Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 28 februari 2017 met producties;
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie met producties;
- het tussenvonnis d.d. 13 april 2017 waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties;
- het proces-verbaal van de op 16 juni 2017 gehouden comparitie van partijen;
- de spreekaantekeningen van VZO, [gedaagde 2] en [gedaagde 3];
- de brief d.d. 4 juli 2017 van VZO, [gedaagde 2] en [gedaagde 3].
2.De vaststaande feiten
Artikel 1. Ingang arbeidsovereenkomst/functie
Inmiddels bent u per mailbericht op de hoogte gebracht van onze organisatorische wijzigingen. Hierdoor wordt uw arbeidsovereenkomst bij FZB Nederland B.V. ondergebracht.
- Voor de goede orde; inhoudelijk veranderd er niets aan de lopende arbeidsovereenkomst. De status blijft ongewijzigd.
- Alle bepalingen en voorwaarden worden onverminderd één op één door FZB Nederland overgenomen en blijven van kracht.
- Indien er zich inhoudelijk wijzigingen voordoen, zullen deze persoonlijk met u worden besproken en nader worden bevestigd.”
Inmiddels bent u per mailbericht op de hoogte gebracht van onze organisatorische wijzigingen. Hierdoor wordt de fysieke zorg begeleiding volledig bij FZB Nederland B.V. ondergebracht..
Voor de goede orde, dit heeft geen invloed op de looptijd:
- Alle bepalingen en voorwaarden, genoemd in de arbeidsovereenkomst van Nediver, worden onverminderd één op één door FZB Nederland overgenomen en blijven van kracht.
- Ten aanzien van een contractbespreking voor vervolg vanaf 30 mei 2013, zal tijdig een afspraak met u worden gemaakt..”
Refererend aan het persoonlijk onderhoud op 17 juli jl., kunnen wij u als volgt bevestigen:
Artikel 15: Geheimhouding
Artikel 16: Overtreding geheimhouding
Artikel 17: Nevenwerkzaamheden
Artikel 18: Concurrentie/relatiebeding, onder uitsluiting van GGZ Haagstreek/Rivierduinen – Afd. High Care
Artikel 19: Opleidingen/trainingen (indien van toepassing)
Artikel 20: verhalen van boetes/schades bedrijfseigendommen (indien van toepassing)
Detacheringsbureau in de zorgsector, alsmede advieswerkzaamheden en dienstverlening in de zorgsector”.
3.De vordering in conventie
4.Het verweer in conventie
5.De vordering in reconventie
6.Het verweer in reconventie
7.De beoordeling
Boogaard/Vesta-arrest. Uit de overwegingen van de Hoge Raad in dit arrest is in literatuur en jurisprudentie de volgende 'hoofdregel' afgeleid: indien is voldaan aan de vereisten: 1) het stelselmatig en substantieel afbreken van 2) het duurzame debiet van de voormalig werkgever, dat de werknemer in het kader van de arbeidsovereenkomst mee heeft helpen opbouwen 3) met de hulpmiddelen die de werknemer daartoe vertrouwelijk van zijn voormalige werkgever ter beschikking kreeg, dan is van onrechtmatige concurrentie sprake. Als onweersproken staat vast dat [gedaagde 2] mede-oprichter is van VZO, en VZO na haar oprichting voor Rivierduinen, klant van FZB, werkzaamheden is gaan verrichten. Voorgaande maakt echter nog niet dat sprake is van onrechtmatige werknemersconcurrentie. Hoewel VZO voor Rivierduinen werkzaamheden verricht, is door FZB gesteld nog gebleken dat [gedaagde 2] stelselmatig (andere) klanten van FZB heeft benadert en/of dat hij klanten echt heeft geprobeerd over te halen om naar VZO over te stappen. Vaststaat daarnaast dat Rivierduinen, zij het in mindere mate, nog steeds gebruik maakt van de diensten van FZB. Dat sprake is van een stelselmatige en substantiële afbraak van het duurzame bedrijfsdebiet door [gedaagde 2] is naar het oordeel dan ook niet komen vast te staan. Nu niet gebleken is van onrechtmatige werknemersconcurrentie, is voor (hoofdelijke) toewijzing van het uit hoofde daarvan gevorderde voorschot op de schade eveneens geen plaats.
Boogaard/Vesta-arrest. Uit de overwegingen van de Hoge Raad in dit arrest is in literatuur en jurisprudentie de volgende 'hoofdregel' afgeleid: indien is voldaan aan de vereisten: 1) het stelselmatig en substantieel afbreken van 2) het duurzame debiet van de voormalig werkgever, dat de werknemer in het kader van de arbeidsovereenkomst mee heeft helpen opbouwen 3) met de hulpmiddelen die de werknemer daartoe vertrouwelijk van zijn voormalige werkgever ter beschikking kreeg, dan is van onrechtmatige concurrentie sprake. Als onweersproken staat vast dat [gedaagde 3] mede-oprichter is van VZO, en VZO na haar oprichting voor Rivierduinen, klant van FZB, werkzaamheden is gaan verrichten. Voorgaande maakt echter nog niet dat sprake is van onrechtmatige werknemersconcurrentie. Hoewel VZO voor Rivierduinen werkzaamheden verricht, is door FZB gesteld nog gebleken dat [gedaagde 3] stelselmatig (andere) klanten van FZB heeft benadert en/of dat hij klanten echt heeft geprobeerd over te halen om naar VZO over te stappen. Vaststaat daarnaast dat Rivierduinen, zij het in mindere mate, nog steeds gebruik maakt van de diensten van FZB. Dat sprake is van een stelselmatige en substantiële afbraak van het duurzame bedrijfsdebiet door [gedaagde 3] is naar het oordeel dan ook niet komen vast te staan. Nu niet gebleken is van onrechtmatige werknemersconcurrentie, is voor (hoofdelijke) toewijzing van het uit hoofde daarvan gevorderde voorschot op de schade eveneens geen plaats.