Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.Het verloop van de procedure
2.De vaststaande feiten
U heeft ook het recht om verjaring te claimen, echter omdat u de mondelinge toezegging heeft gehad van een medewerker van de gemeente kan van verjaring geen sprake zijn.
Met deze brief zeggen wij de mondelinge overeenkomst op.”
3.De vordering
7 dagen na betekening van het in deze procedure te wijzen vonnis leeg en ontruimd aan de gemeente op te leveren, op straffe van een dwangsom van
€ 1.000,00 per dag dat aan de veroordeling geen gehoor wordt gegeven, tot een maximum € 100.000,00.
4.De beoordeling
Zij hebben verklaard dat de koop lang op zich liet wachten en dat zij aan medewerkers van de gemeente hebben gevraagd of zij de gemeentegrond alvast mochten gebruiken. Deze medewerkers hebben hiermee – aldus de heer en mevrouw Doeve – ingestemd.”
“ 85, toestemming gebruik. Mondelinge toezegging. Tuin in onderhoud genomen.”[gedaagden] hebben de gespreksnotitie niet ondertekend. Los van het feit dat [gedaagden] de inhoud betwisten kan uit de tekst van de gespreksnotitie niet worden afgeleid dat [gedaagden] ooit een gebruiksovereenkomst zijn overeengekomen.
verliesvan de oorspronkelijke rechthebbende van de strook grond reeds 20 jaar heeft geduurd.
stellen dat zij in 1984 de strook grond middels het hek bij hun tuin hebben getrokken. De gemeente heeft dit betwist, echter heeft tegelijk gesteld dat gemeente in 1985 op de hoogte waren van het feit dat [gedaagden] de strook grond in onderhoud hadden genomen. Hieruit volgt dat vaststaat dat [gedaagden] zich in ieder geval in 1985 het bezit van de grond heeft verschaft. [gedaagden] hebben de strook grond dan ook gedurende twintig jaar onafgebroken in hun bezit gehad en daarmee zijn zij op grond van het bepaalde in
artikel 3:105 BW door verjaring verkrijger geworden van de strook grond.
5.Onrechtmatige daad
€ 175,00 = € 2.625,00).
enin ieder geval door verloop van twintig jaren na de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt.
de eigendom van de strook grond verkregen in 2005 (twintig jaar na 1985). Pas op dat moment is de twintigjaren termijn van artikel 3:310 lid 1 BW gaan lopen en de vordering tot schadevergoeding is, nu deze termijn nog niet is verstreken, dus niet verjaard.
onder I., het (subsidiair) gevorderde onder II. a en het (primair en subsidiair) onder III. gevorderde zal worden afgewezen. De gevorderde schadevergoeding onder II. b. zal worden toegewezen.
€ 100,00 per dag of deel van de dag dat de gemeente in gebreke blijft, tot een maximum van € 10.000,00, nu niet is gebleken dat er aanleiding bestaat tot het toekennen van een hogere dwangsom.
€ 452,00(2 punten x tarief II x ad. € 452,00 per punt x 1/2)
€ 452,00
€ 288,00
€ 904,00(2 punten x tarief II x ad. € 452,00 per punt)
€ 1.192,00
6.De beslissing
€ 100,00 voor elke dag of gedeelte daarvan dat de gemeente in gebreke blijft, tot een maximum van € 10.000,00;
19 juli 2017.