Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
2.De standpunten
3.De beoordeling
3.De beslissing
[bedrijf], voornoemd in staat van faillissement;
Rechtbank Rotterdam
Op 16 oktober 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een faillissementszaak waarbij de Belastingdienst, vertegenwoordigd door mr. E.E. Schipper, een verzoek heeft ingediend tot faillietverklaring van een besloten vennootschap. De rechtbank heeft de verzoekster, de Belastingdienst, gehoord, evenals de verweerster, vertegenwoordigd door mr. Q. Kendall. Tijdens de zitting op 9 oktober 2018 is de verweerster niet in staat geweest om een inhoudelijke reactie te geven, omdat de bestuurder van de verweerster in het buitenland was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerster niet betwist dat zij een bedrag aan de Belastingdienst verschuldigd is, maar wel de hoogte van de vordering. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat er voldoende bewijs is van een vordering van de Belastingdienst, en dat de steunvordering van De Thuiskopie onvoldoende is betwist door de verweerster. De rechtbank heeft geoordeeld dat er sprake is van een toestand van opgehouden betalen, en heeft het verzoek tot faillietverklaring toegewezen. De rechtbank heeft mr. W.J. Geurts-de Veld benoemd tot rechter-commissaris en mr. S.A.H.J. Warringa tot curator. Het vonnis is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.