Op 9 november 2017 heeft de rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de veroordeelde, die preventief gedetineerd is in de Penitentiaire Inrichting Haaglanden. De rechtbank heeft de gedeeltelijke tenuitvoerlegging gelast van het voorwaardelijk gedeelte van de opgelegde gevangenisstraf van 360 dagen, waarbij 90 dagen ten uitvoer worden gelegd. De veroordeelde had eerder een gevangenisstraf gekregen met bijzondere voorwaarden, waaronder het meewerken aan bloed- en urineonderzoek en begeleiding door een forensisch ambulante polikliniek. De officier van justitie had op 25 oktober 2017 een vordering ingediend tot tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk deel van de straf, omdat de veroordeelde zich niet aan de voorwaarden had gehouden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde niet heeft meegewerkt aan de reclassering en dat er sprake was van een toename van drugsgebruik en psychotisch gedrag. De rechtbank heeft de bijzondere voorwaarden gewijzigd en de veroordeelde verplicht om medewerking te verlenen aan klinische behandeling. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.