In deze zaak heeft de kinderrechter op 9 november 2017 uitspraak gedaan over een verzoek tot machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een jeugdige die recent de leeftijd van 18 jaar had bereikt. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond had verzocht om de jeugdige in een gesloten accommodatie op te nemen voor een periode van zes maanden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat niet is voldaan aan de wettelijke criteria zoals gesteld in artikel 6.1.2 van de Jeugdwet. Dit artikel vereist dat er voor de jeugdige een hulpverleningsplan is opgesteld en dat er wordt toegewerkt naar een andere vorm van jeugdhulp dan gesloten jeugdhulp. De kinderrechter oordeelde dat het gezinsplan van de GI niet kan worden beschouwd als een hulpverleningsplan, omdat het niet gericht is op de komende periode en er geen concrete stappen zijn ondernomen om de jeugdige naar een andere vorm van hulp te begeleiden.
De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, de moeder en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren. De advocaat van de jeugdige heeft bepleit dat het verzoek moest worden afgewezen, omdat er geen duidelijk hulpverleningsplan was. De moeder heeft ook haar zorgen geuit over de voortgang van de hulpverlening en het gebrek aan duidelijkheid over de toekomst van de jeugdige. De kinderrechter heeft uiteindelijk besloten het verzoek af te wijzen, met de mogelijkheid voor de GI om een spoedverzoek in te dienen indien er alsnog een hulpverleningsplan blijkt te zijn. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.