ECLI:NL:RBROT:2018:10245

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 december 2018
Publicatiedatum
13 december 2018
Zaaknummer
7114589 CV EXPL 18-32182
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van een overeenkomst voor telecommunicatiediensten en de rechtsgeldigheid van de opzegging

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 13 december 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen Tele2 Nederland B.V. en een gedaagde, die stelt dat zij haar overeenkomst met Tele2 rechtsgeldig heeft opgezegd. De eiseres, Tele2, vorderde betaling van een bedrag van € 850,45, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, omdat de gedaagde volgens Tele2 in gebreke was gebleven met het betalen van abonnementskosten over een bepaalde periode. De gedaagde betwistte deze vordering en stelde dat zij de overeenkomst op 20 december 2014 telefonisch had opgezegd, maar dat de verbinding tijdens het gesprek was verbroken. Ze had ook een e-mail gestuurd ter bevestiging van de opzegging en de bij de overeenkomst behorende decoder retour gestuurd.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde inderdaad de intentie had om de overeenkomst op te zeggen en dat zij ook feitelijk heeft gehandeld door de decoder terug te sturen en de abonnementskosten tot 22 januari 2015 te betalen. De rechter oordeelde dat Tele2 onvoldoende had gedaan om duidelijkheid te verkrijgen over de opzegging, vooral gezien het feit dat de verbinding was verbroken tijdens het telefoongesprek. De rechter concludeerde dat de overeenkomst rechtsgeldig was opgezegd en dat Tele2 geen vorderingen meer had op de gedaagde. De vorderingen van Tele2 werden afgewezen en de kosten werden aan Tele2 opgelegd.

De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie tussen partijen en de verplichting om redelijkheid en billijkheid in acht te nemen bij contractuele relaties. De kantonrechter heeft de vorderingen van Tele2 afgewezen en de proceskosten aan de zijde van de gedaagde vastgesteld op nihil.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 7114589 \ CV EXPL 18-32182
uitspraak: 14 december 2018
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Tele2 Nederland B.V.,
gevestigd te: Amsterdam,
eiseres bij exploot van dagvaarding van 10 juli 2018,
gemachtigde: Landelijke Associatie van gerechtsdeurwaarders te Groningen.
tegen
[gedaagde],
woonplaats: Spijkenisse, gemeente Nissewaard,
gedaagde,
vertegenwoordigd door haar echtgenoot dhr. [echtgenoot] .
Partijen worden hierna aangeduid als Tele2 respectievelijk [gedaagde] .

1.Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken:
  • het exploot van dagvaarding van 10 juli 2018, met producties;
  • de conclusie van antwoord;
  • het tussenvonnis van 20 augustus 2018 waarbij een comparitie van partijen is gelast;
  • de voorafgaand aan de comparitie van partijen bij brief van 24 oktober 2018 door eiseres overgelegde producties;
  • het proces verbaal van de op 1 november 2018 gehouden comparitie van partijen.
1.2
De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.

2.De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1
[gedaagde] heeft onder klantnummer [nummer] een overeenkomst ter zake van vaste telecommunicatiediensten bij Tele2 afgesloten (hierna: de overeenkomst)
2.2
Op de overeenkomst zijn de Algemene voorwaarden Voor Multimedia Diensten, versie vanaf 1 maart 2012, van toepassing (hierna: de Algemene Voorwaarden).
2.3
Artikel 6 van de Algemene Voorwaarden luidt -voor zover van belang- als volgt:
“Artikel 6
Duur en beëindiging
6.2
Na de initieel overeengekomen periode heeft de Klant het recht de overeenkomst met inachtneming van een opzegtermijn van 1 maand te beëindigen, tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen, onverlet de nakoming van de (betalings)verplichtingen door de Klant. De klant dient de Overeenkomst te beëindigen volgens de op de Website voorgeschreven procedure.
6.3
Tele2 stelt de klant schriftelijk of elektronisch op de hoogte van de ontvangst van de opzegging en de datum waarop de Dienst wordt beëindigd.
2.4
[gedaagde] heeft eind december 2014 telefonisch contact opgenomen met Tele2. De interne gespreksnotities met betrekking tot die gesprekken luiden -voor zover van belang- als volgt:
‘(…) is de verhuizing opgeschort wegens betalings achterstand betaling niet verwerkt. Klant gevraagd om zijn gegevens aan te geven om alles door te sturen naar het hoofdkantoor. klant wilde opzeggen. geprobeerd door te verbinden met savedesk. verbinding viel weg (remote disconnect). Klant verteld dat deze afdeling een doorlooptijd heeft van 3 werkdagen en dat de verhuizing 12 werkdagen duurt. Dit vond kl te lang’
‘(…)
First line belt dat klant wil opzeggen alleen verbreekt verbinding.’
2.5
De incassogemachtigde van Tele2 heeft bij brief van 19 februari 2016 het volgende aan [gedaagde] meegedeeld:
‘(…)
In antwoord op uw reactie kunnen wij u als volgt berichten:
Het is niet mogelijk een opzegging via de e-mail aan cliënte door te geven. Het e-mailadres waaraan u de e-mail heeft gericht, betreft een no-reply e-mailadres. Uw e-mail zal daardoor nooit gelezen worden.
Tijdens uw telefonische poging tot opzegging is de verbinding verbroken. Derhalve heeft er nooit een opzegging plaatsgevonden, U heeft ook nooit een opzegbevestiging ontvangen.
U bent te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het verrichten van een opzegging.
(…)’

3.De vordering

3.1
Tele2 heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen een bedrag van € 850,45 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 april 2018 over een bedrag van € 759,52 tot de dag der algehele voldoening en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2
Tele2 heeft naast de onder 2. genoemde vaststaande feiten aan haar vordering ten grondslag gelegd dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst door, ondanks daartoe te zijn aangemaand, de abonnementskosten over de periode december 2014 tot en met april 2016 voor in totaal een bedrag van € 759,52 onbetaald te laten. Tele2 vordert dit bedrag aan hoofdsom.
Tele2 vordert op grond van artikel 6:119 BW wettelijke rente die vanaf de vervaldata van de facturen tot 19 juni 2018 € 50,93 bedraagt.
Op grond van artikel 6:96 BW maakt Tele2 aanspraak op buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00.

