het thema succes. Dat heeft zij onder meer gedaan door het ontwikkelen van twee verkiezingen namelijk de Nationale Business Succes Award (hierna: de Succes Awards) en De Best Presterende Werkgever.
2.2.
TVMP exploiteert een onderneming op het gebied van het produceren, uitzenden en acquireren van media- en TV-uitzendactiviteiten.
2.3.
De Deelnemers hebben meegedaan aan de Succes Awards in de jaren 2013, 2014, 2015 of 2016. In 2013, 2014 en 2015 heeft een Finale Awardshow plaatsgevonden ter afsluiting van die editie van de Succes Awards. De Finale Awardshow van de editie van 2016, gepland op 2 februari 2017, heeft niet plaatsgevonden.
2.4.
Op 12 januari 2017 heeft het televisieprogramma Rambam een uitzending geweid aan NBSA c.s. en de verkiezing van de winnaar van de Succes Awards. Op de website www.rambam.vara.nl staat het volgende vermeld over deze uitzending:
“Succes Awards!
Rambam wint een ondernemersprijs met een niet bestaand bedrijf. De makers richtten een fictief uitzendbureau op om aan te tonen dat de Succes Awards, naar eigen zeggen de grootste ondernemersprijs van Nederland, doorgestoken kaart zijn.”
De makers van Rambam hebben meegedaan aan de verkiezing met een niet bestaand bedrijf genaamd Topp Recruitment. Vervolgens is dit bedrijf tot branchewinnaar verkozen in de branche Job Recruitment.

3.De vordering

in conventie
3.1.
De Deelnemers vorderen dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,:
Primair
I. wordt verklaard voor recht dat de tussen NBSA c.s. en de Deelnemers tot stand gekomen overeenkomsten buitengerechtelijk zijn ontbonden, althans dat de overeenkomsten alsnog worden ontbonden;
II. NBSA c.s., hoofdelijk, des dat de een door te betalen de ander zal bevrijden, wordt veroordeeld tot betaling van de door ieder van de Deelnemers betaalde bijdrage aan het media-exposurepakket, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 januari 2017;
III. NBSA c.s., hoofdelijk, des dat de een door te betalen de ander zal bevrijden, wordt veroordeeld tot betaling aan de Deelnemers van de vergoeding van het positief contractsbelang, te verminderen met de door de Deelnemers betaalde bijdrage aan het media-exposurepakket, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding;
Subsidiair
I. wordt verklaard voor recht dat NBSA c.s. onrechtmatig heeft gehandeld en hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de daaruit voortvloeiende schade;
II. NBSA c.s., hoofdelijk, des dat de een door te betalen de ander zal bevrijden, wordt veroordeeld tot betaling aan ieder van de Deelnemers van de door hen betaalde bijdrage aan het media-exposurepakket, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding;
III. NBSA c.s., hoofdelijk, des dat de een door te betalen de ander zal bevrijden, wordt veroordeeld tot betaling aan de Deelnemers van de vergoeding van het positief contractsbelang, te verminderen met de door de Deelnemers betaalde bijdrage aan het media-exposurepakket, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding;
Meer subsidiair
I. wordt verklaard voor recht dat de overeenkomsten tussen ieder van de Deelnemers en NBSA c.s. onder invloed van dwaling tot stand zijn gekomen;
II. de overeenkomsten tussen de Deelnemers en NBSA c.s. worden vernietigd;
III. NBSA c.s., hoofdelijk, des dat de een door te betalen de ander zal bevrijden, wordt veroordeeld tot betaling aan de Deelnemers van de betaalde bijdrage aan het media-exposurepakket, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding;
alsmede dat NBSA c.s., hoofdelijk, wordt veroordeeld in de proceskosten, waaronder de kosten van de conservatoire beslagen, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de vijftiende dag na het vonnis, en de nakosten.
3.2.
De Deelnemers hebben aan hun vordering het volgende ten grondslag gelegd. Ten eerste is NBSA c.s. tekortgeschoten in de nakoming van haar verbintenissen uit de overeenkomsten met de Deelnemers omdat:
de Succes Awards geen wedstrijd was omdat het wedstrijdelement ontbrak;
er geen sprake was van positieve media-exposure door de negatieve aandacht na de uitzending van Rambam;
de Finale Awardshow op 2 februari 2017 niet heeft plaatsgevonden.
Ten tweede heeft NBSA c.s. onrechtmatig gehandeld door de Deelnemers op grond van misleidende mededelingen te bewegen akkoord te gaan met de overeenkomst. Ten slotte zijn de overeenkomsten onder invloed van dwaling tot stand gekomen omdat er onjuiste informatie is verstrekt over de aard en de opzet van de Succes Awards.
De Deelnemers vorderen, naast een verklaring voor recht, de door hen betaalde inleg terug (in totaal ad. € 2.896.588,75) en het positief contractsbelang gebaseerd op de waarde die NBSA c.s. toekent aan het media-exposurepakket (in totaal ad. € 18.318.300,00).
Ten aanzien van TVMP hebben de Deelnemers zich op het standpunt gesteld dat TVMP ook als contractspartij is aan te merken, subsidiair dat sprake is van een onrechtmatige daad gelet op de nauwe samenwerking tussen TVMP en NBSA en de wetenschap dat NBSA tekortschoot jegens de Deelnemers.
3.3.
NBSA c.s. concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, van de Deelnemers in de proceskosten waaronder begrepen de nakosten van € 131,00. TVMP is geen partij bij de overeenkomsten met de Deelnemers. Daarnaast hebben 9 eisers niet meegedaan aan de Succes Awards maar aan een andere verkiezing, namelijk De Best Presterende Werkgever. NBSA c.s. betwist dat de wedstrijd ondeugdelijk was en dat de geleverde media-exposure niet voldeed aan de overeenkomst. Indien de overeenkomst rechtsgeldig buitengerechtelijk is ontbonden dan zijn er ongedaanmakingsverbintenissen ontstaan en moet de betaalde inleg worden verrekend met de waarde van de geleverde media-exposure. De Deelnemers zijn correct geïnformeerd en er is daarom geen sprake van misleiding. NBSA c.s. betwist dat de Deelnemers hebben gedwaald bij het tot stand komen van de overeenkomsten.
in (voorwaardelijke) reconventie
3.4.
