ECLI:NL:RBROT:2017:9608
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- I. Bouter
- M.I. Blagrove
- A.W. Schep
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde van een kantoorpand in Delft
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 december 2017 uitspraak gedaan in een geschil over de waardering van een kantoorpand in Delft, vastgesteld door de heffingsambtenaar van de Regionale Belasting Groep. De eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. P.F. van der Muur RT, betwistte de WOZ-waarde van € 10.925.000,- die op 31 januari 2016 was vastgesteld voor het belastingjaar 2016. Eiseres stelde dat de waarde op de waardepeildatum van 1 januari 2015 € 1.890.000,- zou moeten zijn. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, na het horen van de argumenten van beide partijen en het taxatierapport van de taxateur J.C.M. Schilders, dat de waarde onderbouwde. De rechtbank oordeelde dat de waarde niet te hoog was vastgesteld, mede op basis van vergelijkingen met een recent verkocht buurpand. De rechtbank concludeerde dat de door eiseres aangedragen vergelijkingsobjecten niet voldoende vergelijkbaar waren en dat verweerder zijn stelling voldoende had onderbouwd. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken.