Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering, zich zal melden bij de reclassering, zijn medewerking zal verlenen aan persoonlijkheidsonderzoek en een eventueel daaruit voortvloeiende ambulante behandeling, en een inspanningsverplichting voor het verkrijgen en behouden van dagbesteding en onderdak;
- oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel, inhoudende dat de verdachte zich houdt aan een contactverbod met [naam slachtoffer] voor de duur van drie jaar, waarbij voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan vervangende hechtenis voor de duur van 1 week wordt toegepast;
- dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden en de vrijheidsbeperkende maatregel.
4.Waardering van het bewijs
ïne en 0,3 gram MDMA, zijnde amfetamine, hero
ïne en MDMA
, (telkens)een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
5.Strafbaarheid feiten
1.mishandeling;
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden
2 (twee) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de
proeftijd, die hierbij wordt gesteld op
2 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
€ 750,- (zegge: zevenhonderd vijftig euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 17 augustus 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde] te betalen
€ 750,-(hoofdsom,
zegge: zevenhonderd vijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 750,- vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
15 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;