In het geval verrekening met de waarde van de geleverde media-exposure niet mogelijk is, vordert NBSA c.s. dat de Deelnemers bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, worden veroordeeld tot betaling van een vergoeding van de waarde van het media-exposurepakket, met veroordeling van de Deelnemers in de proceskosten waaronder begrepen de nakosten van € 131,00.
3.5.
NBSA c.s. legt aan de vordering in voorwaardelijke reconventie ten grondslag dat in het geval er vast komt te staan dat er ongedaanmakingsverbintenissen zijn ontstaan dan wel dat de media-exposurepakketten onverschuldigd zijn geleverd, de waardevergoeding voor de media-exposurepakketten door de Deelnemers moet worden terugbetaald. De hoogte van de vordering wordt beperkt tot het bedrag dat door de Deelnemers aan inleg is betaald.
3.6.
De Deelnemers concluderen tot afwijzing van de voorwaardelijke reconventionele vordering en voeren aan dat de media-exposure waardeloos is (gebleken) door de uitzending van Rambam. Subsidiair voeren de Deelnemers aan dat de geleverde media-exposure in ieder geval minder waard is dan bedrag dat zij aan NBSA c.s. hebben betaald.
4. De beoordeling
Nu de vordering in (voorwaardelijke) reconventie samenhangt met de uitkomst van de beoordeling van de vordering in conventie zullen de vorderingen in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie gezamenlijk worden beoordeeld.
De Best Presterende Werkgever
4.1.
Vaststaat dat 9 van de 191 Deelnemers niet hebben meegedaan aan de Succes Awards maar aan een andere verkiezing die door NBSA werd georganiseerd namelijk
De Best Presterende Werkgever.
4.2.
De Deelnemers stellen dat de verkiezingen als één en dezelfde moeten worden gezien omdat de overeenkomsten dezelfde strekking hebben, er gebruik wordt gemaakt van eenzelfde soort aanmeldformulieren en dezelfde website en dat ook de media-exposure hetzelfde is als bij de Succes Awards, hetgeen NBSA c.s. betwisten. De Deelnemers hebben geen stukken in het geding gebracht die hun stellingen onderbouwen of waaruit valt af te leiden dat de verkiezing De Best Presterende Werkgever dezelfde wedstrijd is als de Succes Awards. Dit is dan ook onvoldoende onderbouwd en dat komt niet vast te staan. Daarom komt ook niet vast te staan dat de verbintenissen tussen NBSA c.s. en de Deelnemers voor wat betreft De Best Presterende Werkgever dezelfde waren als bij de Succes Awards en dat NBSA c.s. in de nakoming van op haar rustende verbintenissen zou zijn tekortgeschoten.
4.3.
De vorderingen van de hierna genoemde Deelnemers zullen daarom worden afgewezen:
Nummer
Deelnemers
7
[eiser 7]
56
[eiser 56]
97
[eiser 97]
137
[eiser 137]
158
[eiser 158]
170
[eiser 170]
183
[eiser 183]
185
[eiser 185]
190
[eiser 190]
4.4.
Het verdere geschil van partijen ziet voor het overgrote deel op de Succes Awards in 2016. Partijen twisten over de vraag of TVMP (naast NBSA) de contractuele wederpartij van de Deelnemers is. Dit is niet het geval. De aanmeldformulieren vermelden enkel NBSA als contractspartij en de gestelde samenwerking tussen NBSA en TVMP is onvoldoende om ook TVMP te kunnen aanmerken als contractspartij. Voor toetreding tot de overeenkomst door wilsovereenstemming is onvoldoende gesteld. Of TVMP op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk is jegens de Deelnemers, zal hierna in r.o. 4.37. worden beoordeeld.
4.5.
Hierna zullen eerst de vorderingen van de Deelnemers die aan de 2016-editie hebben meegedaan worden beoordeeld. Vervolgens zullen de vorderingen van de Deelnemers die aan de 2013, 2014 en 2015-editie hebben meegedaan, worden beoordeeld.
De overeenkomst met betrekking tot de Succes Awards 2016
4.6.
In de aanmeldformulieren staan (onder meer) de volgende verbintenissen vermeld die op NBSA rustten (bijvoorbeeld in het aanmeldformulier van [eiser 20] , hierna [eiser 20] , eiser 20, productie IV bij dagvaarding):
1. het uitvoeren van het nominatieproces, het opstellen van een nominatierapport en
het verkiezen van een branchewinnaar;
2. het verzorgen van een groot en aantrekkelijk media-exposurepakket voor de branchewinnaar;
3. de organisatie van de “Finale Awardshow” op 2 februari 2017;
4.7.
Alleen de Deelnemers die verkozen zijn tot branchewinnaar zijn een eenmalige eigen bijdrage aan het media-exposurepakket verschuldigd. Deze bijdrage bedroeg in 2016
€ 12.750,00 exclusief BTW (productie IV bij dagvaarding). Deze bijdrage wordt hierna de inleg van de Deelnemers genoemd.
De gestelde tekortkomingen in de nakoming van de overeenkomsten - 2016
4.8.
De Deelnemers stellen dat NBSA is tekortgeschoten in de nakoming van de volgende drie verbintenissen:
het organiseren van een wedstrijd;
het genereren van positieve exposure voor de Deelnemers;
de organisatie van de “Finale Awardshow” op 2 februari 2017.
Gestelde tekortkoming: het organiseren van een wedstrijd
4.9.
In het aanmeldformulier (zie productie IV bij dagvaarding) staan onder meer de volgende termen vermeld: ‘hoofdprijs’, ‘branchewinnaar’, ‘Award-finalisten’ en ‘categoriewinnaars’. Het gebruik van deze termen brengt met zich dat de Deelnemers een competitie mogen verwachten tussen meerdere partijen waarbij wordt vastgesteld welke partij de winnaar is.
4.10.
