Op 23 september 2016 heeft een groep jongeren stenen gegooid naar de keukenramen van woningen in het Burgemeestersplantsoen te Maassluis. De rechtbank Rotterdam heeft in deze zaak geoordeeld dat de verdachte, een minderjarige, niet op enige wijze een significante bijdrage heeft geleverd aan de geweldshandelingen. De verdachte is vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, waaronder poging tot zware mishandeling en openlijk geweld. De officier van justitie had een taakstraf en voorwaardelijke jeugddetentie geëist, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor een nauwe en bewuste samenwerking in de gepleegde feiten. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet kan worden aangemerkt als dader, omdat er geen bewijs was dat hij daadwerkelijk stenen heeft gegooid of anderszins geweld heeft gepleegd. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte werd vrijgesproken van de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt. De uitspraak vond plaats op 17 oktober 2017.