ECLI:NL:RBROT:2017:9116
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Registratie als gebruiker van maritieme frequentieruimte en als radioamateur; jaarlijkse vergoeding en recht op rechtstreeks beroep
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 november 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die geregistreerd is als gebruiker van maritieme frequentieruimte en als radioamateur, en de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, vertegenwoordigd door het Agentschap Telecom. De eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de jaarlijkse vergoedingen die in rekening zijn gebracht voor zijn registraties en vergunningen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser sinds 2013 houder is van een PLB-vergunning en dat hij in 2013 en 2014 registraties heeft verkregen. De eiser heeft tegen de facturen bezwaar gemaakt, maar het bestuursorgaan heeft deze bezwaren ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft overwogen dat de eiser geen belang heeft bij een oordeel over de weigering van het rechtstreeks beroep, omdat er geen juridische grondslag is voor het in rekening brengen van de vergoedingen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de vergoedingen op basis van de Telecommunicatiewet (Tw) en de bijbehorende Regeling rechtmatig zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser niet is verschenen op de hoorzitting en dat de uitnodiging voor deze hoorzitting op het juiste adres is afgeleverd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de hoorplicht niet is geschonden.
De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.