Ter zitting is er namens NBSA toegelicht dat de top 10 van de bedrijven in een branche werd benaderd en dat werd beoordeeld of deze bedrijven voldeden aan de minimale vereisten waaraan NBSA toetste. Pas wanneer een bedrijf voldeed aan de vereisten stuurde NBSA een aanmeldformulier toe en kon er een overeenkomst tot stand komen. Na de totstandkoming van de overeenkomst vond er een bedrijfsbezoek plaats door de voorzitter van de nominatiecommissie.
NBSA heeft verder verklaard dat in 2016 ongeveer 600 branches hebben meegedaan. In ongeveer 10% tot 20% van de branches deed er maar één deelnemer mee. In totaal deden 1000 tot 1500 deelnemers mee in de 600 branches. Er zijn ook branches waarin NBSA uiteindelijk geen winnaar heeft gekozen omdat de deelnemer niet voldeed aan de door NBSA gestelde eisen (zie het proces-verbaal van comparitie). De Deelnemers hebben de door NBSA genoemde aantallen niet betwist, zodat deze vaststaan.
4.11.
Dat er in ongeveer 10% tot 20% van de branches maar één deelnemer mee deed, brengt met zich dat vast komt te staan dat er Deelnemers branchewinnaar zijn geworden zonder enige feitelijke competitie van een branchegenoot en in dat geval is er dus geen sprake van een wedstrijd geweest. Afgaande op de aantallen waarover NBSA zelf verklaart, staat vast dat de overige branches gemiddeld genomen 2,2 deelnemers hadden.
4.12.
NBSA voert aan dat er wel degelijk sprake is geweest van een wedstrijd omdat er ook bedrijven hebben meegedaan aan de verkiezing die uiteindelijk niet hebben gewonnen. De aanmeldformulieren van deze bedrijven zijn niet in het geding gebracht en NBSA heeft aangeboden dit alsnog te doen. Naast het feit dat NBSA in het licht van alles dat door de Deelnemers is gesteld niet voldoende feitelijk heeft onderbouwd om te worden toegelaten tot bewijslevering, kan het NBSA ook niet baten. Zelfs wanneer zou komen vast te staan dat er in enkele branches wel meerdere verliezers zijn geweest, doet dat niet af aan het feit dat er in een aanzienlijk deel van de branches er geen verliezers waren omdat er slechts één deelnemer is geweest en voor de overige branches een zeer gering aantal deelnemers. Dat er door NBSA al een voorselectie was gemaakt (de top 10) en dat volgens haar niet ieder bedrijf voldeed aan de door NBSA gestelde eisen om deelnemer te kunnen worden, is niet relevant voor de overeengekomen wedstrijdverbintenis. NBSA is deze verbintenis namelijk aangegaan nádat de door haar genoemde voorselectie al had plaatsgevonden. De Deelnemers mochten verwachten dat er sprake was van een wedstrijd tussen
deelnemendebedrijven.
4.13.
Tussen partijen is in dit kader verder in geschil of NBSA naar believen branches heeft verzonnen zodat iedere deelnemer tot branchewinnaar zou kunnen worden uitgeroepen (en de Deelnemers de inleg verschuldigd zouden zijn aan NBSA). Ter zitting heeft NBSA toegelicht dat de branches in beginsel zijn ingedeeld aan de hand van de SBI-codes uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel, maar omdat deze SBI-codes naar de overtuiging van NBSA ouderwets en te grofmazig waren, er samen met de deelnemer werd gezocht naar een meer passende branche (zie het proces-verbaal van comparitie).
4.14.
De Deelnemers hebben meerdere aanmeldformulieren in het geding gebracht die volgens hen exemplarisch zijn voor de werkwijze van NBSA. Enkele voorbeelden zullen hierna worden besproken.
In het begeleidende e-mailbericht van 13 oktober 2016 (productie VI bij dagvaarding) waarbij het aanmeldformulier aan [eiser 20] is verzonden, staat onder meer vermeld dat NBSA een onderzoek in de sector Automotive is gestart en dat [eiser 20] in die branche is geselecteerd. In het Nominatierapport van 16 november 2016 (productie VII bij dagvaarding) staat onder meer vermeld dat [eiser 20] branchewinnaar is geworden in de Autowaxbranche. In de verklaring van [eiser 20] (productie IV bij dagvaarding) staat onder meer vermeld “
Wij waren branchewinnaar van de Autowaxbranche geworden. Niet van de autobranche zoals ons was gezegd en gemaild.”
4.14.1.
In het aanmeldformulier van [eiser 42] (hierna: [eiser 42] , eiser 42) staat onder meer vermeld dat zij is geselecteerd in de branche Leidingsystemen. [eiser 42] is tot winnaar uitgeroepen in de Kunststoffenbranche (productie 67 bij conclusie van antwoord in reconventie).
4.14.2.
In het aanmeldformulier van [eiser 74] (hierna: [eiser 74] , eiser 74) staat onder meer vermeld dat zij is geselecteerd in de branche Elektrotechniek maar zij is tot winnaar verkozen in de Noodsystemenbranche (productie 68 bij conclusie van antwoord in reconventie). Ter zitting is namens [eiser 74] toegelicht dat over de branche-indeling geen overleg heeft plaatsgevonden. Het was een verrassing dat zij tot winnaar werd verkozen in de Noodstroomsystemenbranche en dat was niet wat [eiser 74] wilde (zie proces-verbaal van comparitie).
4.14.3.
In de afzonderlijke aanmeldformulieren en de e-mailberichten van [eiser 72] (eiser 72), [eiser 80] (eiser 80), [eiser 155] (eiser 155), [eiser 164] (eiser 164), [eiser 55] (eiser 55) en [eiser 92] (eiser 92) is vermeld dat zij in de branche Transport en Logistiek zijn genomineerd (productie XXII bij dagvaarding). Alle hiervoor genoemde bedrijven zijn echter winnaar geworden in een andere branche dan de branche Transport en Logistiek, namelijk:
Nummer
Deelnemers
Branchewinnaar in de branche
72
[eiser 72]
Snelloopdeurenbranche
80
[eiser 80]
Verpakkingenbranche
155
[eiser 155]
Interne Logistiekbranche
164
[eiser 164]
Truckhandelbranche
55
[eiser 55]
Verpakkingsmachinebranche
92
[eiser 92]
Hydroliekbranche
Bovendien is geen van de bedrijven genoemd als concurrent in het e-mailbericht aan de ander.
