In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 oktober 2017 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een jongvolwassen verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van twee vuurwapens. De verdachte, die ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd was, had op 6 juli 2017 in Rotterdam een tas met daarin een pistool van het merk/type Star 28DA, kaliber 9 mm, en een pistool van het merk/type Walther Ppk, kaliber 7,65 mm, bij zich. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 18 maanden geëist, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte, gezien zijn beperkte rol in de verspreiding van vuurwapens en zijn blanco strafblad, een gevangenisstraf van 10 maanden opgelegd kreeg. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit en het risico dat het voorhanden hebben van vuurwapens met zich meebrengt voor de veiligheid van de samenleving. De verdachte had de wapens voor een betaling van 500 euro moeten afleveren op Zuidplein, maar had zich bewust van de inhoud van de tas naar de overdrachtslocatie begeven. De rechtbank verklaarde het feit bewezen en sprak de verdachte vrij van andere tenlastegelegde feiten. De opgelegde straf houdt rekening met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.