Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
1.De procedure
- de dagvaarding van 21 oktober 2016, met producties;
- de conclusie van antwoord van de zijde van Stichting De Beukhoeve, met producties;
- de conclusie van antwoord van de zijde van [gedaagde 3] , met producties;
- het tussenvonnis (de brief) van 18 januari 2017, waarin een comparitie van partijen is bepaald;
- de brief van de zijde van RBvV van 13 april 2017, waarbij producties 11 en 12 in het geding zijn gebracht;
- de brief van de zijde van RBvV van 20 april 2017, waarbij producties 13 tot en met 16 in het geding zijn gebracht;
- het faxbericht van de zijde van [gedaagde 3] van 17 april 2017, waarbij productie 5 in het geding is gebracht;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 1 mei 2017;
- het faxbericht van mr. Gubbels van 15 mei 2017, met opmerkingen over het proces-verbaal.
2.De feiten
- € 100.000,00 op 20 juli 2011 met pasnummer 0035 ten name van [oprichter Stichting] ;
- € 50.000,00 op 1 juli 2013 met pasnummer 0071 ten name van [gedaagde 2] ;
- € 30.000,00 op 9 april 2014 met pasnummer 0071 ten name van [gedaagde 2] ;
- € 20.000,00 op 14 januari 2015 met pasnummer 0071 ten name van [gedaagde 2] ;
- € 20.000,00 op 22 februari 2015 met pasnummer 0071 ten name van [gedaagde 2] ;
- € 20.000,00 op 1 april 2015 met pasnummer 0071 ten name van [gedaagde 2] .
- dat [Vereniging] De Beukhoeve een of meerdere vorderingen op de stichting Stichting “De Beukhoeve”, hierna te noemen ‘de stichting’ heeft uit onverschuldigde betaling en/of onrechtmatige daad en/of op een andere wettelijke grond;
- dat [Vereniging] De Beukhoeve tevens vorderingen uit hoofde van (interne en/of externe) bestuurdersaansprakelijkheid en/of onverschuldigde betaling en/of een andere rechtsgrond, op de heer [gedaagde 2] , zijnde oud bestuurder van [Vereniging] De Beukhoeve en bestuurder van de stichting en op mevrouw [gedaagde 3] , zijnde oud-bestuurder van de stichting, hierna gezamenlijk te noemen ‘ [gedaagde 2 en 3] ’, heeft;
- dat [Vereniging] De Beukhoeve en de RBvV voor het ondertekenen van deze akte van cessie een overeenkomst zijn aangegaan, waaruit voor [Vereniging] De Beukhoeve de verplichting voortvloeit om alle haar reeds toebehorende en toekomstige vorderingen op de stichting en op [gedaagde 2 en 3] over te dragen aan de RBvV, waaronder de bovenstaande vorderingen;
3.Het geschil
4.De beoordeling
2.000,00(1 punt × tarief € 2.000,00)