4.15.
Ter comparitie is verklaard door NBSA dat deelname in een branche in overleg plaatsvond met de Deelnemers maar door NBSA is niet concreet ingegaan op de door de Deelnemers in het geding gebrachte stukken en hetgeen ter zitting door enkele deelnemers zelf is verklaard hierover. NBSA heeft de stellingen van de Deelnemers daarmee onvoldoende gemotiveerd betwist. Op grond van het voorgaande komt vast te staan dat NBSA Deelnemers tot branchewinnaar uitriep in een andere branche dan de branche waarin zij geselecteerd waren en dat daarover geen overleg heeft plaatsgevonden.
4.16.
Ook het (niet bestaande) bedrijf waarmee de programmamakers van Rambam hebben meegedaan aan de Succes Awards, Topp Recruitment, is in een andere branche ingedeeld dan waarvoor zij zich had aangemeld. Topp Recruitment wilde meedoen in de branche Werving en Selectie maar omdat in die branche in dat jaar al een winnaar was gekozen, is het bedrijf ingedeeld in de branche Job Recruitment. Topp Recruitment is vervolgens in laatstgenoemde branche winnaar geworden. Nu NBSA geen antwoord heeft kunnen geven op de vraag wat het verschil is tussen de branche Werving en Selectie en de branche Job Recruitment anderzijds (zie proces-verbaal van de zitting) en dit op grond van de naam ook niet valt in te zien, komt vast te staan dat NBSA de indeling in branches heeft beïnvloed zodat Topp Recruitment aan de verkiezing zou kunnen meedoen ondanks het feit dat er al een directe concurrent tot winnaar was verkozen in een andere branche.
4.17.
Verder staat als onweersproken vast dat [eiser 16] (eiser 16) en [eiser 20] een e-mailbericht hebben ontvangen waarin concurrent [bedrijf X] wordt genoemd als medegeselecteerde en directe concurrent. [eiser 16] , [eiser 20] en [bedrijf X] zijn hierna branchewinnaar geworden in verschillende branches (zie productie VII, XXII en XXXV bij dagvaarding).
[eiser 80] (eiser 80) wordt in de wervingsmail aan [eiser 55] (eiser 55) genoemd als één van haar concurrenten. Beiden zijn vervolgens tot branchewinnaar verkozen in verschillende branches namelijk in de Verpakkingenbranche en in de Verpakkingsmachinebranche (productie XXXIV en XL bij dagvaarding).
Aldus kwam het voor dat directe concurrenten tot winnaar werden verkozen in verschillende, maar sterk gelijkende branches terwijl de Deelnemers op grond van de
e-mailberichten van NBSA ervan uit mochten gaan dat zij met deze concurrenten wedijverden in dezelfde branche.
4.18.
Gelet op hetgeen is overwogen in r.o. 4.9. tot en met 4.17. is vast komen te staan dat NBSA tekort geschoten is in haar verbintenis tot het organiseren van een wedstrijd tussen de Deelnemers omdat:
1) in ongeveer 10-20% van de branches maar één deelnemer meedeed en voor het overige deel een zeer gering aantal;
2) Deelnemers tot branchewinnaar werden verkozen in een andere (subcategorie van de) branche dan waarin zij waren geselecteerd en waarvoor zij zich hadden aangemeld;
3) directe concurrenten branchewinnaar zijn geworden terwijl zij in dezelfde branche waren geselecteerd.
Dit alles brengt met zich dat vast staat dat NBSA de branche-indelingen heeft gemanipuleerd om de Deelnemers te bewegen om mee te doen aan de verkiezing. Gelet op het voorgaande is NBSA haar verbintenis tot het organiseren van een wedstrijd niet nagekomen hetgeen een tekortkoming jegens de Deelnemers oplevert.
4.19.
Hoewel één tekortkoming de ontbinding van de overeenkomsten tussen NBSA en de Deelnemers reeds rechtvaardigt, zal hierna ook nog ingegaan worden op de vraag of sprake is van een tekortkoming vanwege het niet realiseren van een groot en aantrekkelijk media-exposurepakket voor de branchewinnaars.
Gestelde tekortkoming: het genereren van positieve exposure voor de Deelnemers;
4.20.
De uitzending van Rambam (zie productie XII bij dagvaarding) heeft in negatieve zin aandacht gegenereerd voor de handelwijze van NBSA. Vervolgens hebben diverse media in negatieve zin aandacht besteed aan de handelwijze van NBSA zoals de websites van Followthemoney, RTL en RTV Rijnmond, en het Financieel Dagblad, Elsevier, Algemeen Dagblad, Volkskrant en de Telegraaf (productie X en XIII bij dagvaarding). Daarnaast hebben de Deelnemers van klanten en personeelsleden negatieve reacties gekregen (producties 51 tot en met 54 bij conclusie van antwoord in reconventie).
4.21.
Het feit dat de Deelnemers in negatieve zin zijn geconfronteerd met het handelen van NBSA maakt dat de media-exposure voor de Deelnemers vanaf dat moment niet aantrekkelijk was en zelfs schade aan de reputatie van de Deelnemers kon veroorzaken. Dat de media-aandacht is veroorzaakt door de uitzending van Rambam (en niet door NBSA zelf) doet daar niet aan af nu de media-aandacht kan worden toegerekend aan het handelen van NBSA omdat de uitzending ziet op het blootleggen van het tekortschieten van NBSA. Dit brengt met zich dat NBSA is tekortgeschoten in de nakoming van de verbintenis om een groot en aantrekkelijk media-exposurepakket voor de branchewinnaars te realiseren.
Vaststelling tekortkomingen – editie 2016
4.22.
