ECLI:NL:RBROT:2017:9833
Rechtbank Rotterdam
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Planschadeverzoek in verband met bestemmingsplan MFC te Rozenburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 december 2017 uitspraak gedaan in een bodemprocedure over een planschadeverzoek van eiser, wonende te Rozenburg. Eiser had een verzoek ingediend om een tegemoetkoming in planschade, dat door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam was afgewezen. Eiser stelde dat hij door het bestemmingsplan 'MFC', dat de oprichting van een multifunctioneel centrum met onder andere horeca en evenementen mogelijk maakt, in een nadeliger positie was gekomen. Het primaire besluit van 30 december 2015 en het bestreden besluit van 31 oktober 2016 werden door eiser bestreden in beroep.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het bestemmingsplan op 21 maart 2013 is vastgesteld en onherroepelijk is geworden na een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 2 juli 2014. Eiser, eigenaar van een woning nabij het plangebied, betwistte de afwijzing van zijn verzoek op basis van een advies van de Johan van Oldenbarnevelt Stichting, dat concludeerde dat er geen sprake was van een planologische verslechtering. Eiser voerde aan dat de nieuwe mogelijkheden voor horeca en evenementen niet voldoende waren meegewogen en dat hij schade zou lijden.
De rechtbank overwoog dat bij de beoordeling van een verzoek om planschade een vergelijking moet worden gemaakt tussen het oude en het nieuwe planologische regime. De rechtbank concludeerde dat er geen wezenlijk verschil was tussen de oude en nieuwe bestemmingsplannen en dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij door de wijziging in het bestemmingsplan schade zou lijden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat het college zich terecht had gebaseerd op het advies van de JvO. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 15 december 2017.