ECLI:NL:RBROT:2017:9424

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 december 2017
Publicatiedatum
30 november 2017
Zaaknummer
ROT 16/8172
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing verzoek om wijziging werkrooster na ontslag

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 december 2017 uitspraak gedaan in een beroep tegen de afwijzing van een verzoek om wijziging van het werkrooster van eiser. Eiser, die werkzaam was bij de gemeente Rotterdam, had verzocht om zijn werkrooster te wijzigen omdat hij op een aantal zondagen was ingeroosterd. Het primaire besluit van 5 juli 2016, waarin het verzoek werd afgewezen, werd door verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, gehandhaafd in het bestreden besluit van 8 november 2016. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar ter zitting op 24 oktober 2017 werd duidelijk dat eiser per 15 september 2017 was ontslagen. Hierdoor had hij geen procesbelang meer bij de beoordeling van zijn beroep. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk verklaard moest worden, omdat eiser geen belang meer had bij de uitspraak. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Bestuursrecht 2
zaaknummer: ROT 16/8172

uitspraak van de meervoudige kamer van 1 december 2017 in de zaak tussen

[eiser]

gemachtigde: mr. A.J. Vis,
en

het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, verweerder,

gemachtigde: mr. D. Çevik.

Procesverloop

Bij besluit van 5 juli 2016 (het primaire besluit) heeft verweerder besloten om het werkrooster van eiser voor het jaar 2016 niet te wijzigen.
Bij besluit van 8 november 2016 (het bestreden besluit) is ervan uitgegaan dat het nieuwe werkrooster met ingang van 1 januari 2017 zou worden ingevoerd en heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 oktober 2017. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, [persoon 1] , en [persoon 2] .
Het beroep is ter zitting gevoegd behandeld met de zaken ROT 16/8174, ROT16/8177, ROT 16/8181, ROT 16/8184 en ROT 16/8189. Na de sluiting van het onderzoek ter zitting zijn de gevoegde zaken voor het doen van uitspraak gesplitst.

Overwegingen

1. 1. Eiser was [functie] , [bij de gemeente]
1.2.
Na ontvangst van het werkrooster waaruit bleek dat eiser was ingeroosterd op een aantal zondagen, diende eiser het verzoek in om het werkrooster te wijzigen zodat hij niet langer op zondagen zou zijn ingeroosterd.
2. Bij het bestreden besluit en heeft verweerder het verzoek tot herziening van het werkrooster afgewezen omdat het in het dienstbelang van verweerder noodzakelijk is dat er op een aantal zondagen wordt gewerkt.
3. Ter zitting is onweersproken verklaard dat eiser met ingang van 15 september 2017 is ontslagen. De rechtbank is van oordeel dat eiser hierdoor geen belang meer heeft bij een beoordeling van het ingestelde beroep zodat zijn beroep niet-ontvankelijk verklaard moet worden.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.A.C. van Nifterick, voorzitter, en mr. P. Vrolijk en
mr. A. Pahladsingh, leden, in aanwezigheid van mr. J. Nieuwstraten, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 1 december 2017.
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.