ECLI:NL:RBROT:2017:9973

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 december 2017
Publicatiedatum
19 december 2017
Zaaknummer
10/711066-17
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring bedreiging met zware mishandeling tegen woonbegeleider en verpleegkundige met ontslag van rechtsvervolging en plaatsing in psychiatrisch ziekenhuis

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 december 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van bedreiging met zware mishandeling tegen twee medewerkers van een zorginstelling. De verdachte, die ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd was, werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. T. Gümüs. De officier van justitie, mr. M.L. Goudzwaard, eiste bewezenverklaring van de tenlastelegging en ontslag van alle rechtsvervolging, omdat de verdachte niet strafbaar zou zijn. De rechtbank heeft de zaak behandeld op de terechtzitting van 24 november 2017.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 15 augustus 2017 in Poortugaal de medewerkers heeft bedreigd met zware mishandeling. De bedreigingen werden gedaan in de vorm van dreigende uitspraken. De rechtbank heeft de inhoud van de bewijsmiddelen beoordeeld en kwam tot de conclusie dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen was. Echter, op basis van psychologische rapporten van deskundigen, werd vastgesteld dat de verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, waardoor hij niet strafbaar werd geacht.

De rechtbank heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging en hem geplaatst in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar, in overeenstemming met artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het opleggen van deze maatregel. De beslissing is genomen in het belang van de verdachte en de maatschappij, gezien het risico dat de verdachte zou kunnen vormen voor anderen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/711066-17
Datum uitspraak: 8 december 2017
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in:
Justitieel Complex Zaanstad,
raadsvrouw mr. T. Gümüs, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 24 november 2017.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. Samengevat wordt de verdachte verweten een tweetal medewerkers van de zorginstelling waar de verdachte verbleef, te hebben bedreigd met zware mishandeling. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie, mr. M.L. Goudzwaard, heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde en ontslag van alle rechtsvervolging dienaangaande omdat de verdachte niet strafbaar is;
  • plaatsing van de verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van 1 jaar ex artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is aangevoerd dat de verdachte ontkent de bedreigingen te hebben geuit.
4.1.2.
Beoordeling en conclusie
De rechtbank is van oordeel dat de bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit blijkt uit de inhoud van de bewijsmiddelen zoals opgenomen in bijlage II.
De rechtbank acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 15 augustus 2017 te Poortugaal, gemeente Albrandswaard, [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] heeft bedreigd met zware mishandeling, door die [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen:
"Ik onthoud jullie gezichten, ik maak af waar ik aan begonnen ben" en
"Degene die mij nu vasthouden daar onthoud ik het gezicht van en die zal ik wat aandoen".
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
Bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

De rechtbank heeft kennisgenomen van de Pro Justitia rapporten van psychiater J. Neeleman van 4 november 2017 en psycholoog A.E. Haan van 9 november 2017.
Deze rapporten houden - kort weergegeven - in dat de verdachte lijdende is aan een ziekelijke stoornis in de vorm van een autismespectrumstoornis en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van een verstandelijke beperking. Hiervan was ook sprake ten tijde van het ten laste gelegde. Voorts was ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde en mogelijk ook al eerder in zijn leven sprake van een psychotische stoornis, die tot op heden nog aanwezig is, in tenminste de vorm van wanen.
Deze stoornissen hadden een allesoverheersende invloed op zijn denken en handelen ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde. Vanwege deze overheersende invloed van zijn psychotische symptomen en zijn autisme spectrum stoornis, wordt door beide gedragsdeskundigen geadviseerd om het ten laste gelegde feit niet aan de verdachte toe te rekenen.
Op basis van de door de rechtbank onderschreven bevindingen van de gedragsdeskundigen en hun conclusies ten aanzien van de ontoerekeningsvatbaarheid van de verdachte stelt de rechtbank vast dat bij de verdachte ten tijde van het begaan van de bewezen verklaarde bedreigingen een ziekelijke stoornis en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens bestond, ten gevolge waarvan het ten laste gelegde feit hem niet toegerekend kan worden.
De verdachte is niet strafbaar ten aanzien van het bewezen verklaarde en zal om die reden worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

7.Motivering maatregel

7.1.
Algemene overweging
De maatregel die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de maatregel is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreigingen met zware mishandeling tegen een woonbegeleider en een verpleegkundige die werkzaam zijn in de instelling waarin de verdachte was opgenomen. De medewerkers zijn hier erg van geschrokken, zoals blijkt uit hun aangiftes. Er is sprake van een ernstig feit gericht tegen personen die slechts hun werk deden.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
1 november 2017, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Deskundigenadviezen
In het verlengde van de uitgebrachte rapportages en conclusies zoals hiervoor onder 6. weergegeven, adviseren de deskundigen om de verdachte de maatregel tot plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis ex artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht op te leggen. In dat verband zijn de deskundigen van mening dat het geweldsrisico aanzienlijk is, mocht de verdachte weer terugkeren naar een reguliere psychiatrische of verslavingskliniek. Geadviseerd wordt dan ook om de verdachte op te nemen in een forensische SGLVG setting met een adequaat beveiligingsniveau, waarbij behandeling met antipsychotica zou moeten plaatsvinden. De verdachte dient bij voorkeur geplaatst te worden in een gespecialiseerde forensisch psychiatrische voorziening, met expertise op het terrein van verstandelijke beperking en autismespectrumstoornissen.
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd
23 november 2017. De reclassering stemt geheel in met het advies van de beide gedragsdeskundigen.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Nu de conclusies van de psychiater en de psycholoog gedragen worden door hun bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusies over en maakt die tot de hare. De verdachte wordt geheel ontoerekeningsvatbaar geacht. Bij de verdachte bestond tijdens het begaan van het feit een gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van de geestvermogens, waarbij het bewezen verklaarde feit in overwegende mate onder invloed daarvan is begaan. In verband daarmee wordt de verdachte ontoerekeningsvatbaar geacht.
Gezien het vorenstaande is de rechtbank - mede gelet op hetgeen de deskundigen hebben geconcludeerd omtrent het geweldsrisico - van oordeel dat de verdachte door zijn stoornis een gevaar oplevert voor anderen, dan wel voor zichzelf, zoals bedoeld in artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht. Gelet hierop acht de rechtbank plaatsing van de verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar geïndiceerd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen maatregel passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 37, 57 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte voor het bewezen verklaarde niet strafbaar en ontslaat de verdachte ten aanzien daarvan van alle rechtsvervolging;
gelast dat de verdachte in
een psychiatrisch ziekenhuiszal worden geplaatst voor een termijn van
1 (één) jaar.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. P. Putters, voorzitter,
en mrs. R. Brand en T.M.J. Smits, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. Lobs-Tanzarella, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 15 augustus 2017 te Poortugaal, gemeente Albrandswaard, [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen:
"Ik onthoud jullie gezichten, ik maak af waar ik aan begonnen ben" en/of
"Degene die mij nu vasthouden daar onthoud ik het gezicht van en die zal ik wat aandoen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.