Uit het voorgaande volgt dat NBSA is tekortgeschoten in de nakoming van haar verbintenis om een wedstrijd te organiseren en in haar verbintenis om een groot en aantrekkelijk media-exposurepakket te realiseren. De overige gestelde tekortkomingen en andere verwijten die ten grondslag liggen aan de subsidiaire grondslagen kunnen onbesproken blijven.
De gestelde tekortkomingen in de nakoming van de overeenkomsten-
2013, 2014 en 2015
4.23.
Vaststaat dat de handelwijze van NBSA voor de editie van 2016 dezelfde was als de handelswijze voor de edities in de jaren 2013 en 2014 die door TVMP werden georganiseerd, en de editie van 2015, die door NBSA werd georganiseerd. Het feit dat de handelwijze bij het organiseren en uitvoeren van de Succes Awards vanaf 2013 steeds hetzelfde was, brengt met zich dat kan worden vastgesteld dat TVMP ten aanzien van de deelnemers van de edities 2013 en 2014 is tekortgeschoten en NBSA ook is tekortgeschoten jegens de deelnemers van 2015. Ook voor die edities geldt dat de Deelnemers tot branchewinnaar zijn uitgeroepen terwijl er slechts één deelnemer in die branche was, dat de Deelnemers branchewinnaar zijn geworden in een andere branche dan de branche waarin zij waren geselecteerd en dat concurrenten eveneens branchewinnaar zijn geworden, zoals overwogen in r.o. 4.22.
4.24.
Ten aanzien van de Deelnemers die in 2013, 2014 en in 2015 hebben meegedaan, heeft te gelden dat zij ook geraakt zijn door de negatieve media-aandacht die is ontstaan na de uitzending van Rambam. Een redelijke uitleg van de overeenkomsten brengt met zich dat de te leveren media-exposure een positieve uitstraling diende te hebben. Daaraan is niet voldaan. Hoewel er in die jaren wel een Finale Awardshow is georganiseerd door TVMP (2013 en 2014) en NBSA (2015) is de daaruit resulterende media-exposure gelet op de ontwikkelingen in 2016 uiteindelijk negatief. Voor de Deelnemers die in 2013, 2014 en in 2015 hebben meegedaan, geldt daarom eveneens dat NBSA c.s. is tekortgeschoten in de nakoming van de verbintenis tot het realiseren van een groot en aantrekkelijk media-exposurepakket.
De ontbinding
4.25.
Artikel 6:265 BW bepaalt dat iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid geeft om de overeenkomst te ontbinden. De bevoegdheid tot ontbinding ontstaat pas wanneer de schuldenaar in verzuim is. Artikel 6:267 lid 1 BW bepaalt dat de ontbinding plaatsvindt door een schriftelijke verklaring van de daartoe gerechtigde. De Deelnemers hebben de overeenkomsten ontbonden door middel van de brief van 21 januari 2017 (productie XLVII bij dagvaarding). Nu NBSA c.s. haar verplichtingen uit de overeenkomsten niet is nagekomen en onbetwist is gesteld dat zij in verzuim is geraakt, hebben de Deelnemers de overeenkomsten mogen ontbinden per 21 januari 2017.
Ongedaanmakingsverbintenis: de inleg van de Deelnemers
4.26.
Artikel 6:271 BW bepaalt dat een ontbinding de partijen bevrijdt van de daardoor getroffen verbintenissen. Voor zover deze reeds zijn nagekomen, blijft de rechtsgrond voor deze nakoming in stand maar ontstaat voor partijen een verbintenis tot ongedaanmaking van de reeds door hen ontvangen prestaties.
4.27.
De door de Deelnemers verrichte prestatie, namelijk de betaling van de inleg (zie r.o. 4.7.), zal ongedaan gemaakt moeten worden en dit deel van de vordering van de Deelnemers zal dus als volgt worden toegewezen:
Nummer
Deelnemers
Inleg
1
[eiseres 1]
€ 15.427,50
2
[eiser 2]
€ 15.427,50
3
[eiser 3] ,
€ 15.427,50
4
[eiseres 4]
€ 15.427,50
5
[eiser 5],
€ 15.427,50
6
[eiser 6],
€ 15.125,00
8
[eiser 8],
€ 15.427,50
9
[eiser 9],
€ 15.427,50
10
[eiser 10],
€ 15.427,50
11
[eiser 11],
€ 15.427,50
12
[eiser 12],
€ 15.125,00
13
[eiser 13],
€ 15.427,50
14
[eiser 14],
€ 15.427,50
15
[eiser 15],
€ 15.125,00
16
[eiser 16],
€ 15.427,50
17
[eiser 17],
€ 15.427,50
18
[eiser 18],
€ 15.427,50
19
[eiser 19],
€ 15.427,50
20
[eiser 20],
€ 7.713,75
21
[eiser 21],
€ 15.427,50
22
[eiser 22],
€ 15.427,50
23
[eiser 23],
€ 15.427,50
24
[eiser 24],
€ 15.427,50
25
[eiser 25],
€ 15.427,50
26
[eiser 26],
€ 15.427,50
27
[eiser 27],
€ 15.427,50
28
[eiser 28],
€ 15.427,50
29
[eiser 29],
€ 15.427,50
30
[eiser 30],
€ 15.427,50
31
[eiser 31],
€ 15.427,50
32
[eiser 32],
€ 15.427,50
33
[eiser 33],
€ 15.427,50
34
