ECLI:NL:RBROT:2017:9338
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.G.L. de Vette
- J.F. Frankruijter
- C.G.E. Prenger
- Rechtspraak.nl
Sluiting van een openbare inrichting wegens illegaal gokken en de beoordeling van de motivering door de rechtbank
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 november 2017 uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een besluit van de burgemeester van Rotterdam. De burgemeester had op 3 oktober 2016 besloten tot sluiting van een openbare inrichting voor de duur van drie maanden wegens illegaal gokken. Eiser, de exploitant van de inrichting, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, wat leidde tot een herziening van de sluitingstermijn naar één maand. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld tegen dit bestreden besluit. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs was van illegaal gokken in de inrichting, waaronder het gebruik van computers voor het plaatsen van weddenschappen en het uitgeven van wedtickets. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester in redelijkheid tot sluiting kon besluiten op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en de Wet op de kansspelen (Wok). De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten, omdat de sluiting op zich gerechtvaardigd was. De rechtbank heeft ook bepaald dat de burgemeester het griffierecht en de proceskosten van eiser moet vergoeden.