In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 november 2017 uitspraak gedaan in een incident waarin de Stichting Wakkerpolis NNClaim en Wakkerpolis B.V. (hierna: Wakkerpolis c.s.) een vordering tot voeging van zaken hebben ingediend. De vordering was gericht op het gelijktijdig behandelen van hun zaak met een aanhangige procedure van de Consumentenbond tegen Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V. (hierna: NN). Wakkerpolis c.s. stelde dat er sprake was van verknochtheid tussen de twee zaken, omdat beide procedures betrekking hebben op dezelfde verzekeraar en overlappende onderwerpen. NN daarentegen voerde aan dat de zaken niet zodanig samenhangen dat een gezamenlijke behandeling noodzakelijk was, en dat dit zelfs zou leiden tot vertraging van de procedure van de Consumentenbond.
De rechtbank overwoog dat op basis van artikel 222 Rv voeging kan worden gevorderd indien er sprake is van verknochtheid. Hoewel de rechtbank erkende dat er enige samenhang was tussen de geschilpunten in beide zaken, concludeerde zij dat de belangenafweging op dat moment een belemmering vormde voor voeging. NN had aangekondigd een incident op te werpen tot niet-ontvankelijkverklaring van de Stichting Wakkerpolis NNClaim, wat de reikwijdte van de procedures zou beïnvloeden. De rechtbank besloot daarom de vordering tot voeging af te wijzen, maar liet de mogelijkheid open voor een administratieve rolvoeging in de toekomst.
De rechtbank hield de beslissing over de proceskosten aan en bepaalde dat de hoofdzaak opnieuw op de rol zou komen voor conclusie van eis in het aangekondigde nieuwe incident. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechters.