ECLI:NL:RBROT:2017:9970

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 november 2017
Publicatiedatum
19 december 2017
Zaaknummer
10/691073-17
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het voorhanden hebben van een doorgeladen vuurwapen met terbeschikkingstelling

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 november 2017 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die op dat moment preventief gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting Haaglanden. De verdachte werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een doorgeladen vuurwapen, een pistool van het merk Pietro Beretta type 1915, kaliber 7,65 mm, en bijbehorende munitie. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 7 maanden en terbeschikkingstelling (TBS) met voorwaarden. De rechtbank oordeelde dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen was, aangezien de verdachte het feit had bekend. De rechtbank overwoog dat het voorhanden hebben van een vuurwapen een groot risico voor de samenleving met zich meebrengt en dat de verdachte, gezien zijn eerdere veroordelingen en psychische problemen, een hoog recidiverisico vertoonde. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 7 maanden op, met de bijkomende maatregel van TBS met voorwaarden, waarbij de verdachte klinisch behandeld moest worden in een Forensisch Psychiatrische Kliniek. De rechtbank achtte deze maatregelen noodzakelijk voor de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken op de datum van de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/691073-17
Datum uitspraak: 24 november 2017
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in:
Penitentiaire Inrichting Haaglanden, locatie Scheveningen (PPC),
raadsvrouw mr. S. van Buuren, advocaat te Westmaas.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 24 november 2017.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie, mr. M.L.M. Kuiper, heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden met aftrek van voorarrest, alsmede de terbeschikkingstelling van de verdachte met de voorwaarden zoals door de reclassering is geadviseerd;
  • dadelijke uitvoerbaarheid van de voorwaarden en het toezicht.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend zodat het daarin opgenomen feit zonder nadere bespreking bewezen zal worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 29 mei 2017 te Poortugaal, gemeente Albrandswaard, een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de vorm van een pistool van het merk Pietro Beretta type 1915, kaliber 7,65 mm, en (voor dit vuurwapen geschikte) munitie in de zin van artikel 1 onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 van die wet, van categorie III, te weten 7 kogelpatronen, kaliber 7,65 mm, voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders ten laste is gelegd is niet bewezen. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het
feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf en maatregel

