Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding met producties,
- de conclusie van antwoord met producties,
- het tussenvonnis (de brief) van 9 november 2016 waarbij de comparitie is bepaald,
- de brief van Transacta c.s. met de producties 22 tot en met 46,
- de brief van Transacta c.s. met productie 27,
- de brief van Amlin met productie 12,
- de brief van Amlin met productie 13,
- de brief van Amlin met productie 14,
- de brief van Amlin met productie 15 tot en met 18,
- productie 47 en 48 van Transacta c.s.,
- de akte voorafgaande aan de comparitie van Transacta c.s.,
- het proces-verbaal van comparitie van 21 maart 2017.
2.De feiten
Sanctie bij niet nakomen verplichtingen
Sanctie bij opzet tot misleiding
Waardegarantie bij schade binnen 3 jaar
3.Het geschil
- € 1.970.000 aan Transacta Mierlo en € 399.000 aan [eiser 2] ter zake de verzekeringsuitkering ;
- € 2.415,31 aan Transacta Mierlo en € 1.610,98 aan [eiser 2] ter zake de premierestitutie ;
- € 6.775 aan Transacta Mierlo en € 3.770 aan [eiser 2] ter zake de buitengerechtelijke kosten ;
4.De beoordeling
Klachtplicht
[echtgenoot] [ [echtgenoot] ] regelde alles’, geldt dat zij bedrijfsleider was van De Koeweide. Nu niet blijkt dat Stukstette in dit verband spreekt over de gang van zaken bij Transacta c.s. – en ook overigens niet blijkt waar zij in dat geval haar wetenschap op baseert – wordt ervan uitgegaan dat zij doelt op de rol van [echtgenoot] in De Koeweide. Deze verklaring geeft derhalve geen informatie over betrokkenheid van [echtgenoot] bij Transacta c.s.
Bij het eerste gesprek heeft vooral de heer [echtgenoot] verklaard over het bedrijf en de bedrijfsvoering van de vennootschappen. Mevrouw [aandeelhouder] hield zich afzijdig of wist geen antwoord te geven op mijn vragen.” [persoon 2] verklaarde onder meer: “
Wat mij bij het eerste gesprek opviel was dat mevrouw [aandeelhouder] aangaf weinig van de gang van zaken bij het bedrijf te weten en zich daarmee ook niet veel te bemoeien. Het was zelfs zo dat ze letterlijk zei daar niets van te weten… [ [echtgenoot] ] leek ook de verlangde informatie voorhanden te hebben.” Echter, bij het wegen van de verklaringen van [persoon 1] en [persoon 2] dient acht te worden geslagen op het feit dat [echtgenoot] bestuurder was van De Koeweide en in die hoedanigheid over relevante kennis beschikte. Vanuit zijn rol bij De Koeweide was [echtgenoot] immers betrokken bij de verkoop van de comfortschepen en verzorgde hij de exploitatie van de comfortships en regelde praktische zaken, zoals het afsluiten van de verzekeringen. [echtgenoot] deed dit niet alleen voor Transacta c.s. maar ook voor de andere eigenaren van de comfortships.
5.De beslissing
22 november 2017voor uitlating door Transacta c.s. of zij tegenbewijs en bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden januari tot en met oktober 2017april 2018 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,