4.1.Instalship baseert haar vorderingen op drie gronden (I tot en met III), welke hierna apart zullen worden besproken.
4.1.1.Blijkens de dagvaarding grondt Instalship haar vorderingen in de eerste plaats op nakoming van de overeenkomst. Zij stelt daartoe het volgende.
4.1.2.Op basis van artikel 7 van de overeenkomst (zie 2.4 hiervoor), moeten partijen zwijgen over hetgeen zij met betrekking tot de zaken en bedrijfsactiviteiten van de wederpartij vernemen. Dat artikel strekt er enerzijds toe dat Instalship zonder toestemming van Spie geen relatie met klanten van Spie aangaat. Anderzijds strekt artikel 7 ertoe dat Spie en/of MultiFlexx zonder toestemming van Instalship geen relatie met werknemers van Instalship aangaan, en dus o.a. niet zonder toestemming van Instalship werknemers van Instalship aanbieden om bij hen of bij een ander bedrijf in dienst te treden en/of geen werknemers van Instalship in dienst nemen of bij een ander bedrijf in dienst laten treden.
Daarnaast strekt artikel 7 van de overeenkomst ertoe dat Spie en MultiFlexx alle administratieve, fiscale en persoonsgegevens van de werknemers van Instalship alleen ten behoeve van de administratieve diensten voor Instalship aanwenden en dus niet aan derden verstrekken.
4.1.3.In de loop van september zijn de zeven werknemers bij het Portugese Régie - Empresa de Trabalho Temporário, Lda (hierna: Régie) in dienst getreden, althans gaan werken. Vervolgens zijn zij verder gaan werken in het project bij Heerema.
4.1.4.Spie heeft de zeven werknemers buiten medeweten - en dus zonder toestemming - van Instalship aangeboden of laten aanbieden om bij een ander bedrijf in dienst te treden en hen bij dat andere bedrijf in dienst laten treden, hetgeen in strijd is met (de strekking van) artikel 7 van de overeenkomst.
4.1.5.De indiensttreding van de zeven werknemers bij Régie is gepaard gegaan met de verstrekking door MultiFlexx en/of Spie aan Régie van administratieve, fiscale en persoonsgegevens van die werknemers, zonder toestemming van Instalship.
4.1.6.Als gevolg van hun handelen (zoals hiervoor in 4.1.2 tot en met 4.1.5 samengevat) hebben Spie en/of MultiFlexx in of omstreeks september 2015 artikel 7 van de overeenkomst minstens twee keer overtreden. Uit hoofde van dat artikel zijn zij aansprakelijk voor vergoeding aan Instalship van de contractueel vastgestelde schadevergoeding van € 20.000,-. Daarnaast zijn Spie en/of MultiFlexx aan Instalship verschuldigd de contractueel vastgestelde schadevergoeding van € 1.000,- per dag zolang Spie en/of MultiFlexx een directe relatie met werknemers van Instalship hebben onderhouden, althans voor de duur dat zij bezig zijn geweest om de zeven werknemers bij Régie in dienst te laten treden.
4.1.7.De rechtbank oordeelt dat een beroep op nakoming van de overeenkomst jegens Spie niet kan slagen nu deze daar geen partij bij is. Ter comparitie heeft Instalship nog aangevoerd dat er een gelijkluidende, mondelinge, overeenkomst met Spie was. Het had op de weg van Instalship gelegen die door Spie betwiste stelling nader te onderbouwen, temeer nu de overeenkomst ziet op de levering van administratieve diensten, wat niet overeenkomt met hetgeen partijen overigens hebben gesteld ten aanzien van de relatie tussen Spie en Instalship. Nu die onderbouwing ontbreekt, dient ervan te worden uitgegaan dat er geen overeenkomst tussen Instalship en Spie, gelijkluidend aan de overeenkomst, tot stand is gekomen.
4.1.8.Instalship stelt voorts dat Spie toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar contractuele verplichtingen jegens Instalship, althans dat zij jegens Instalship onrechtmatig heeft gehandeld, althans ongerechtvaardigd is verrijkt, door Instalship ‘per direct
de factovan het Heerema-project te halen’, terwijl zowel op 1 juni 2015 als op 15 juli 2015 tussen partijen was afgesproken dat Instalship haar diensten zou verlenen voor haar klant Spie in verschillende projecten, waaronder het Heerema-project.
4.1.9.Daarnaast is Spie toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van haar contractuele verplichtingen jegens Instalship, althans heeft zij jegens Instalship onrechtmatig gehandeld althans is zij ongerechtvaardigd verrijkt, door zonder gegronde reden en zonder toestemming van Instalship de zeven werknemers van Instalship aan te bieden of op haar voorspraak aan te laten bieden om bij een ander bedrijf in dienst te treden en/of die werknemers in dienst te nemen of bij een ander bedrijf in dienst te laten treden.
4.1.10.De rechtbank overweegt dat uit randnummer 43 en het petitum van de dagvaarding zou kunnen worden afgeleid dat ook MultiFlexx een onrechtmatige daad althans ongerechtvaardigde verrijking wordt verweten op grond van de hiervoor onder 4.1.8 en 4.1.9 opgenomen handelingen. Voor zover dat het geval is oordeelt de rechtbank dat Instalship ten aanzien daarvan te weinig heeft gesteld. Instalship geeft niet aan op welke feiten zij zich baseert voor haar stelling dat MultiFlexx Instalship van het Heerema-project heeft gehaald. Evenmin onderbouwt Instalship haar stelling dat MultiFlexx de zeven werknemers buiten medeweten van Instalship aangeboden heeft of heeft laten aanbieden om bij een ander bedrijf in dienst te treden. Randnummers 36 en 37 van de dagvaarding noemen alleen Spie. Zeker nu MultiFlexx genoemde stellingen gemotiveerd heeft betwist, had het op de weg van Instalship gelegen deze nader te onderbouwen. Het ter comparitie ingenomen standpunt dat de rol van MultiFlexx onduidelijk is, vormt geen voldoende onderbouwing.
4.1.11.Het in 4.1.10 overwogene leidt tot de conclusie dat de vorderingen jegens MultiFlexx, voor zover deze zijn gegrond op onrechtmatige daad en ongerechtvaardigde verrijking, reeds bij gebreke van voldoende gemotiveerde stellingen van Instalship daaromtrent moeten worden afgewezen.
4.1.12.Instalship heeft (bij dagvaarding) gesteld dat Spie en/of MultiFlexx toerekenbaar zijn tekort geschoten in de nakoming van hun contractuele verplichtingen jegens Instalship, althans dat zij jegens haar onrechtmatig hebben gehandeld door zonder gegronde reden de facturen van Instalship, groot € 10.660,48, onbetaald te laten.
4.1.13.De rechtbank stelt vast dat Instalship zowel bij comparitie als bij akte van 16 augustus 2017 heeft aangegeven dat de betreffende facturen inmiddels zijn betaald en bij genoemde akte heeft zij haar eis in overeenstemming daarmee verminderd, zodat dit onderdeel geen nadere bespreking behoeft.