[eiser 34],
€ 15.427,50
35
[eiser 35],
€ 15.427,50
36
[eiser 36],
€ 15.427,50
37
[eiser 37],
€ 15.427,50
38
[eiser 38],
€ 15.427,50
39
[eiser 39],
€ 12.039,50
40
[eiser 40],
€ 15.427,50
41
[eiser 41],
€ 15.427,50
42
[eiser 42],
€ 15.427,50
43
[eiser 43],
€ 15.125,00
44
[eiser 44],
€ 15.427,50
45
[eiser 45],
€ 15.125,00
46
[eiser 46],
€ 15.125,00
47
[eiser 47],
€ 15.427,50
48
[eiser 48],
€ 15.427,50
49
[eiser 49],
€ 15.427,50
50
[eiser 50],
€ 15.427,50
51
[eiser 51],
€ 15.427,50
52
[eiser 52],
€ 15.125,00
53
[eiser 53],
€ 15.427,50
54
[eiser 54],
€ 15.427,50
55
[eiser 55],
€ 15.427,50
57
[eiser 57],
€ 15.125,00
58
[eiser 58],
€ 15.427,50
59
[eiser 59],
€ 15.427,50
60
[eiser 60],
€ 15.427,50
61
[eiser 61],
€ 15.427,50
62
[eiser 62],
€ 12.039,50
63
[eiser 63],
€ 15.427,50
64
[eiser 64],
€ 15.427,50
65
[eiser 65],
€ 15.427,50
66
[eiser 66],
€ 15.427,50
67
[eiser 67],
€ 15.427,50
68
[eiser 68],
€ 15.427,50
69
[eiser 69],
€ 12.039,50
70
[eiser 70],
€ 15.427,50
71
[eiser 71],
€ 15.427,50
72
[eiser 72],
€ 15.427,50
73
[eiser 73],
€ 15.427,50
74
[eiser 74],
€ 15.427,50
75
[eiser 75],
€ 15.427,50
76
[eiser 76],
€ 15.125,00
77
[eiser 77],
€ 15.427,50
78
[eiser 78],
€ 15.427,50
79
[eiser 79],
€ 15.427,50
80
[eiser 80],
€ 15.427,50
81
[eiser 81],
€ 15.427,50
82
[eiser 82],
€ 15.427,50
83
[eiser 83],
€ 15.427,50
84
[eiser 84],
€ 15.427,50
85
[eiser 85],
€ 15.427,50
86
[eiser 86],
€ 15.427,50
87
[eiser 87],
€ 15.427,50
88
[eiser 88],
€ 15.427,50
89
[eiser 89],
€ 15.427,50
90
[eiser 90],
€ 15.427,50
91
[eiser 91],
€ 15.125,00
92
[eiser 92],
€ 15.427,50
93
[eiser 93],
€ 15.427,50
94
[eiser 94],
€ 15.427,50
95
[eiser 95],
€ 15.427,50
96
[eiser 96],
€ 15.427,50
98
[eiser 98],
€ 15.427,50
99
[eiser 99],
€ 15.427,50
100
[eiser 100],
€ 15.427,50
101
[eiser 101],
€ 15.427,50
102
[eiser 102],
€ 15.427,50
103
[eiser 103],
€ 15.427,50
104
[eiser 104],
€ 15.427,50
105
[eiser 105],
€ 15.125,00
106
[eiser 106],
€ 15.427,50
107
[eiser 107],
€ 15.427,50
108
[eiser 108],
€ 15.427,50
109
[eiser 109],
€ 15.427,50
110
[eiser 110],
€ 15.427,50
111
[eiser 111],
€ 15.125,00
112
[eiser 112],
€ 15.427,50
113
[eiser 113],
€ 11.797,50
114
[eiser 114],
€ 15.427,50
115
[eiser 115],
€ 15.427,50
116
[eiser 116],
€ 15.427,50
117
[eiser 117],
€ 15.427,50
118
[eiser 118],
€ 15.427,50
119
[eiser 119],
€ 12.039,50
120
[eiser 120],
€ 15.427,50
121
[eiser 121],
€ 15.427,50
122
[eiser 122],
€ 15.427,50
123
[eiser 123],
€ 15.125,00
124
[eiser 124],
€ 30.552,50
125
[eiser 125],
€ 15.427,50
126
[eiser 126],
€ 15.427,50
127
[eiser 127],
€ 15.427,50
128
[eiser 128],
€ 15.427,50
129
[eiser 129],
€ 15.427,50
130
[eiser 130],
€ 15.427,50
131
[eiser 131],
€ 15.427,50
132
[eiser 132],
€ 15.427,50
133
[eiser 133],
€ 15.427,50
134
[eiser 134],
€ 15.427,50
135
[eiser 135],
€ 15.427,50
136
[eiser 136],
€ 15.427,50
138
[eiser 138],
€ 15.427,50
139
[eiser 139],
€ 15.427,50
140
[eiser 140],
€ 15.427,50
141
[eiser 141],
€ 15.427,50
142
[eiser 142],
€ 15.427,50
143
[eiser 143],
€ 15.427,50
144
[eiser 144],
€ 15.427,50
145
[eiser 145],
€ 15.427,50
146
[eiser 146],
€ 15.427,50
147
[eiser 147],
€ 15.427,50
148
[eiser 148],
€ 15.427,50
149
[eiser 149],
€ 15.427,50
150
[eiser 150],
€ 15.427,50
151
[eiser 151],
€ 12.039,50
152
[eiser 152],
€ 15.427,50
153
[eiser 153],
€ 15.427,50
154
[eiser 154],
€ 15.427,50
155
[eiser 155],
€ 15.427,50
156
[eiser 156],
€ 15.125,00
157
[eiser 157],
€ 15.427,50
159
[eiser 159],
€ 15.427,50
160
[eiser 160],
€ 15.427,50
161
[eiser 161],
€ 15.427,50
162
[eiser 162],
€ 15.427,50
163
[eiser 163],
€ 15.427,50
164
[eiser 164],
€ 15.427,50
165
[eiser 165],
€ 15.427,50
166
[eiser 166],
€ 15.125,00
167
[eiser 167],
€ 12.039,50
168
[eiser 168],
€ 15.427,50
169
[eiser 169],
€ 15.427,50
171
[eiser 171],
€ 15.427,50
172
[eiser 172],
€ 15.427,50
173
[eiser 173],
€ 15.427,50
174
[eiser 174],
€ 15.427,50
175
[eiser 175],
€ 15.427,50
176
[eiser 176],
€ 15.427,50
177
[eiser 177],
€ 9.680,00
178
[eiser 178],
€ 15.427,50
179
[eiser 179],
€ 15.427,50
180
[eiser 180],
€ 15.427,50
181
[eiser 181],
€ 15.427,50
182
[eiser 182],
€ 15.427,50
184
[eiser 184],
€ 15.427,50
186
[eiser 186],
€ 15.427,50
187
[eiser 187],
€ 15.427,50
188
[eiser 188],
€ 15.427,50
189
[eiser 189],
€ 15.427,50
191
[eiser 191]
€ 15.427,50
Het positief contractsbelang
4.28.