7.1.
Algemene overweging
De straf en de maatregel die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf en maatregel zijn gebaseerd
De verdachte heeft een doorgeladen vuurwapen voorhanden gehad, terwijl hij op dat moment klinisch was opgenomen in de Kijvelanden. Hij heeft het vuurwapen buiten - op de openbare weg - verstopt in de bosjes. Naar eigen zeggen hield de verdachte dit vuurwapen bij zich of bij hem in de buurt, teneinde zichzelf te kunnen verdedigen mocht dat nodig zijn, omdat hij bang was voor represailles. Het voorhanden hebben van een vuurwapen met bijbehorende munitie is onaanvaardbaar, omdat de beschikbaarheid van vuurwapens een groot risico van het gebruik van deze wapens met zich mee brengt, hetgeen een groot gevaar voor de samenleving oplevert.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op het uittreksel uit de justitiële documentatie van
1 november 2017 op naam van de verdachte, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Klinisch psycholoog R.A.R. Bullens en psychiater A. Gosker hebben een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd respectievelijk 27 september 2017 en 1 oktober 2017. Deze rapporten houden onder andere het volgende in.
Er wordt geadviseerd om bij een bewezenverklaring het ten laste gelegde feit in verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen. Gezien het hoge risico op recidive is een intensieve klinische behandeling geïndiceerd. Omdat de motivatie van de verdachte bij medicatie- en behandeltrouw van groot belang is, gaat de voorkeur ernaar uit om genoemde behandeling te laten plaatsvinden in het kader van een terbeschikkingstelling (TBS) met voorwaarden. Deze behandeling dient dan, mede vanwege het hoge beveiligingsniveau dat nodig is, plaats te vinden in een Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK). Vanwege de ernst van de problematiek van de verdachte en het (thans nog) hoge risico op recidive is de verwachting dat een dergelijke behandeling de termijn van een jaar zal overschrijden. Dit is mede een reden dat een behandeling in het kader van een bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijk strafdeel niet als een reële optie wordt gezien. Bij voorkeur dient het gehele behandeltraject buiten Rotterdam plaats te vinden.
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 9 oktober 2017. Dit rapport houdt onder andere het volgende in.
De reclassering volgt het advies van het NIFP en heeft de mogelijkheden voor een TBS met voorwaarden onderzocht.
De reclassering heeft een indicatie aangevraagd voor opname in een Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK). De reclassering vindt het daarbij van belang dat de verdachte behandeld wordt in een kliniek buiten de regio Rotterdam. Binnen deze kliniek kan worden ingezet op het stabiliseren van zijn psychiatrische problematiek en kan hij ingesteld worden op medicatie. Wanneer de psychiatrische problematiek minder op de voorgrond staat, zal de kans op recidive afnemen. Tevens zal de verdachte behandeld moeten worden voor zijn verslavingsproblematiek. Ook dit kan binnen deze klinische setting.
Na dit langdurige klinische traject (1-2 jaar) zal worden bekeken waar de verdachte kan resocialiseren. De reclassering acht het daarbij van belang dat de verdachte in een beschermde dan wel begeleide woonvorm gaat wonen. Zo kan hij ook op de lange termijn
begeleiding ontvangen om zo psychiatrisch stabiel te blijven. Voorts is het dan van belang dat de verdachte begeleiding/behandeling blijft ontvangen van een nader te bepalen forensische polikliniek.
De kans op recidive is volgens de reclassering op dit moment hoog. De overtuiging dat de verdachte gezocht wordt vanwege zijn verleden dat hem achtervolgt, blijft aanwezig. Wanneer hier geen interventies op worden gepleegd bestaat de kans dat de verdachte zich wederom gaat verdedigen door wapens te kopen.
De reclassering adviseert het stellen van de voorwaarden zoals hierna vermeld in het dictum en adviseert voorts om deze voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Nu de conclusies van de psychiater en de psycholoog gedragen worden door hun bevindingen en ook door hetgeen overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusies over en maakt die tot de hare. Bij de verdachte bestond tijdens het begaan van het feit een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens, in verband waarmee hij in verminderde mate toerekeningsvatbaar wordt geacht.
Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
Voorts onderschrijft de rechtbank de conclusie dat oplegging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden noodzakelijk is.
De veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen eisen de terbeschikkingstelling van de verdachte met voorwaarden. Dat oordeel is gegrond op de ernst en aard van het bewezen verklaarde feit en het gevaar voor herhaling.
Vastgesteld wordt dat het bewezen verklaarde feit, ter zake waarvan de terbeschikkingstelling met voorwaarden zal worden opgelegd, een misdrijf betreft als bedoeld in artikel 37a, eerste lid, aanhef en onder 1, Wetboek van Strafrecht.
Aan de verdachte zal gelet op het voorgaande - naast de op te leggen gevangenisstraf - de terbeschikkingstelling met voorwaarden worden opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf en maatregel passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 37a, 38 en 38a van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
gelast dat de verdachte
ter beschikking wordt gesteld;
stelt daarbij de navolgende voorwaarden betreffende het gedrag van de terbeschikkinggestelde:
  • de ter beschikking gestelde verleent ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of biedt een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan;
  • de ter beschikking gestelde onthoudt zich van het plegen van strafbare feiten;
  • de ter beschikking gestelde stelt zich onder toezicht van Reclassering Nederland en houdt zich aan de voorschriften en aanwijzingen die door of namens de reclassering aan
hem gegeven worden. De ter beschikking gestelde zorgt ervoor dat hij te allen tijde bereikbaar is voor de reclassering, zijn behandelaren en zijn begeleiders;
- de ter beschikking gestelde werkt mee aan een klinische behandeling bij een FPK of soortgelijke setting en werkt mee aan de behandeling zolang zijn behandelaren en de
reclassering dat noodzakelijk achten;
- de ter beschikking gestelde werkt na zijn klinische behandeling mee aan een ambulante
forensische poliklinische behandeling in een nader te bepalen setting en volgt
alle aanwijzingen van zijn behandelaren en gebruikt medicatie zolang zijn behandelaar dit noodzakelijk acht;
- de ter beschikking gestelde werkt na zijn klinische behandeling mee aan een begeleid dan wel beschermd wonen traject in een nader te bepalen setting zolang de reclassering
dit noodzakelijk acht;
- de ter beschikking gestelde werkt mee aan ambulant forensisch psychiatrisch toezicht (FPT), en houdt zich aan de aanwijzingen en afspraken van zijn behandelaar(s), voor
zolang zijn behandelaar(s) dat nodig acht(en). Tevens werkt de ter beschikking gestelde mee aan (ambulant) forensisch psychiatrisch toezicht, ook indien dit betekent een
time-out opname in een nader te bepalen forensische kliniek van maximaal twee keer een periode van zeven weken;
  • de ter beschikking gestelde zet zich in voor een adequate dagbesteding voor meerdere dagen per week die is goedgekeurd door de reclassering;
  • de ter beschikking gestelde verschaft de reclassering zicht op de voortgang van zijn behandeling en begeleiding en verleent de reclassering toestemming om relevante referenten te raadplegen en contact te onderhouden met personen en instanties die deel uitmaken van zijn netwerk;
  • de ter beschikking gestelde zal niet van adres wijzigen c.q. verhuizen zonder overleg met en toestemming van de reclassering;
  • de ter beschikking gestelde zal zich niet buiten de Europese landsgrenzen van Nederland
begeven;
- de ter beschikking gestelde zal medewerking verlenen aan het verstrekken van een pasfoto en het verstrekken van informatie, zoals bedoeld in het kader van het landelijk
opgestelde opsporingsbeleid ten aanzien van ter beschikking gestelden;
  • de ter beschikking gestelde gebruikt geen alcohol en/of drugs en werkt mee aan controles en zo nodig werkt hij mee aan een interventie;
  • de ter beschikking gestelde geeft openheid over alle leefgebieden;
geeft aan Reclassering Nederland opdracht de terbeschikkinggestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
beveelt de dadelijke uitvoerbaarheid van de terbeschikkingstelling met voorwaarden;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van de dag waarop de totale duur van de tot dan toe ondergane verzekering en voorlopige hechtenis gelijk zal zijn aan die van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. P. Putters, voorzitter,
en mrs. R. Brand en T.M.J. Smits, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. Lobs-Tanzarella, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 29 mei 2017 te Poortugaal, gemeente Albrandswaard, een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de vorm van een pistool van het merk Pietro Beretta type 1915, kaliber 7,65 mm, en/of (voor dit vuurwapen geschikte) munitie in de zin van artikel 1 onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 van die wet, van categorie III, te weten 7 kogelpatronen, kaliber 7,65 mm, voorhanden heeft gehad.