4.Het verweer

[gedaagde] stelt zicht op het standpunt dat zij niets aan Tele2 verschuldigd is omdat zij de overeenkomst op 20 december 2014 heeft opgezegd. Zij heeft daartoe gesteld dat zij op
20 december 2014 telefonisch contact heeft opgenomen met Tele2 en dat zij in dit telefoongesprek aan een medewerker van Tele2 heeft meegedeeld dat zij de overeenkomst per direct wilde opzeggen. Nadat zij deze mededeling had gedaan werd de verbinding verbroken. [gedaagde] heeft haar opzegging voor de zekerheid in een e-mail aan klantenservice@tele2.com bevestigd. [gedaagde] heeft de bij de overeenkomst behorende decoder op 5 januari 2015 aan Tele2 retour gestuurd en de abonnementskosten tot en met
22 januari 2015 doorbetaald.
Zij betwist dat de door Tele2 gestelde betalingsregeling betrekking heeft op de onderhavige vordering. Deze regeling liep reeds sinds juni 2014 en staat los van de onderhavige kwestie.

5.De beoordeling

5.1
Het geschil ziet op de vraag of de tussen partijen gesloten overeenkomst is beëindigd door de opzegging door [gedaagde] .
5.2
Tele2 stelt zich in deze op het standpunt dat [gedaagde] weliswaar de intentie had om de overeenkomst op te zeggen, maar dat er, omdat de verbinding tijdens de poging tot opzegging werd verbroken, [gedaagde] geen datum heeft genoemd waartegen zij wilde opzeggen en de opzegging niet door Tele2 aan [gedaagde] is bevestigd, geen sprake is van een volwaardige opzegging.
5.3
Vast staat dat [gedaagde] eind december 2014 telefonisch contact met Tele2 heeft opgenomen, dat zij in het telefoongesprek dat zij toen voerde aan de medewerker van Tele2 heeft meegedeeld dat zij de overeenkomst op wilde zeggen en dat daarna de verbinding werd verbroken. Deze gang van zaken blijkt uit de door de gemachtigde van Tele2 op
16 februari 2016 verstuurde brief alsmede uit de door Tele2 bij akte van 24 oktober 2018 overgelegde notitie van het met [gedaagde] gevoerde telefoongesprek en is bovendien tijdens de comparitie van partijen desgevraagd door de gemachtigde van Tele2 bevestigd.
5.4
Het was voor Tele2 aldus duidelijk dat [gedaagde] de overeenkomst wilde opzeggen. Door [gedaagde] is voorts onbetwist gesteld dat zij de bij de overeenkomst behorende decoder op
5 januari 2015 aan Tele2 heeft geretourneerd en dat zij met inachtneming van een maand opzegtermijn, per 22 januari 2015 is opgehouden met het betalen van de abonnementskosten. [gedaagde] heeft dus niet alleen te kennen gegeven dat zij de overeenkomst wilde opzeggen, zij heeft hier ook feitelijk naar gehandeld, zodat naar het oordeel van de kantonrechter sprake is van een volwaardige opzegging, waaraan Tele2 gehouden kan worden.
5.5
Voor zover er naar aanleiding van het afgebroken telefoongesprek bij Tele2 onduidelijkheid bestond over de intentie van [gedaagde] en/of de datum waartegen zij wilde opzeggen had het, op grond van de redelijkheid en billijkheid die contractspartijen jegens elkaar dienen te betrachten, op de weg van Tele2 gelegen om telefonisch dan wel schriftelijk duidelijkheid van [gedaagde] verkrijgen. Tele2 heeft in dit verband weliswaar gesteld dat zij naar aanleiding van het afgebroken telefoongesprek getracht heeft om telefonisch contact te krijgen met [gedaagde] , maar dat dit niet is gelukt. Deze enkele poging is echter onvoldoende. Tele2 had, toen zij telefonisch geen contact kreeg met Raaij, [gedaagde] op zijn minst per brief om duidelijkheid kunnen vragen.
5.6
Concluderend leidt het bovenstaande tot de slotsom dat de tussen partijen gesloten overeenkomst rechtsgeldig door [gedaagde] is opgezegd en per 22 januari 2015 is geëindigd. Als niet weersproken staat vast dat [gedaagde] de abonnementskosten tot 22 januari 2015 heeft voldaan, zodat Tele2 niets meer van [gedaagde] te vorderen heeft. De vorderingen van Tele2 worden dan ook afgewezen.
5.7
Of [gedaagde] , zoals door Tele2 wordt gesteld en door [gedaagde] wordt betwist een betalingsregeling voor de onderhavige vordering heeft getroffen, maakt dit oordeel niet anders en behoeft dan ook geen beoordeling.
5.8
Tele2 wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proskosten.

6.De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vorderingen af;
veroordeelt Tele2 in de in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] vastgesteld op nihil;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het méér of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Bezuijen en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
426