Artikel 6:277 BW bepaalt dat in het geval een overeenkomst wordt ontbonden de partij wiens tekortkoming de ontbinding heeft opgeleverd, verplicht is de wederpartij de schade te vergoeden die deze lijdt doordat er geen wederzijdse nakoming maar ontbinding van de overeenkomst plaatsvindt.
4.29.
De Deelnemers vorderen een schadevergoeding op basis van het positieve contractsbelang (zie de arresten van de Hoge Raad van 19 mei 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1731 en 21 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:773). Het positief contractsbelang vloeit voort uit de vergelijking tussen de situatie dat de overeenkomst ongewijzigd zou hebben voortgeduurd en de situatie dat de overeenkomst wordt ontbonden zonder schadevergoeding. De Deelnemers hebben gesteld dat de waarde van het positief contractsbelang ten minste moet worden gesteld op de waarde van het media-exposurepakket die NBSA c.s. zelf hieraan toekent in het aanmeldformulier (producties V, XLVIII en XLIX bij dagvaarding). De waarde van de media-exposurepakketten in 2016 bedroeg € 97.300,00 en voor de eerdere edities € 80.000,00, aldus de Deelnemers.
NBSA c.s. betwist dat zij het positief contractbelang aan de Deelnemers verschuldigd is.
4.30.
Zonder nadere toelichting van de Deelnemers, die ontbreekt, valt niet in te zien dat het positieve contractbelang op het moment dat de media-exposure werd genoten, moet worden gewaardeerd op een bedrag ter hoogte van de waarde van de media-exposurepakketten zoals deze staan omschreven in de aanmeldformulieren. Dit is dan ook onvoldoende onderbouwd en komt niet vast te staan. De Deelnemers hebben echter wel voldoende feitelijk onderbouwd dat zij schade hebben geleden als gevolg van de negatieve media-aandacht die volgde op de uitzending van Rambam waardoor zij niet de financiële en strategische voordelen hebben genoten van het meedoen aan en het winnen van een grote wedstrijd als de Succes Awards zoals zij dat op grond van de overeenkomsten met NBSA en TVMP hadden mogen verwachten.
Ongedaanmakingsverbintenis: de waarde van de geleverde media-exposure
4.31.
Artikel 6:272 BW bepaalt dat in het geval de aard van de prestatie uitsluit dat zij ongedaan wordt gemaakt, daarvoor een vergoeding in de plaats treedt ten belope van haar waarde op het tijdstip van de ontvangst. In het geval dat de prestatie niet aan de verbintenis heeft beantwoord, wordt deze vergoeding beperkt tot het bedrag van de waarde die de prestatie voor de ontvanger op dit tijdstip in de gegeven omstandigheden werkelijk heeft gehad.
4.32.
De aard van de geleverde door NBSA en TVMP geleverde prestatie, de media-exposure, maakt dat deze niet ongedaan kan worden gemaakt. De geleverde media-exposure heeft een zekere waarde vertegenwoordigd in het economisch verkeer op het moment dat de Deelnemers deze hebben ontvangen. In dat geval kan de verbintenis tot ongedaanmaking worden omgezet naar een verbintenis tot waardevergoeding.
De waardevergoeding wordt verrekend met het positief contractsbelang
4.33.
De schade wordt begroot op de wijze die het meest met de aard ervan in overeenstemming is en nu de omvang van de schade niet nauwkeurig per Deelnemer kan worden vastgesteld, zal deze als volgt worden begroot (zie artikel 6:97 BW).
4.34.
Voor de Deelnemers aan de edities 2013, 2014 en 2015 geldt dat er een Finale Awardshow is georganiseerd en hiervan zijn foto’s en video’s gepubliceerd op internet (zie productie XLIV bij dagvaarding). Deze Deelnemers hebben tot de uitzending van Rambam, dus gedurende een langere tijd, van de positieve effecten van de media-exposure genoten. Voor de Deelnemers aan de 2016-editie geldt dit niet; zij hebben geen Finale Awardshow gekregen en de uitzending van Rambam heeft kort na hun deelname plaatsgevonden. De waarde van de geleverde media-exposure aan de Deelnemers van de 2013, 2014 en 2015-edities is daarom groter dan de waarde van de media-exposure die geleverd is aan de Deelnemers aan de 2016-editie.
Voor de Deelnemers aan de edities 2013, 2014 en 2015 geldt echter dat de negatieve gevolgen van de uitzending van Rambam ook groter zijn: hun deelname aan de Succes Awards in de jaren 2013, 2014 en 2015 is immers langer en op grotere schaal bekend gemaakt dan de deelname van de Deelnemers van de 2016-editie.
4.35.
Dit brengt met zich dat de geleverde media-exposure voor de Deelnemers van de editie 2013, 2014 en 2015 groter was en aan deze Deelnemers dus een hogere vergoeding voor de geleverde media-exposure toekomt maar dat de schade voor hen door de negatieve media-aandacht ook groter was. De waarde van de aan de Deelnemers van de 2016-editie geleverde media-exposure is lager en omdat hun deelname op een minder grote schaal bekend gemaakt is, zijn de negatieve gevolgen van de Rambam uitzending voor hen kleiner.
Verrekening
4.36.
Nu voornoemde vorderingen zich voor verrekening in de zin van artikel 6:127 BW lenen, wordt de waarde van de geleverde media-exposure verrekend met de vergoeding van het positief contractsbelang waardoor beide vorderingen teniet gaan. Daarom bestaat er geen aanleiding om de Deelnemers, ongeacht van welke editie, enig bedrag toe te wijzen (naast de aan de Deelnemers toegewezen terugbetaling van de inleg, zie r.o. 4.27.).
Onrechtmatige daad TVMP
4.37.
Gezien de jarenlange, intensieve samenwerking en het feit dat de handelwijze rondom de verkiezing niet is gewijzigd nadat NBSA TVMP heeft opgevolgd als contractspartij van de Deelnemers, staat vast dat TVMP op de hoogte was van de werkwijze omtrent de organisatie van de verkiezing en hieraan actief heeft meegewerkt en uitvoering heeft gegeven. In 2015 en 2016 is onder meer sprake geweest van delegatie van de exploitatie van de verkiezing door NBSA aan TVMP (randnummer 3.1.7. en 3.1.8. van de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie).
Gelet op het voorgaande is TVMP blijven samenwerken met NBSA ter zake de uitvoering van de overeenkomsten met de Deelnemers, terwijl TVMP wist dat NBSA jegens de Deelnemers tekortschoot in de nakoming van de verbintenissen uit die overeenkomsten. Daarom heeft TVMP onrechtmatig gehandeld jegens de Deelnemers in 2015 en 2016.
Vorderingen van de Deelnemers aan de edities 2013 en 2014
4.38.
Ten aanzien van de edities 2013 en 2014 die door TVMP werden georganiseerd is geen grondslag gesteld voor de vordering jegens NBSA. Voor de hierna genoemde Deelnemers geldt dat dit deel van de vordering alleen jegens TVMP toewijsbaar is en jegens NBSA zal worden afgewezen:
Nummer
Deelnemers
39
[eiser 39]
57
[eiser 57]
62
[eiser 62]
69
[eiser 69]
113
[eiser 113]
119
[eiser 119]
151
[eiser 151]
167
[eiser 167]
Samenvattend
4.39.
Artikel 6:102 BW bepaalt dat indien op ieder van twee of meer personen een verplichting rust tot vergoeding van dezelfde schade, zij hoofdelijk verbonden zijn. Gezien hetgeen in r.o. 4.37. is overwogen, zijn NBSA en TVMP hoofdelijk verbonden.
4.40.
De vorderingen van 9 eisers die hebben meegedaan aan De Best Presterende Werkgever zullen worden afgewezen. Voor het overige zullen de primaire vorderingen in conventie onder I. en II. worden toegewezen. De wettelijke rente over de door de Deelnemers betaalde bijdrage aan het media-exposurepakket zal worden toegewezen, nu dit deel van de vordering niet betwist is. De primaire vordering onder III. zal worden afgewezen.
4.41.
Aan het beoordelen van de subsidiaire en de meer subsidiaire vorderingen zal niet worden toegekomen omdat de primaire vordering (gedeeltelijk) wordt toegewezen.
4.42.
De vorderingen in voorwaardelijke reconventie en in reconventie zullen gezien al het voorgaande worden afgewezen.
Proceskosten in conventie en in reconventie
4.43.
De beslagkosten worden, gelet op het bepaalde in artikel 706 van Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, zoals gevorderd toegewezen omdat er geen reden bestaat om te twijfelen aan de rechtsgeldigheid van het beslag en alle beslagstukken door de Deelnemers in het geding zijn gebracht. De beslagkosten worden begroot op:
griffierecht € 1.236,00
verschotten € 357,43
salaris advocaat
€ 3.211,00(1 rekest x 1 punt x tarief VIII € 3.211,00 per punt)
totaal
€ 4.804,43
4.44.
NBSA c.s. zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in conventie en in reconventie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Deelnemers in conventie worden begroot op:
dagvaarding € 115,35
griffierecht € 309,00 (€ 1.545,00 - € 1.236,00, verrekend met de beslagkosten)
beslagkosten € 4.804,43 (zoals in r.o. 4.43 begroot)
salaris advocaat €
6.422,00(2 punten x tarief VIII ad. € 3.211,00 per punt)
totaal
€ 11.650,78
De kosten aan de zijde van de Deelnemers in (voorwaardelijke) reconventie worden begroot op:
salaris advocaat €
3.211,00(2 punten x tarief VIII ad. € 3.211,00 per punt x ½)
totaal
€ 3.211,00
4.45.
De nakosten en de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over de proceskosten in conventie en in reconventie zullen aan de Deelnemers worden toegewezen zoals gevorderd.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen van [eiser 7] , [eiser 56] , [eiser 97] , [eiser 137] , [eiser 158] , [eiser 170] , [eiser 183] , [eiser 185] en [eiser 190] af;
5.2.
verklaart voor recht dat de tussen de Deelnemers genoemd in r.o. 4.27. en
NBSA en TVMP tot stand gekomen overeenkomsten buitengerechtelijk zijn ontbonden;
5.3.
veroordeelt NBSA en TVMP hoofdelijk, des dat de een door te betalen de ander zal bevrijden, tot betaling aan de Deelnemers genoemd in r.o. 4.27. met uitzondering van de Deelnemers genoemd in r.o. 4.38., van de door deze Deelnemers aan NBSA en TVMP betaalde bijdrage aan het media-exposurepakket, een en ander als in r.o. 4.27. opgenomen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 januari 2017;
5.4.
veroordeelt TVMP tot betaling aan de Deelnemers genoemd in r.o. 4.38. van de door deze Deelnemers betaalde bijdrage aan het media-exposurepakket, een en ander als in r.o. 4.27. opgenomen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 januari 2017;
5.5.
veroordeelt NBSA en TVMP in de proceskosten, aan de zijde van de Deelnemers genoemd in r.o. 4.27. tot op heden begroot op € 11.650,78, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van vijftiende dag na het vonnis tot de dag van betaling;
5.6.
veroordeelt NBSA en TVMP in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, indien NBSA en TVMP niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak;
in (voorwaardelijke) reconventie
5.7.
wijst de vorderingen af;
5.8.
veroordeelt NBSA en TVMP in de proceskosten, aan de zijde van de Deelnemers genoemd in r.o. 4.27. tot op heden begroot op € 3.211,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van vijftiende dag na het vonnis tot de dag van betaling;
in conventie en in reconventie
5.9.
verklaart het vonnis, voor zover het ziet op rechtsoverweging 5.3., 5.4., 5.5., 5.6. en 5.8. uitvoerbaar bij voorraad;
5.10.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mrs. D. van Dooren, W.J. van den Bergh en A.M. van der Leeden en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2018.
2457/2938